RenovatieTotaal 2 - 2022

6 nr. 2 April 2022 Actueel Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten opengesteld Ook in 2022 heeft de provincie Zeeland een budget beschikbaar voor de restauratie van bepaalde categorieën rijksmonumenten in deze provincie. Het gaat om grote restauraties van bijvoorbeeld om kerkgebouwen, molens, stadhuizen en fabrieken. Het gaat nadrukkelijk niet om woonhuizen en ook niet om groene of archeologische monumenten. De subsidie bedraagt maximaal zeventig procent van de subsidiabele restauratiekosten, met een maximum van € 750.000. In totaal is er een bedrag van ruim € 1,8 miljoen beschikbaar. Aanvragen voor subsidies voor restauraties van rijksmonumenten kunnen worden ingediend via het digitale aanvraagformulier op www.zeeland.nl. Hier is ook meer informatie te vinden over de subsidieregeling. Zo moet er er onder meer sprake zijn van een goede (her)bestemming van het monument. Vorig jaar verstrekte de provincie bijna 1,8 miljoen euro voor de restauratie van rijksmonumenten. Dat geldt ging toen naar vijf restauratieprojecten: Grote of Maria Magdalenakerk in Goes, Het Vollebregtorgel in de Opstandingskerk te Wissenkerke, de toren van de Geerteskerk in Kloetinge, het kerkgebouw van de Hervormde Kerk in Stavenisse en boerderij Grote Muiterij in Sint Maartensdijk. Monumenten zijn een belangrijk onderdeel van het Zeeuws erfgoed. De Provincie wil dit erfgoed niet alleen behouden, maar vindt het ook belangrijk dat een breed publiek ervan kan genieten. 100 monumenten leeg Het Zeeuwse erfgoed staat er in vergelijking met andere provincies niet goed voor. Ruim 100 monumenten (niet-woonhuizen) staan leeg of zijn er slecht aan toe. Dat wil de provincie veranderen. De komende jaren wil ze zich inzetten om kwetsbare monumenten (religieus erfgoed, agrarisch erfgoed en industrieel erfgoed) een nieuwe functie te geven. Om dat proces kracht bij te zetten, is een ‘loods herbestemming monumenten’ aangesteld. Deze gaat eigenaren en initiatiefnemers ondersteunen bij hun project. Energielabel C nog lang niet voor alle kantoren in zicht Kantoorgebouwen moet per 1 januari 2023 minimaal energielabel C hebben. Steeds meer kantoren voldoen hier al aan, maar een heel deel nog niet. Op dit moment heeft naar schatting 44% van de label-C-plichtige kantoren label C of beter. Met nog ongeveer een jaar te gaan, moet er zeker nog het nodige gebeuren. Kantoorgebouwen die niet op 1 januari 2023 aan de verplichting voldoen, mogen volgens de wet niet meer als kantoor gebruikt worden. RVO schat dat ongeveer 65.000 kantoren moeten voldoen aan de label-Cverplichting. Dit raamt RVO op basis van verschillende registraties. Niet alle kantoren vallen onder de label C-verplichting. Kleine kantoren vallen er bijvoorbeeld niet onder. Op basis van de nieuwste cijfers blijkt dat per 1 januari 2022 inmiddels 44% van de label-C-plichtige kantoren een groen energielabel (C of beter) heeft. Het aantal kantoren met label C of beter is in de afgelopen jaren steeds verder toegenomen. Rood energielabel De andere 56% voldoet nog niet aan de label-C-verplichting. Voor 12% staat er een rood energielabel geregistreerd (D of slechter). Voor de resterende 44% is nog geen energielabel geregistreerd. Gebeurt dit wel, dan schat het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB, april 2021) dat ongeveer 30% hiervan een groen label krijgt. Er is dit jaar dus nog genoeg te doen voor kantooreigenaren en gebruikers. Zij moeten maatregelen nemen om hun kantoorgebouw geschikt te maken voor een groen label. Daarna moeten zij ook het energielabel laten registreren. Meer hergebruik van metaal in bouw kan CO2-emissie verder verlagen De bouw kan sneller verduurzamen en circulair worden als metaal niet langer wordt gerecycled maar hergebruikt. De inzet van 75% hergebruikt staal bijvoorbeeld kan de CO2-emissie met circa 50% verlagen. Henk Reijnders voorzitter van het Ketenoverleg Duurzame Metaalbouw: “Om staal opnieuw te gebruiken moet het gekeurd worden met een CE keurmerk. Maar dat is te complex en moet simpeler. Het hergebruik van metaalproducten zoals stalen balken, buizen en gevelpanelen kan dan verder omhoog”. Het KDM is het platform voor overleg, samenwerking en projectuitvoering op het gebied van staal en metaal in de bouwketen, waarbij FME als deelnemer is aangesloten. De visie van het KDM is dat metalen een goede bijdrage kunnen leveren aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving en circulariteit. Het KDM richt zich op drie soorten projecten: duurzaamheid, brandveiligheid en adaptiviteit. Als gebouwen eenvoudiger een tweede of derde functie kunnen krijgen hoeven ze niet gesloopt te worden. Henk Reijnders: “Circulair bouwen is een uitdaging. Het vraagt om anders werken, niet slopen maar demonteren, anders produceren en zelfs ontwerpen. Bedrijven kunnen dat niet alleen, maar we moeten gaan samenwerken in ketens”. Nationale Milieudatabase Het KDM wil dat besluiten worden genomen op basis van goede data en rekenmethoden. Het KDM is daarom een groot voorstander van het gebruik van de Nationale Milieudatabase en het toepassen van uniforme rekenregels om de milieuprestatie van alle materialen in gebouwen te bepalen. De recyclingpercentages van metalen liggen met scores van 90-95% al zeer hoog zeker in de bouw. Om hoger op de R-ladder van PBL te komen moet de focus van de R van recycling naar de R van Reuse. Uit de ‘Analyse CO2impact staal in de bouw’ van advies- en ingenieursbureau LBP|SIGHT blijkt dat 50% CO2 bespaard worden als het hergebruik van staal toeneemt naar 75%.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=