Hét platform voor de renovatiesector RENOVATIEBEURS Verduurzaming rode draad op vakbeurs Renovatie 11 BOUWHISTORIE Historische installaties vaak niet (h)erkend 40 INSTALLATIES Portiekflats Capelle aan den IJssel fors aangepakt 42 N UMM E R 2 | J A A R G A N G 12 | M E I 2 0 2 2 Portiekflats krijgen nieuwe‘jas’ Pag. 9 Thema’s Renovatiebeurs Installaties/VSK
Excelleren in ventileren www.ithodaalderop.nl/casconnect Alex’s innovatie: “1e dakventilator connected to the Cloud. Eenvoudig inregelen met 1 persoon” Nieuw: CAS 3.1 & 3.2 TOC
3 nr. 2 April 2022 Redactioneel COLOFON In dit nummer RenovatieTotaal is een onafhankelijke informatiebron en verschijnt 7 maal per jaar. RenovatieTotaal gaat over renovatie, restauratie, herbestemming, onderhoud, op- en aanbouwen en alles wat met de bestaande bouw te maken heeft. Jaargang 12, nummer 2, mei 2022 Uitgever Hugo Arends (0570) 861007 E-mail: hugo@handelsuitgaven.nl Hoofdredactie Harmen Weijer redactie@renovatietotaal.nl Redactie Frank de Groot Paul Engels Medewerkers Haico van Nunen Willard van Reenen Marketing & Communicatie Maxime Wendt (0570) 654660 E-mail: maxime@handelsuitgaven.nl Advertenties Tom Sotthewes (0570) 654660 E-mal: tom@handelsuitgaven.nl Abonnementen Mirjam Nijbroek (0570) 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Ontwerp en Opmaak Bureau OMA, Doetinchem www.bureauoma.nl Cover Portiekflats krijgen nieuwe ‘jas’ (pag. 9) Druk Rodi Rotatiedruk RenovatieTotaal is een uitgave van Nederlandse HandelsUitgaven BV Postbus 2273, 7420 AG Deventer Maagdenburgstraat 22 7421 ZC Deventer Tel. 0570 – 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Copyright Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder de nadrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze uitgave is zorgvuldig en naar het beste weten samengesteld. Uitgever en auteurs kunnen echter niet instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, als gevolg van handelingen of beslissingen die op deze informatie zijn gebaseerd. Thema Renovatiebeurs: Robots geven gebruikt hout tweede leven 13 Onderhoud: Tools helpen bij duurzaam onderhoud 30 Thema Installaties/VSK: Welke bedrijven krijgen felbegeerde VSK Awards 2022? 44 4 Actueel 7 Column 9 Project in Beeld 11 Renovatiebeurs: Verduurzaming rode draad 14 Renovatiebeurs/Monument: Molens gerestaureerd 17 Renovatiebeurs/Monument: Duurzame innovaties voor monumenten 21 Renovatiebeurs: Kennisprogramma 22 Renovatiebeurs: Onderzoek vloerisolatie 25 Renovatiebeurs: Productoverzicht 33 OudNieuw 35 Innovatie: circulaire poederverf 37 Project: Transformatie Zandkasteel 38 Onderzoek naar brandveiligheid PV-panelen 40 Thema Installaties: Bouwhistorie 42 Thema Installaties: Project Capelle aan den IJssel 44 Thema Installaties/VSK: Actueel 51 Thema Installaties: Installatienieuws 54 Productoverzicht Wie BouwtAgenda U zult het vast al weer een keer gedaan hebben: een congres of vakbeurs bezoeken. Dat is voor sommigen echt wel even wennen, zo merkte ik onlangs bij een congres . Een beetje schuchter ging een dame naast me zitten, haast verontschuldigend dat we zo dichtbij elkaar zaten. Maar alles went en ook voor onze sector kunnen we ons eindelijk weer laven aan presentaties, lezingen en innovaties op congressen en vakbeurzen. Zoals de Renovatiebeurs die medio deze maand toch echt weer plaatsvindt. In deze editie van RenovatieTotaal besteden we daar de nodige aandacht aan. De openingstalkshow van de Renovatiebeurs op dinsdag 17 mei gaat direct in op wat ons te wachten staat: de Nationale Woon- en Bouwagenda van de nieuwe minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge. Een ambitieuze agenda met veel urgentie, dat valt niet te ontkennen. Met meer tempo en het wegnemen van knelpunten moeten er 100.000 woningen per jaar in deze kabinetsperiode worden bijgebouwd. Tot zo ver gaat het goed, al is niet alles nieuw. Eerdere bewindspersonen op dit dossier hebben dit ook vaak geroepen. Wat wel nieuw is: de overheid herneemt de regie op het gebied van huisvesting. Corporaties worden daar nadrukkelijk in betrokken, met prestatieafspraken die deze zomer worden gemaakt. Wisselgeld is de afschaffing van de vermaledijde verhuurdersheffing. Daarnaast moet de Omgevingswet overheden de kans geven meer sturing te geven aan de huisvestingsopgave. Nu moet ik nog maar zien of dat gaat lukken met de stikstofregels, die inmiddels voor grote hobbels bij bouwprojecten hebben gezorgd. En ik mis op nog een belangrijk vlak extra regie van de overheid: het personeelstekort in de bouw- en renovatiesector. We komen al heel veel jaren veel handen tekort in onze sector, en daarover lees ik helemaal niets in deze Woon- en Bouwagenda. Ja, in de analyse, maar niet in de uitwerking. Dus wat mij betreft wordt het tijd voor extra aanvulling, onder de naam: de Wie Bouwtagenda. Harmen Weijer Hoofdredacteur RenovatieTotaal Reageren? redactie@renovatietotaal.nl
4 nr. 2 April 2022 Actueel Stiho tekent intentieovereenkomst voor vervoer over water Groothandel in bouwmaterialen Stiho heeft medio april een intentieovereenkomst getekend voor duurzaam goederenvervoer over het water in Utrecht. Samen met de gemeenten, provincie en lokale partners uit de regio (de Coalitie Goederenvervoer over Water provincie Utrecht) gaat Stiho zich inspannen om schoon, duurzaam en efficiënt goederen te vervoeren over het water. Mark van Breukelen, business unit manager bij Stiho: “Duurzaamheid staat hoog op de agenda van Stiho. Transport heeft daarin een groot aandeel. Nu worden bouwmaterialen nog vooral vervoerd over de weg. Maar om onze leefomgeving schoner te krijgen, bieden bestaande vaarwegen met duurzame vaartuigen en schone voertuigen in de binnenstad een oplossing.” Uitstekend alternatief De komende jaren worden er in Utrecht 145.000 woningen gerealiseerd, waarvan 60.000 in de binnenstad. Door de grachtenstructuur met kwetsbare kademuren en werfkelders mogen voertuigen in de binnenstad slechts rijden met een aslast van maximaal 2 ton. Van Breukelen: “Vervoer over het water biedt ook voor Stiho een uitstekend alternatief om zware goederen bij klanten te leveren die projecten hebben in de binnenstad. Niet alleen uit het oogpunt van duurzaamheid, maar ook om de toch al drukke wegen te ontlasten.” Daarnaast is goederenvervoer over het water in potentie een schone manier van transport. Van Breukelen: “Hiermee spelen we met de gemeente, provincie en lokale partners in op de toekomstige emissievrije zones in de binnenstad. Elektrische vaartuigen zijn hierbij de oplossing. Deze kunnen meer gewicht vervoeren zonder schade aan te richten in de binnenstad.” De Coalitie Goederenvervoer over Water provincie Utrecht zal de komende twee jaar verder invulling geven aan de samenwerking door concrete projecten te realiseren. In de toekomst kan de coalitie worden uitgebreid met andere provincies. MAX 4 Wapeningsplaten voor nieuwbouw en renovatie Vloeroplossingen OP-DECK® ICF Vloersysteem LEWIS® Zwaluwstaartplaten® HODY® Staalplaatbetonvloeren Pieter Zeemanweg 107 3316 GZ Dordrecht (NL) +31 (0)78 617 44 00 reppel@reppel.nl www.reppel.nl WALLDESIGN EN WATERDICHT TEGELWERK SYSTEEM DE MOOISTE COMBINATIE VOOR EEN WATERDICHTE BADKAMER Iedereen wil een badkamer met de uitstraling van een sfeervolle wellnessruimte, maar deze moet ook duurzaam waterdicht zijn. Forbo Eurocol biedt met WallDesign en het Waterdicht Tegelwerk Systeem alles wat je daarvoor nodig hebt. Een waterdicht systeem van egaliseren, afdichten, tegels verlijmen, voegen en kitten. Daarnaast creëer je met WallDesign een unieke betonlook, die zich perfect laat combineren met de nieuwste tegeltrends. Goed nieuws voor de stukadoor, tegelzetter en zzp’er, want deze Eurocol-producten zijn perfect op elkaar afgestemd. Dat betekent dus one-stop-shop voor het creëren van een stijlvolle badkamer waar de klant jarenlang onbezorgd plezier aan beleeft. Zo gaan kwaliteit en uitstraling mooi hand in hand. Download het volledige leaflet op: www.eurocol.nl/walldesign-wts Forbo Eurocol Nederland B.V., Industrieweg 1-2, 1520 AC Wormerveer T +31 (0)75 627 16 00, info.eurocol@forbo.com, www.eurocol.nl
5 nr. 2 April 2022 Vloerverwarming eenvoudig en professioneel zelf te realiseren WARP Systems is producent en leverancier van laagtemperatuur, watergedragen vloerverwarmingssystemen die door professionals zelf geïnstalleerd kunnen worden. Het eenvoudige SpeeTile en SpeeTherm systeem van WARP Systems zijn de nieuwe generatie watergedragen laagtemperatuur verwarming. Deze systemen dragen bij aan het toekomstbeeld waarbij woningen van het gas af gaan. Koelen is mogelijk in combinatie met een warmtepomp. We bieden zowel een natbouw systeem als een droogbouw systeem. Ontvang binnen 1 werkdag een offerte en na bestelling binnen 1 dag je materialen. Het SpeeTile natbouw systeem Het SpeeTile systeem van WARP Systems bezit eigenschappen die zowel voordelen voor de eindgebruiker als voor jou als installateur biedt. Zo heeft het watergedragen systeem een minimale opbouwhoogte van 15mm met een gewicht van 30kg/m2 inclusief egalisatiemortel. Door de lage opbouwhoogte is deze in veel situaties geschikt en het lichte gewicht maakt dat de installatie eenvoudiger is. Verder is het unieke klik-breek-schuif systeem een professionele innovatie, waardoor vooraf meten en ter plekke snijden nooit meer nodig is. Hierbij is het SpeeTile systeem ook geschikt voor wanden en plafonds. Handig voor de eindgebruiker: het SpeeTile systeem bespaart aangesloten op zowel een CV-ketel als warmtepomp energie en reageert actief en snel op warmtevraag. Het SpeeTherm droogbouw systeem Het SpeeTherm systeem van WARP Systems combineert een minimale opbouwhoogte van 15mm met isolatie, lichtgewicht en snelheid. Door het gewicht van slecht 3kg/m2 is het systeem niet alleen eenvoudig te installeren, maar biedt ook mogelijkheden voor houten ondervloeren. Zelfs als deze niet stabiel maar wel vlak zijn. Het SpeeTherm systeem bestaat uit EPS platen, AluTherm warmtegeleidingsprofielen en SpeeTube verwarmingsbuis. Het systeem bespaart aangesloten op zowel een CV-ketel als warmtepomp energie en reageert actief en snel op warmtevraag. Fijn voor de eindgebruiker Zelfs met een houten ondervloer is het mogelijk om radiatoren uit huis te laten verdwijnen, want beide systemen zijn geschikt als hoofdverwarming. Nieuw is ook de snelheid waarop het systeem reageert: veel sneller dan de traditionele systemen die dieper onder de afwerkvloer liggen. Waar voorheen dag en nacht de vloerverwarming aanstond door de langzame opwarmtijd duurt dit bij WARP Systems slechts 30-45 minuten. De extra voordelen van WARP Systems Voor professionals gaat WARP Systems nog een stapje verder. Zo bieden wij een compleet pakket met alle materialen die je nodig hebt indien dit gewenst is. Ook bieden wij een stort service aan, hebben we speciale SpeeTools ontwikkeld voor een professionele installatie en bieden we de optie aan om een legplan in te tekenen. WARP SYSTEMS WWW.WARP-SYSTEMS.NL Producten In de spotlight Product uitgelicht Haagse Zuiderstrandtheater dichtbij behoud Het Haagse Zuiderstrandtheater wordt mogelijk behoed van sloop. Lagemaat BV en cepezedprojects gaan onderzoeken of het theater een plek elders kan krijgen. Beide partijen zijn bekend met dit soort circulaire vraagstukken. De Tijdelijke Rechtbank Amsterdam is ontwikkeld door cepezedprojects en wordt verhuisd door Lagemaat. Met de oplevering van cultuurhuis Amare in het centrum van Den Haag, valt het doek voor het in 2014 tijdelijk gebouwde Zuiderstrandtheater. Vanaf begin volgend jaar komen op deze plek aan het einde van de Houtrustweg bedrijfsruimtes, woningen en een parkeergarage. Eind dit jaar zal het theater -hoe dan ook- uit de Scheveningse haven verdwijnen. Oplossing De gemeente Den Haag zoekt een zo circulair mogelijke oplossing: herbouw of hergebruik materialen. Lagemaat BV en cepezedprojects gaan in opdracht van de gemeente herbouw van het Zuiderstrandtheater op een andere locatie onderzoeken. Eind april wordt gekeken of verplaatsing haalbaar is. Anders wordt het gebouw circulair ontmanteld. Cepezedprojects is bekend met dergelijke circulaire vraagstukken. Samen met Du Prie bouw & ontwikkeling bouwde cepezedprojects de Tijdelijke Rechtbank Amsterdam, een permanent gebouw dat slechts vijf jaar mocht blijven staan op de aangewezen locatie aan de Fred. Roeskestraat. Daarna moest het verdwijnen. Precies zoals nu het geval is met het Zuiderstrandtheater. “De Tijdelijke Rechtbank Amsterdam is uniek, omdat het ontworpen is om uit elkaar te halen,” aldus Arend van de Beek van Lagemaat, het bedrijf dat de rechtbank demonteert, straks verhuist en opnieuw gaat opbouwen in Enschede. Lagemaat zal eventueel ook de demontage en remontage van het Zuiderstrandtheater gaan doen.
6 nr. 2 April 2022 Actueel Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten opengesteld Ook in 2022 heeft de provincie Zeeland een budget beschikbaar voor de restauratie van bepaalde categorieën rijksmonumenten in deze provincie. Het gaat om grote restauraties van bijvoorbeeld om kerkgebouwen, molens, stadhuizen en fabrieken. Het gaat nadrukkelijk niet om woonhuizen en ook niet om groene of archeologische monumenten. De subsidie bedraagt maximaal zeventig procent van de subsidiabele restauratiekosten, met een maximum van € 750.000. In totaal is er een bedrag van ruim € 1,8 miljoen beschikbaar. Aanvragen voor subsidies voor restauraties van rijksmonumenten kunnen worden ingediend via het digitale aanvraagformulier op www.zeeland.nl. Hier is ook meer informatie te vinden over de subsidieregeling. Zo moet er er onder meer sprake zijn van een goede (her)bestemming van het monument. Vorig jaar verstrekte de provincie bijna 1,8 miljoen euro voor de restauratie van rijksmonumenten. Dat geldt ging toen naar vijf restauratieprojecten: Grote of Maria Magdalenakerk in Goes, Het Vollebregtorgel in de Opstandingskerk te Wissenkerke, de toren van de Geerteskerk in Kloetinge, het kerkgebouw van de Hervormde Kerk in Stavenisse en boerderij Grote Muiterij in Sint Maartensdijk. Monumenten zijn een belangrijk onderdeel van het Zeeuws erfgoed. De Provincie wil dit erfgoed niet alleen behouden, maar vindt het ook belangrijk dat een breed publiek ervan kan genieten. 100 monumenten leeg Het Zeeuwse erfgoed staat er in vergelijking met andere provincies niet goed voor. Ruim 100 monumenten (niet-woonhuizen) staan leeg of zijn er slecht aan toe. Dat wil de provincie veranderen. De komende jaren wil ze zich inzetten om kwetsbare monumenten (religieus erfgoed, agrarisch erfgoed en industrieel erfgoed) een nieuwe functie te geven. Om dat proces kracht bij te zetten, is een ‘loods herbestemming monumenten’ aangesteld. Deze gaat eigenaren en initiatiefnemers ondersteunen bij hun project. Energielabel C nog lang niet voor alle kantoren in zicht Kantoorgebouwen moet per 1 januari 2023 minimaal energielabel C hebben. Steeds meer kantoren voldoen hier al aan, maar een heel deel nog niet. Op dit moment heeft naar schatting 44% van de label-C-plichtige kantoren label C of beter. Met nog ongeveer een jaar te gaan, moet er zeker nog het nodige gebeuren. Kantoorgebouwen die niet op 1 januari 2023 aan de verplichting voldoen, mogen volgens de wet niet meer als kantoor gebruikt worden. RVO schat dat ongeveer 65.000 kantoren moeten voldoen aan de label-Cverplichting. Dit raamt RVO op basis van verschillende registraties. Niet alle kantoren vallen onder de label C-verplichting. Kleine kantoren vallen er bijvoorbeeld niet onder. Op basis van de nieuwste cijfers blijkt dat per 1 januari 2022 inmiddels 44% van de label-C-plichtige kantoren een groen energielabel (C of beter) heeft. Het aantal kantoren met label C of beter is in de afgelopen jaren steeds verder toegenomen. Rood energielabel De andere 56% voldoet nog niet aan de label-C-verplichting. Voor 12% staat er een rood energielabel geregistreerd (D of slechter). Voor de resterende 44% is nog geen energielabel geregistreerd. Gebeurt dit wel, dan schat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB, april 2021) dat ongeveer 30% hiervan een groen label krijgt. Er is dit jaar dus nog genoeg te doen voor kantooreigenaren en gebruikers. Zij moeten maatregelen nemen om hun kantoorgebouw geschikt te maken voor een groen label. Daarna moeten zij ook het energielabel laten registreren. Meer hergebruik van metaal in bouw kan CO2-emissie verder verlagen De bouw kan sneller verduurzamen en circulair worden als metaal niet langer wordt gerecycled maar hergebruikt. De inzet van 75% hergebruikt staal bijvoorbeeld kan de CO2-emissie met circa 50% verlagen. Henk Reijnders voorzitter van het Ketenoverleg Duurzame Metaalbouw: “Om staal opnieuw te gebruiken moet het gekeurd worden met een CE keurmerk. Maar dat is te complex en moet simpeler. Het hergebruik van metaalproducten zoals stalen balken, buizen en gevelpanelen kan dan verder omhoog”. Het KDM is het platform voor overleg, samenwerking en projectuitvoering op het gebied van staal en metaal in de bouwketen, waarbij FME als deelnemer is aangesloten. De visie van het KDM is dat metalen een goede bijdrage kunnen leveren aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving en circulariteit. Het KDM richt zich op drie soorten projecten: duurzaamheid, brandveiligheid en adaptiviteit. Als gebouwen eenvoudiger een tweede of derde functie kunnen krijgen hoeven ze niet gesloopt te worden. Henk Reijnders: “Circulair bouwen is een uitdaging. Het vraagt om anders werken, niet slopen maar demonteren, anders produceren en zelfs ontwerpen. Bedrijven kunnen dat niet alleen, maar we moeten gaan samenwerken in ketens”. Nationale Milieudatabase Het KDM wil dat besluiten worden genomen op basis van goede data en rekenmethoden. Het KDM is daarom een groot voorstander van het gebruik van de Nationale Milieudatabase en het toepassen van uniforme rekenregels om de milieuprestatie van alle materialen in gebouwen te bepalen. De recyclingpercentages van metalen liggen met scores van 90-95% al zeer hoog zeker in de bouw. Om hoger op de R-ladder van PBL te komen moet de focus van de R van recycling naar de R van Reuse. Uit de ‘Analyse CO2impact staal in de bouw’ van advies- en ingenieursbureau LBP|SIGHT blijkt dat 50% CO2 bespaard worden als het hergebruik van staal toeneemt naar 75%.
7 nr. 2 April 2022 Column In elk nummer van RenovatieTotaal geeft dr.ir. Haico van Nunen zijn mening over een aspect van ‘de renovatiewereld’. Haico van Nunen is adviseur bij BouwhulpGroep en lector Duurzame Renovatie bij het kenniscentrum Duurzame HavenStad van Hogeschool Rotterdam. Duurzame Collectiviteit Met 4,5 miljoen particuliere woningen is dit een substantieel deel van onze woningvoorraad, en daarmee tevens voor 50% bepalend voor de beoogde klimaatdoelen voor de gebouwde omgeving. Maar het betekent ook 4,5 miljoen opdrachtgevers en dat is ingewikkeld. Dan is de sociale huurmarkt met 3,3 miljoen woningen en slechts 300 woningcorporaties een opgave die makkelijker te benaderen is, maar net iets minder impact heeft. Het gevolg: de hele bouwsector legt zijn focus op de huursector. Maar dit is nu net de sector die zelf een beeld heeft wat, wanneer en hoe ze gaan verduurzamen. Bovendien hebben ze gemiddeld al label B bereikt dus is de impact beperkt. De particuliere markt daarentegen heeft geen weet van wat ze kunnen doen, wanneer of hoe ze dat zouden willen doen. En dát ze iets moeten doen is al helemaal nieuw voor hen. Vanuit een maatschappelijk perspectief is de particuliere verbeteropgave de grootste opgave die voor ons ligt, maar vanuit bedrijfsperspectief is de vrees dat er veel gedoe is en weinig continuïteit. Het wordt vanuit een bedrijfsperspectief pas interessant als er een bundeling van opdrachtgevers plaats kan vinden. Is dat dan aan jou als bedrijf om dat te organiseren? En vanuit de bewoner bekeken, vind zelf maar eens voldoende mensen in je straat om tegelijk met jou mee te doen. Bovendien wil jij je dak doen, maar je buurman de gevel, en de buren aan de andere kan willen niets, ze gaan toch verhuizen. Hoe krijg je ooit de juiste groep bij elkaar? Voor opschaling van verduurzaming is dit een nieuwe uitdaging zoeken naar collectiviteit. De schaal van de component biedt hier uitkomst. Veel daken lijken op elkaar en ook veel gevels zijn hetzelfde opgebouwd. Dit kun je benutten; één keer ontwerpen, één keer voorbereiden en vele malen toepassen. En dat hoeft niet bij elkaar in de straat, dit mag verdeeld over een buurt. Het opent daarmee nieuwe deuren om van 4,5 miljoen opdrachtgevers terug te gaan naar een beperkter aantal collectieven. Een nieuwe markt zal ontstaan. Eentje waar de wensen van bewoners, potentie van woningen en beleidsambities bij elkaar komen. Dan gaat het in vele mindere mate over de techniek, maar over wonen en beleven. Het brengt vraag een aanbod dichterbij elkaar. Het moet de renovatiemarkt dusdanig interessant maken dat vanuit de markt een aanbod wordt gecreëerd. Waar men nu angstvallig wegblijft vanwege de diversiteit, kan de collectiviteit zorgen voor een grotere mate van eenheid en wellicht een nieuw marktsegment. En misschien een spoiler: de woningen zijn vergelijkbaar, dus de meeste oplossingen bestaan al en deze bewezen kwaliteit hoeft enkel maar herhaald te worden met verbetering aangedragen door tevreden gebruikers. Eindhovense buurt Tivoli weer klaar voor de toekomst De renovatie van de 108 woningen rond het Arnaudinaplein in de Eindhovense buurt Tivoli van woningcorporatie Woonbedrijf is klaar. Door de isolatie en nieuwe mechanische ventilatie hebben de bewoners nu een comfortabele, energiezuinige en gezonde woning. Deze renovatie was de laatste fase in de aanpak van de buurt. In totaal renoveerde en herbouwde Woonbedrijf 554 woningen. Bouwbedrijf Van Montfort isoleerde het dak, de dakkapel, de gevel en de vloer. Ook vervingen ze raamkozijnen en achterdeuren. Die hebben isolatieglas gekregen, wat zorgt voor minder kou en tocht in huis. Een groot deel van de bestaande kozijnen kreeg een nieuwe bestemming elders. Door de isolerende maatregelen gingen de woningen van energielabel D/E naar energielabel A. Daarnaast kregen de woningen mechanische ventilatie en tochtroosters. Die zorgen voor afvoer van vuile en vochtige lucht en toevoer van frisse lucht. Bewoners konden ook kiezen voor een nieuwe badkamer, keuken of toilet als deze qua leeftijd aan vervanging toe waren. Uitbreidingen en keuzes waren mogelijk tegen huurverhoging, zoals een terrasoverkapping. Renoveren in coronatijd In het voorjaar van 2020 voerde Woonbedrijf met elke bewoner een persoonlijk gesprek. Dit keer niet bij de bewoner thuis, maar in de modelwoning die coronaproof was met plexiglas tussen de tafels. In augustus werd vanwege de coronacrisis van start gegaan in aangepaste vorm. We werkten een tijd lang zo min mogelijk ín de woningen. Dit is later weer opgepakt en in februari 2022 hebben we de renovatie afgerond. Tivoli is een buurt in Stratum met een heel eigen karakter. Het is een jaren '30wijk die toe was aan onderhoud en vernieuwing. Daarom voerde Woonbedrijf hier de afgelopen 10 jaar in 5 fases onderhoud en nieuwbouw uit. De fysieke woningverbetering was ook een aanjager voor de sociale afspraken in de buurt, zoals de aanpak van veiligheid en groen en het vergroten van de verantwoordelijkheid van bewoners. Deze vernieuwende aanpak van buurtverbetering resulteerde in een meetbare hoge tevredenheid en lage verhuisbewegingen onder bewoners. En het leidde tot een toevoeging van nieuwe woningtypen, waardoor bewoners langer in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. ...EN NA. Foto’s: Groenen Bouw & Onderhoud/Woonbedrijf VOOR... ... TIJDENS Al meer dan 30 jaar uw specialist in voorbereiding van vloeren en oppervlakten De beste basis onder iedere afwerking www.nieuwenhuis.nl
A1 Isolatie-Board Fabrikant van steenstrips in alle vormen en maten sinds 1975. Fabrikant van glazuur, steen en steenstrips. Adres: Oude Roderweg 14, 6422PE Heerlen +31455423641 www.brickworldinsulation.com www.brickworld.nl paul.bollen@brickworld.nl Prefab fabriek • Renovatie van leidingen zonder graaf-, hak-, en/of breekwerk; • Geschikt voor leidingen met kleinere diameters; • Toepasbaar in meest uiteenlopende materialen, waaronder ook asbest; • Milieuvriendelijk eindproduct; • Een constructief sterk en waterdichte leiding; • Een gedegen beheerplan dat problemen voorkomt en kosten beheersbaar maakt; • Garantie op de geleverde producten; • Zeer ervaren en betrokken vakmensen die dag en nacht klaar staan. Biedt minimale overlast en maximale kwaliteit! S4reno Homeliner® Leidingrenovatie www.vandervelden.com/renovatie Bezoek ons 17/18 & 19 mei tijdens de renovatiebeurs in de Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch op stand C087 www.roto-dakramen.nl
9 nr. 2 Mei 2022 Project in beeld Portiekflats krijgen nieuwe ‘jas’ “De energietransitie gaat verder dan alleen een nieuwe goed geïsoleerde schil voor portiek- en galerijflats”, zegt architect Wim van As, mede-eigenaar van A3Architecten BV. “De uitstraling moet passen bij de wijk en er moet tevens aandacht zijn voor het wooncomfort en de leefomgeving.” Een geslaagd project is in dit geval onder meer de renovatie van 110 sociale huurwoningen in de Utrechtse wijk Overvecht. Daarbij is onder meer een Strikotherm gevelisolatiesysteem aangebracht. Auteur: ing. Frank de Groot, foto’s: Michel Kievits De portiekflats van woningcorporatie Portaal aan de Kwangodreef, Gambiadreef en Kasaidreef zijn in de jaren zestig gebouwd en bestaan uit vier woonlagen met op de begane grond wonen en garages. De bewoners van de 110 sociale huurwoningen gaven aan dat de woningen last hadden van vocht, tocht, schimmel en een slechte uitstraling. Tijd dus voor een grondige renovatie. Door het aanbrengen van het Strikotherm gevelisolatiesysteem, PV-panelen, nieuw ventilatiesysteem en nieuwe kozijnen zijn de woningen nu nul-op-de-meter. Renovatie Dura Vermeer Renovatie Midden West kreeg van Portaal de opdracht om de woningen te renoveren. Naast de aanpak van de schil en installaties, zijn ook de badkamer en keuken vervangen. Tijdens de renovatie konden de bewoners gewoon in de woning blijven. Daarnaast zijn de woonlasten gelijk gebleven. De woningen zijn aangesloten op een stadswarmtenet. Elektriciteit wordt opgewekt met de zonnepanelen op het dak. Voor het ontwerp werd A3Architecten gevraagd, dat veel ervaring heeft met verduurzaming van woningbezit van onder meer woningcorporaties en beleggers. “Wij zijn betrokken bij veel renovatieopgaven in stedelijke gebieden. Denk aan de slechts geïsoleerde portiek- en galerijflats uit de jaren zestig en zeventig. We proberen dan altijd direct verder te kijken dan de schil alleen. Kunnen we gelijk het wooncomfort verbeteren? Ook moet de uitstraling van de gevel passen bij de omgeving en moet de leefomgeving worden aangepakt. Denk aan groen, spelen, parkeren en recreëren”, vertelt Wim van As, die het bureau met Arno van Wezel en Hans Gijzen in 1988 oprichtte. Gevelisolatiesysteem Afhankelijk van het type renovatieproject, kiest de architect voor een gevelisolatiesysteem. “In veel gevallen is dat een Strikotherm gevelisolatiesysteem. Strikolith komt regelmatig langs om nieuwe ontwikkelingen te laten zien en mee te denken over renovatieprojecten. Dat gebeurt vrijblijvend, want we willen niet aan één leverancier zijn gebonden. Maar de samenwerking is goed. Als we de keuze voor Strikotherm hebben gemaakt, dan wordt er ook tijdens ontwerp en uitvoering meegedacht. Zo hebben we monsters opgevraagd voor de kleurstellingen en zijn er proefvlakken opgezet.” Voor de sociale huurwoningen van Portaal viel de keuze op Strikotherm Comfort met een basis van EPS. Na het aanbrengen van een spanningsverdelende minerale of cementvrije mortellaag en een versterkend weefsel is het systeem gereed voor de afwerking. In Utrecht is gekozen voor een Strikotherm Spachtelpleister BGI 1,5 mm voor de borstweringen. Aan de kopse zijden is gekozen voor grote vlakken met minerale flexibele steenstrips: Strikotherm Steenstrip FLEX. De Rc-waarde van de gevels is na de renovatie maar liefst 7,0 m2K/W. “De gevelmaterialen en -kleuren sluiten ook mooi aan op de omgeving. Je kunt ook kiezen voor een moderne uitstraling, maar dat past hier niet. Ik vind de oplossing heel geslaagd!” Uitvoering Projectleider Robbert Rebel van Dura Vermeer Renovatie Midden West toont zich ook tevreden: “We zijn tijdens het Voorlopig Ontwerp al aangehaakt, dus konden we ook meedenken over technische detailoplossingen. Dat heeft zeker bijgedragen aan het fraaie eindresultaat. We zien als bouwer dat er steeds vaker gekozen wordt voor buitengevelisolatiesystemen bij bestaande bouw, mede door de energietransitie. De verwachting is dat de vraag naar die toepassing de komende tijd alleen maar sneller zal toenemen.” Voor de verwerking van het buitengevelisolatiesysteem werd afbouwbedrijf ’t Huis BV gevraagd, dat veel ervaring heeft met het Strikotherm buitengevelisolatiesysteem. “Het is een mooi project om verouderde portiekflats weer te upgraden. Vooral de combinatie van minerale steenstrips en spachtelpleister is fraai”, zegt Julian Huis in ’t Veld, directeur/eigenaar van ’t Huis. Hij is al vele jaren bekend met Strikolith en werkt in de afbouw ook met de spuitpleister van Strikolith. Waarom het veelvuldig gebruik van de spuitpleister en het Strikotherm buitengevelisolatiesysteem? “Kijk, de kwaliteit en verwerking zijn gewoon goed. Daar heb je na aanbrengen geen problemen meer mee. Maar wat ik vooral belangrijk vind, zijn de contacten met Strikolith. Daar denken ze oplossingsgericht. Als er iets is, wordt dat direct opgelost. De communicatielijnen zijn ook heel kort. Bij dit project werd eerst aan een ander buitengevelisolatiesysteem gedacht, maar in een latere fase bleek Strikotherm toch gunstiger. Dan moet je heel snel geveldetails aanpassen. Strikolith zorgt dan heel snel voor nieuwe detailleringen. Het is heel fijn werken zo.” De portiekflats van woningcorporatie Portaal aan de Kwangodreef, Gambiadreef en Kasaidreef zijn in de jaren zestig gebouwd en bestaan uit vier woonlagen met op de begane grond wonen en garages. A3Architecten vindt dat de uitstraling van de gevel moet passen bij de omgeving. Voor de sociale huurwoningen van Portaal viel de keuze op Strikotherm Comfort met een basis van EPS.
WWW.OMNICOL.EU OP UW RENOVATIEBADKAMER GARANTIE 15 JAAR DÉ RENOVATIE SPECIALIST
11 nr. 2 April 2022 Thema Renovatiebeurs Verduurzaming rode draad in vakbeurzen Renovatie en Monument Na twee jaar afwezigheid door de corona-crisis zijn de vakbeurzen Renovatie en Monument eindelijk weer terug in de Brabanthallen in Den Bosch. Van 17 tot en met 19 mei bieden beide vakbeurzen praktische oplossingen voor de thema’s waar de renovatiemarkt en de monumentensector dagelijks mee te maken heeft. Voor de laatste sector is verduurzaming een belangrijk issue geworden. Voor de renovatiemarkt zijn meer items van belang, zoals circulariteit en bouwlogistiek, en zeker niet te vergeten: het tekort aan vakmensen. Auteur: Harmen Weijer De gekozen onderwerpen zijn niet alleen praktisch, maar ook heel actueel. Vanzelfsprekend lopen verduurzaming en energietransitie als een rode draad over de beursvloer en het programma. Ook worden ontwikkelingen op het gebied van onder meer bouwlogistiek, sloop en circulariteit, communicatie met bewoners en VvE’s en de inzet van prefab uitgediept. “Uiteraard hebben we ook oog voor de uitdagingen van woningcorporaties”, vertelt beursmanager Wendy van de Geijn van Renovatie. “Zo is een van de onderwerpen ‘slopen of renoveren’. Eerder hebben we dat al eens benaderd vanuit de financiële kant, nu komt ook de ‘zachte’ kant aan bod. Bijvoorbeeld de bewoner, die in discussie gaat of misschien wel weerstand heeft. We belichten dat vanuit zowel de corporatie als vanuit de aannemer en vanuit een intermediair die zich specifiek bezighoudt met deze kant van renovatie.” Tekort aan mensen en prefab Een actueel thema in de bouw is het tekort aan mensen. “We gaan daarom specifiek in op de rol die prefab kan spelen bij renovaties. Heel concreet zullen leveranciers aangeven wat zij hebben te bieden aan oplossingen, zoals voor binnenwanden, balkons, installaties, gevelelementen en dergelijke. We willen vooral praktische voorbeelden laten zien”, geeft Van de Geijn aan. Bouwlogistiek Behalve met prefab elementen is het tekort aan mensen deels ook op te lossen met een andere bouwlogistiek. Sander Houtebos van Wever Bouwgroep is een van de sprekers die hierop ingaat. Dit bedrijf werkt veel in de binnenstad van Amsterdam, waar medewerkers continu op zoek waren naar parkeerplaatsen. Wever Bouwgroep heeft er nu voor gekozen om de medewerkers de beschikking te geven over een bakfiets en om materialen aan te voeren met één auto die verschillende bouwplaatsen bedient. De vakmensen zijn geen tijd meer kwijt aan het zoeken naar een parkeerplaats en ze hoeven zich niet meer druk te maken over materialen. Ook wet- en regelgeving is een thema op de Renovatiebeurs. Ook hier is de benadering vooral praktisch gericht. Zo wordt ingegaan op de nieuwe ‘Standaard en streefwaarden voor woningisolatie’, maar ook op subsidieregelingen voor circulair bouwen. Monument In mei 2019 was de eerste vakbeurs Monument een waar feestje, aldus Monument-beursmanager Dedy Collette. Op dat enthousiasme rekent Collette ook nu weer. “Alle toonaangevende partijen in Nederland die zich bezighouden met kennisdeling rondom monumentenzorg zijn daarin vertegenwoordigd.” Een belangrijk thema van de beurs Monument is verduurzaming. “En dat vanuit verschillende invalshoeken. Het is een hot topic en een thema waar je niet omheen kunt in deze tijd. Met het verduurzamen van monumenten is veel winst te behalen. Tegelijk is het gebonden aan allerlei strikte wet- en regelgeving. Dat is niet zo gemakkelijk. Er is daarom veel behoefte aan het delen van kennis.” Pleinen Dat is terug te zien aan de speciale themapleinen, waarvoor ruimte is gemaakt op de beursvloer van de Brabanthallen. Zo is er een Duurzaamheidsplein, dat is ingericht door de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg ERM, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Nationaal Restauratiefonds. De gespecialiseerde aannemers van het GA-Platform verzorgen een Ambachtenplein. Hier zijn doorlopende demonstraties te zien van schilders, glazeniers, voegers, leidekkers, steenhouwers, timmerlieden en smeden. Het Neerlandsch Stucgilde, tot slot, zal laten zien hoe een restauratiestucadoor werkt. Zowel ervaren gildeleden als leerlingen van de Opleiding Meester Stucadoor zullen demonstraties verzorgen. Meer info: www.monumentenbeurs.nl en www.renovatiebeurs.nl Na twee jaar afwezigheid door de corona-crisis zijn de vakbeurzen Renovatie en Monument eindelijk weer terug in de Brabanthallen in Den Bosch. Naast vele stands is er ook deze editie weer een vol kennisprogramma. Na de eerste succesvolle editie in 2019 vindt tegelijkertijd met de vakbeurs Renovatie ook weer de vakbeurs Monument plaats.
De beste vloerisolatie met de hoogste besparing A ngen mere temper tuur thuis Ben je op zoek n r een uiterst effectieve m nier v n energie besp ren en heb je wooncomfort hoog op je wensenlijst st n? Kies d n voor comfortverbetering en een ngen mere temper tuur thuis met TONZON Vloerisol tie. Veel beg - ne grondvloeren in Nederl nd zijn niet of slecht geïsoleerd. De w rmte die de vloer n de onderk nt uitstr lt, zorgt voor een koude zone onderin de woning. De koude vloer genereert in de winter een gevoel v n optrekkende kou w rdoor mensen ongemerkt de thermost t hoger zetten. TONZON Vloerisol tie met Thermoskussens is geb seerd op ndere n tuurkundige principes en isoleert d rdoor effectiever d n ndere vloerisol ties. Bij vloeren met vloerverw rming k n de besp ring zelfs oplopen tot meer d n 40%. Goede vloerisol tie is dus de perfecte m tregel om mee te beginnen. Milieuvriendelijk Woningisolatie is goed voor het klimaat. Volgens Milieu Centraal wordt de energie om isolatiemateriaal te maken, tijdens de levensduur 40 tot 400 keer terugverdiend. Bij de Thermoskussens bedraagt deze factor maar liefst 1.000 tot 2.000 keer. Zo gering is de energie-inhoud van deze Nederlandse uitvinding. tonzon.nl +31 (0)53-433 23 91 De vloer wordt met de Thermoskussens zelfs warmer dan de luchtlaag vlak boven de vloer. Het beter isolerend effect levert een veel hogere energiebesparing. Meneer Veerkamp uit Geeste merkte al gauw verschil na het aanbrengen van TONZON. Niet alleen hij, maar ook zijn zachte huisgenoot geniet van het verbeterde wooncomfort in huis. De vloerisolatie bevalt zelfs zo goed dat de kat des huizes zijn favoriete plek heeft verruild voor de comfortabele warmte van de geïsoleerde vloer. Scan de QR-code voor meer informatie over TONZON.
13 nr. 2 April 2022 Thema Renovatiebeurs Robots geven gebruikt hout uit renovaties tweede leven In een uitgebreid, multidisciplinair onderzoeksproject van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) samen met de Amsterdamse woningcorporaties Ymere en Rochdale is de afgelopen twee jaar in drie cases studies onderzocht hoe gebruikt hout, dat vrijkomt bij woningrenovaties, een nieuw leven kan worden gegeven. Bijzonder in dit project is dat dit gebruikte hout door robots wordt gescand op de kwaliteit ervan. Daarna kunnen deze robots de houtdelen ook bewerken, zoals zagen, frezen en boren. Tijdens de Renovatiebeurs op woensdag 18 mei worden de resultaten van het project gepresenteerd. Auteur: Harmen Weijer Hoewel het gebruik van hout als duurzaam bouwmateriaal toeneemt, belandt oud hout uit bestaande gebouwen nog vaak op de brandstapel. De deelnemende bedrijven en instellingen vinden dat zonde, want hout als biobased grondstof is een waardevol bouwmateriaal in een duurzame economie. Daarom is de HvA 2 jaar geleden gestart met dit project onder de naam Circular Wood for the Neighbourhood (CW4N). Hoe kunnen we gebruikt hout slimmer benutten? Om kansen voor circulair hergebruik te laten zien, gebruiken de onderzoekers in dit project het hout dan ook het liefst voor toepassingen voor de huurders van huizen die gerenoveerd worden, vertelt projectmanager Tony Schoen van de HvA. “We hebben de duurzaamheid van hergebruik van hout in de praktijk onderzocht, om te leren welke toepassingen het verstandigste zijn. Dat doen we in samenwerking met woningcorporaties Ymere en Rochdale, die hout uit enkele van hun renovatieprojecten beschikbaar hebben gesteld. Zij willen namelijk ook weten wat er mogelijk is om dit hout opnieuw te kunnen gebruiken.” Robotica Bijzonder in dit multidisciplinaire project is dat niet alleen studenten Bouwkunde deelnemen maar ook studenten Mechatronica&Robotica en Engineering mee doen, en ook studenten van het Hout en Meubileringscollege HMC. Het project wordt geleid door de Digital Production Research Group, die een Robotlab heeft opgezet. Hier komt het gebruikte hout binnen. Robots moeten het hout efficiënter schoon kunnen maken, door eerst spijkers en andere metalen delen uit het hout te herkennen en eventueel te verwijderen. Daarna verwijderen ze verflagen en verrotte delen. “De gegevens van de ingescande houtdelen worden opgeslagen in een database, die we inzetten om nieuwe producten te kunnen maken. Daarbij gaat het bij voorkeur om nieuwe producten voor de bewoners van de te renoveren woningen zelf, zodat de corporatie nog wat aan heeft aan het gebruikte hout. Zo hebben we in een recent project een bankje van resthout gerealiseerd.” In een van de andere projecten waren enkele deuren niet meer bruikbaar, waarna deze in door robots zijn omgebouwd tot tafels. “Die kunnen weer aan de huurders worden gegeven. Dat helpt de woningcorporatie tevens om de bewustwording van circulariteit bij de huurders op een praktische manier te laten zien”, vertelt Schoen. Bij het ontwerpen en realiseren van die nieuwe producten worden eveneens robots ingezet. Dat gebeurt dus in het Robotlab dat is ingericht op de HvA-locatie aan de Amstelcampus, vertelt Schoen. “Het bijzondere is dat we hier materiaalgedreven zijn gaan ontwerpen. Dus niet zoals gebruikelijk: eerst ontwerpen en dan hout er bij zoeken om te kunnen gebruiken. In dit project draaien we het dus om. Waarbij we wel veel experimenteren dus nog niet hele productielijnen hebben opgezet.” Makers Space Dat wil overigens niet betekenen dat er alleen maar in een lab wordt gewerkt. Praktische en concrete activiteiten vinden ook plaats. Schoen: “Zo is Rochdale druk doende met een groot renovatieproject in Amsterdam Nieuw-West, waarbij gedacht wordt om dit concept in de praktijk én met de bewoners op locatie te kunnen testen. Dus kun je oude houten delen uit deze renovatie opnieuw gebruiken in ander voorwerpen? Daarvoor zou je een Makers Space op kunnen zetten. In die denkrichting zou dan ook op de locatie in Nieuw-West een robot neergezet kunnen worden, die ter plaatse nieuwe producten van het oude hout kan ontwerpen en maken, zoals wij hebben aangetoond in CW4N.” Nu dit project op zijn einde loopt, kijkt Schoen al weer verder. “In een vervolgproject na de zomer gaan we de focus verleggen naar resthout en hout met productiefouten. Dat doen we in samenwerking met twee timmerfabrieken, Timmerfabriek Visser uit Zaandam en Helwig Timmerfabriek uit Geleen. Zo weten we in elk geval dat het hout schoon is. We willen met deze timmerfabrieken een fabriekslijn ontwerpen en testen om dat hout met robots te gaan hergebruiken.” Wordt dus zeker vervolgd. Studenten van de HvA werken met de robot. Hier is het door robots gescand op kwaliteit en ontdaan van eventuele spijkers en metalen onderdelen. Tijdens een renovatieproject van Ymere is door co-maker Lenferink uit gebruikt hout ingezameld en naar het Robotlab van de Hogeschool van Amsterdam gebracht. CW4N Partners in het CW4N project zijn de woningcorporaties Ymere en Rochdale, hun co-makers Lenferink en Rutges (die de technische renovatiewerkzaamheden uitvoeren), de gemeente Amsterdam , Platform31, Metabolic, TNO , TU Delft, GP Groot en Ter Steege . Het project is mede gefinancierd door Regieorgaan SIA (programma RAAK-Publiek ).
14 nr. 2 April 2022 Thema Renovatiebeurs: Restauratie Haastrechtse Molen gaat na vier jaar weer op wind bemalen Waar een timmerman heel veel timmert en daarbij vaak wat minder hoeft te denken, daar zal een molenmaker juist heel veel denken en wat minder timmeren, zo schetst Jesse in ‘t Veld van Restauratie Werkplaats Schiedam de dagelijkse praktijk bij molenrestauraties. “Omdat het allemaal maatwerk is bij zo’n restauratie. Elke molen is anders. De Haastrechtse Molen dateert uit 1862 en is de enige ronde, stenen stellingmolen met een vijzel in Nederland die nog maalvaardig is. We restaureren de molen in opdracht van het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, zodat hij de polder weer op de windkracht kan bemalen naast elektrische aandrijving van de vijzel. Niet alleen een mooi gezicht, maar het scheelt ook in energieverbruik als in juli de molen weer in volle glorie kan draaien en malen.” Auteur: Paul Engels; Foto’s: Robert Seip, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Met een triest gevoel moest molenaar Niels Noorlander de Haastrechtse Molen in april 2018 stilzetten, omdat delen van met name de houten constructies aan vervanging toe waren. Het hout was in slechte staat. “Ik heb het in december 2018 nog even geprobeerd, maar deze molen heeft houten fokwieken en als er dan planken losraken, dan moet je de molen daadwerkelijk stilzetten. Ik kijk uit naar de zomer als de nieuwe houten wieken weer gaan draaien. Dat hoort bij het beeld van een molen hier in Nederland.” Geschiedenis van waterbeheer Ook voor de eigenaar van de molen, het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, is de werkende molen om meerdere redenen belangrijk. Hoogheemraad Martin van der Spek legt uit: “Cultureel erfgoed, zoals oude gemalen en molens, vormt een belangrijk ‘uithangbord’ van ons werk. We zorgen als waterschap voor droge voeten voor inwoners en voldoende en schoon water in de polders. In 2023 doen wij dat al 750 jaar. Het cultureel erfgoed laat de geschiedenis van waterbeheer en het bewoonbaar maken van Nederland zien. De Haastrechtse Molen is primair belangrijk voor de waterhuishouding, door het droogmalen van de polder Beneden-Haastrecht. Dankzij de stelling reikt de Haastrechtse molen met haar wieken boven de IJsseldijk uit om voldoende wind te vangen. Daarnaast toont de molen anderhalve eeuw waterhistorie. Tevens vertegenwoordigt de molen de ontwikkeling van westelijk Nederland en specifiek deze regio. Want zonder drooglegging van polders, bewoning en agrarische activiteiten was het niet tot deze mate van welvaart gekomen. Voor ons was de restauratie dan ook een must, zij het dat wij een jaar hebben gewacht voor de subsidieverstrekking van de provincie Zuid-Holland. Deze keer zaten wij bij de uitverkoren projecten en was er een subsidie van ruim € 150.000 beschikbaar. Absoluut welkom gelet op de hoeveelheid benodigde werkzaamheden aan de molen.” Rond 1983 was er een eerdere renovatie geweest en in de jaren erna is er regulier onderhoud gepleegd, maar nu bleek een nieuwe grootschalige restauratie nodig. Zo wordt het wiekenkruis vervangen en het gaande werk - de aandrijflijn met alle onderdelen die in beweging worden gezet - wordt hersteld. Daarnaast worden metselwerk en stucwerk gerepareerd en wordt het nodige geschilderd om de molen ook qua uitstraling extra ‘glans’ te geven. Elk stukje hout is bekend Molenaar Niels Noorlander: “De molen is tevens de woning voor ons gezin. Ook mijn opa, vader en ooms hebben er gewoond en gewerkt als molenaar. Ik ken inmiddels elk hoekje, elk stukje hout. EAG Monuments heeft als adviseur op basis van de status van de molen, mijn inschatting van wat goed en slecht is en de voorstellen van de adviseur molens van de Rijkdienst cultureel erfgoed een restauratieplan opgesteld, het bestek geschreven en begeleidt het werk. Dan wil je misschien hier en daar een modernisering, zoals aluminium fokwieken de extra lang meegaan, maar het gaat hier om een Rijksmonument dat volgens nauwe voorschriften moet worden gerestaureerd.” Via een aanbesteding werd het werk aan Restauratie Werkplaats Schiedam gegund. Jesse in ‘t Veld: “Wij hebben kennis van het restaureren van onder andere kerktorens, molens en gemalen en werken daarom met plezier aan deze molen waar we ook de nodige uitdagingen tegenkomen. De wieken van een molen bestaan uit twee roeden, die kruislings door de as heen zijn gestoken. Normaal gesproken trekken we die met een lange telescoopkraan ervan bovenaf uit. Maar bij de Haastrechtse Molen is weinig werkruimte en hebben wij de 25 meter lange roeden er horizontaal uit getakeld. Ook de staart van de molen is gedemonteerd. De molen wordt helemaal kaal gemaakt en het staalwerk is samen met het houtwerk naar onze werkplaats gebracht om daar te worden gerestaureerd of te worden vernieuwd. Tevens worden delen van het gaande werk daar hersteld. Vijf jaar geleden is de vijzel verlengd en is de elektromotor vernieuwd; daar hoefden wij nu niets mee te doen.” Niet te zware wieken Veel houten onderdelen worden compleet vernieuwd, zoals de fokwieken die van Accoya hout worden vervaardigd en de latten van Syberisch lariks. Jesse in ‘t Veld vervolgt: “Vroeger kozen we veelal voor tropische hardhoutsoorten vanwege de levensduur, maar nu zoeken we andere, duurzame houtsoorten die van nature of met veredelingsprocessen toch een lange levensduur hebben. En ze zijn minder zwaar dan hardhout. Je wilt namelijk niet te zware wieken, dat heeft direct effect op de belasting van alle molenonderdelen. We snapten de vraag van Niels voor aluminium fokwieken, maar dat paste in dit geval niet in de uitgangspunten van goed monumentenbehoud. We proberen ook de soms eeuwenoude houten delen die zijn gemerkt met initialen van molenaars De Haastrechtse Molen dateert uit 1862 en is de enige ronde, stenen stellingmolen met een vijzel in Nederland die nog maalvaardig is.
15 nr. 2 April 2022 of data van gebeurtenissen te behouden en te conserveren. Wel kunnen wij hier er daar houten kopdelen vervangen door epoxyvarianten, juist die delen die in weer en wind zitten. Daar zie je esthetisch niets van, maar het blijft veel langer goed. Alles is maatwerk fabricage, want houten onderdelen liggen voor een historische molen nergens op voorraad. Neem de bijzondere conische tandwielen bij deze molen, een prachtig stukje molenaarswerk. De Haastrechtse Molen is in 1862 met een opvallend hoge kwaliteit gebouwd. Dat maakt de restauratie extra uitdagend.” Dan heb je een plan van aanpak en bestek, maar er komen toch ook verrassingen tevoorschijn. Zo bleek de onderbonkelaar, die achter betimmeringen van de woning zit, in slechtere conditie dan gedacht. Ook de woonkamervloer moest bij nader inzien worden vervangen. Niels Noorlander: “Nu kun je er goed bijkomen, dus dan liever in één keer meenemen. Ik kijk ernaar uit als de molen straks weer kan draaien. Overigens draaien we 9 van de 10 keer onbelast, zonder dat we bemalen. Het is namelijk beter voor een molen als hij veel in beweging blijft en niet om de haverklap wordt stilgezet. Ja, het levert wat herrie binnen op in de woning als de molen draait, maar ik heb dat nu te lang gemist.” Energieneutraal in 2025 Martin van der Spek haakt in: “De vijzel kan natuurlijk ook elektrisch worden aangedreven. Dat is noodzakelijk, omdat er niet altijd wind is en als er dan veel regen valt, moeten we bemalen. Maar alles wat we op de wind kunnen doen, is energiezuiniger. We zetten binnen ons hoogheemraadschap grote stappen op het gebied van duurzaamheid. We hebben bijvoorbeeld duizenden zonnepanelen laten installeren, halen biogassen uit afvalslib en we onderzoeken de mogelijkheid om warmte uit restwater te halen. We willen in 2025 energieneutraal zijn. Dan helpt het dat je een elektromotor van 30 kWh niet veel meer hoeft te gebruiken.” Komende maanden worden de nieuwe delen van de wieken en staart met een historische zeilklipper vanuit Schiedam naar Gouda gevaren en met een kraan ingehangen. Voorbijgangers kunnen de molen aan de IJsseldijk daarna weer in volle glorie bewonderen. Ook bij Open Monumentendagen en Nationale Molendagen zal er veel publiek komen. Niels Noorlander: “Bij de laatste editie van de Molendagen waren er 230 bezoekers. Martin van der Spek: “Het is goed om onze inwoners te laten zien hoe wij al vele eeuwen polders drooghouden. Volgend jaar, bij ons 750-jarig jubileum, zal dat nog eens extra in de schijnwerpers worden gezet, met hulp van het mooie culturele erfgoed dat wij in het waterbeheer hebben en waar we zuinig op zijn.” Verschillen tussen poldermolens en korenmolens “Het polderpeil ligt op –2,35 ANP en de IJssel ligt op + 0,60 ANP, dus wij malen het ongeveer drie meter omhoog,” legt Niels Noorlander uit. “Er zijn poldermolens met schepraderen, maar die kunnen hooguit 1,75 meter omhoog malen. Vandaar de vijzelmolen op deze plek, waar vroeger wel 5 à 6 van deze molens in gebruik waren langs dit deel van de Hollandsche IJssel. Ik probeer het waterpeil binnen 8 cm fluctuatie te houden. De molen kan 4 cm per dag bemalen, dus als er veel regen komt, ga ik al voormalen. Het luistert tegenwoordig nauw met alle eisen en wensen van de partijen en dan heb je ook nog hevige regenperioden.” Niels Noorlander heeft net als Jesse in ’t Veld de opleiding vrijwillige molenaar doorlopen. Sinds kort is het molenaarsambacht ingeschreven op de Lijst Immaterieel Erfgoed van UNESCO. Jesse in ‘t Veld: “Het gaat om werelderfgoed. Daarom is het heel belangrijk dat we deze molen op en top restaureren. Juist omdat het een unieke poldermolen betreft. Poldermolens zijn vaak behoorlijk imposant van statuur, omdat het polderbestuur en waterschap hun werk wilden ‘showen’. Korenmolens waren en zijn meestal particulier bezit en die zijn doorgaans wat zuiniger gebouwd. Maar elke historische molen verdient een – liefst werkende – plek in ons landschap.” Het metselwerk en stucwerk wordt gerepareerd en tevens wordt het nodige geschilderd om de molen ook qua uitstraling extra ‘glans’ te geven. Daarbij is de molen in de ‘folie’ geplaatst. De wieken en de roeden van de molen zijn weggehaald. Komende maanden worden de nieuwe delen van de wieken en staart met een historische zeilklipper vanuit Schiedam naar Gouda gevaren en met een kraan ingehangen. Ook de werkzaamheden aan de zogeheten baard van de molen, oftewel de kap, is inmiddels begonnen. Hoogheemraad Martin van der Spek, molenaar Niels Noorlander en Jesse in ’t Veld van Restauratie Werkplaats Schiedam op gerestaureerde molen.
www.renovatietotaal.nlRkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=