RenovatieTotaal 2 - 2022

(infotorial) “IsoSill is geboren uit een praktisch probleem, namelijk het zware gewicht van traditionele raamdorpels”, zegt de directeur-eigenaar van Raamdorpelelementen B.V. “Deze worden van oudsher op de stenen van de gemetselde buitengevel bevestigd en die stenen buitenmuur heeft voldoende draagkracht. Maar met de opkomst van steeds dikkere buitenisolatie in combinatie met dunne steenstrips en gestucte gevels, verdween die stabiele basis steeds vaker.” Koudebrug Om de raamdorpels toch goed in die gevels te kunnen verankeren, worden hoekijzers gebruikt waarmee de raamdorpels aan de betonnen of houten binnengevel worden bevestigd. “Die ijzeren beugels worden net onder het raam geplaatst. Nadeel daarvan is dat er een koudebrug ontstaat en de isolatieprestatie van de gevel nadelig wordt beïnvloed. Terwijl er juist steeds meer waarde wordt gehecht aan een goed geïsoleerde buitengevel.” Voor de raamdorpelspecialist aanleiding om te zoeken naar een alternatieve, lichtere variant. “Zo hebben we drie jaar geleden al eens geprobeerd om de natuurstenen en keramische raamdorpels een stuk dunner te maken. Dat had echter te veel gevolgen voor de sterkte en de kwetsbaarheid van die raamdorpels.” EPS De basis voor de innovatieve IsoSill vindt Tenbült uiteindelijk in EPS. “Materiaal met een hoge isolatiewaarde. Omhuld met een laag van drie millimeter glasvezelversterkt kunststof produceren we een lichte, maar zeer sterke raamdorpel. Een geïsoleerde raamdorpel zelfs, die actief bijdraagt aan het isolatieniveau van de gevel.” Een eigenschap die Raamdorpelelementen ook bewust laat terugkomen in de naam IsoSill. “Een combinatie van isolatie en windowsill, Engels voor raamdorpel. Een revolutionaire noviteit in een productcategorie die de afgelopen 40 jaar amper verandering heeft doorgemaakt.” Circulair Behalve licht van gewicht zijn IsoSill raamdorpels ook circulair. “De glasvezelversterkte kunststoffen zijn tot 80 procent van gerecycled materiaal. Dat maakt de raamdorpels in meerdere opzichten een duurzaam en zeer interessant alternatief voor de raamdorpels van beton, natuursteen, keramiek en composiet.” Op lengte afgekort IsoSill raamdorpels kunnen op lengte afgekort en met eindschotjes afgewerkt worden. Tenbült: “We hebben nu één model van 16cm met een spekbandvariant, maar er volgen snel meer maatvoeringen.” Geïsoleerde raamdorpel is doorbraak in gevelbouw In een door de jaren heen continu veranderende bouw bleef één gevelelement lange tijd onveranderd: de raamdorpel. Daarin zorgt Raamdorpelelementen nu voor een revolutionaire verandering met de innovatieve IsoSill. Deze geïsoleerde raamdorpel van glasvezelversterkt kunststof met een EPS-kern, betekent volgens bedenker en ontwikkelaar Bart Tenbült het einde van koudebruggen in de gevel. Informatie: www.raamdorpel.nl Goed gebruik van warmtebeeldcamera’s vraagt om opleiding en training Steeds meer bouwprofessionals gebruiken warmtebeeldcamera’s om onder andere koudebruggen te detecteren of om te zien waar leidingen in vloeren lopen. Maar zo makkelijk als het gebruik van deze camera’s op het eerste oog lijkt, is het in de praktijk niet. Opleiding en training in het juiste gebruik hiervan is dan ook geen overbodige luxe, vertelt Ron van Sambeek van Sensor BV. Informatie: www.warmtebeeldcamera.nl De Flir warmtebeeldcamera’s, die Sensor BV levert, worden veelvuldig gebruikt door installateurs, lekkage-inspecteurs, makelaars en energieadviseurs. “Belangrijk om te weten is dat deze camera’s geen temperatuur meten, maar straling. We noemen ze dan ook niet voor niets warmtebeeldcamera’s, want ze meten de straling van de warmte en dat wordt omgezet naar een temperatuurwaarde. Ze geven dus een warmtebeeld.” Dat betekent ook dat sommige objecten minder goed doorkomen op een warmtebeeldcamera, legt Van Sambeek uit. “Dan moet je denken aan glimmende objecten, zoals aluminium kozijnen of rvs-radiatoren. Want alles wat glimt kan slecht temperatuur stralen waardoor het niet juist kan worden weergegeven op een warmtebeeldcamera. Ook als je leidingen onder een gladde, glimmende vloer zou willen detecteren, dan kan het zo maar zijn dat je de warmte van een lamp erboven wel ziet. Dan krijg je dus niet het juiste beeld, maar een reflectie. Die kun je leren herkennen door trucs, zoals het heen en weer bewegen van de camera. Een reflectie beweegt mee, een hot spot niet. Het meest ideale is als het object mat is, of mat wordt gemaakt, bijvoorbeeld door het mat te schilderen of gebruik te maken van kalkpoeder. En dit heeft niets te maken met kleur, zoals vaak wordt gedacht met zwart en wit. Sterker nog: ik heb liever een mat wit object dan een glimmend zwart voorwerp.” Nog zo’n valkuil maar dan voor buiten, is dat gebruikers van warmtebeeldcamera’s te weinig rekeninghouden met weersinvloeden, zoals zon en regen. “Veel mensen weten niet dat als de zon weg is, buitenmuren de zonnewarmte lang vasthouden. Dan kun je geen realistische meting doen. Het meest ideale moment om te gaan meten is vlak voor zonsopkomst. En niet in de regen, want dat koelt de buitenmuren juist weer af.” Al met al is een goede opleiding en training in het gebruik van warmtebeeldcamera’s meer dan nuttig. “Daarnaast bieden we een ook eigen kalibratie-service aan. Doordat we dat zelf doen, zijn we daar circa 2 dagen mee bezig, exclusief transport heen en weer. Dat is korter en goedkoper dan als we dit door externen laten doen. Die 2 dagen hebben we onder andere nodig om de camera en kalibratie-apparatuur te acclimatiseren en op de juiste temperatuur te brengen”, aldus Van Sambeek. Meer informatie en uitleg geeft Sensor BV op de Renovatiebeurs in Den Bosch, standnr. C035 in Hal 6

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=