RenovatieTotaal 3 - 2022

43 nr. 3 Juni 2022 Ron de Hoon van Kuijpers haakt in: “Voor het kantoordeel konden wij aan de binnenzijde het gebouw extra isoleren; zo’n extra pakket mocht echter niet in de stijlkamers. Tussen de verdiepingen en de zolder is ook extra isolatie aangebracht. Tevens zijn nieuwe kozijnen met isolatieglas geplaatst. Zo is het grootste deel van de gebouwschil energetisch sterk verbeterd. Voor het kantoordeel is een vertrouwde oplossing gekozen met klimaatplafonds. Daar konden wij de kanalen en leidingen in een zone tegen het plafond situeren. Dat kon ook in de gangen met de gemetselde boogconstructies. Overigens is de luchtbehandeling zoveel mogelijk verticaal verdeeld in allerlei schachtopties – tot en met het gebruik van oude liften - en zo min mogelijk horizontale meters aangelegd. De verse lucht wordt aan één zijde op het dak via omgebouwde dakkapellen aangezogen, waarna het naar het souterrain wordt geleid. Daar wordt de lucht geconditioneerd en naar alle plekken in het gebouw geleid en afgezogen om vervolgens aan de andere kant van het dak, eveneens in omgebouwde dakkapellen, te worden uitgeblazen. De volumes van de luchtbehandeling worden per ruimte geregeld via zowel temperatuur- als aanwezigheids/CO2-sturing om het energieverbruik te beperken. Voor de toiletten is een aparte afzuiging en luchtbehandeling met warmteterugwinning op zolder geïnstalleerd.” Comfort dateert uit 1917 Waar het kantoordeel volledig is gestript en opnieuw is opgebouwd, daar zijn de monumentale stijlkamers en trappenhuizen op waarde gerestaureerd en op het oog gevrijwaard van nieuwe installatietechniek. Matthijs Gerds: “Al bij de bouw in 1917 werd in het pand mechanische ventilatie opgenomen. Heel bijzonder dat het comfort en binnenklimaat toen al zoveel aandacht kregen. Die ambitie is er nu na ruim een eeuw nog steeds. De aanwezige oude ventilatieroosters zijn vervangen door nieuwe doch authentiek ogende versies. Achter de betimmeringen onder de raamkozijnen zijn ventilatorconvectoren voor koeling en verwarming geïnstalleerd. Opvallend is dat we ook de speakers van het ontruimingssysteem daar een plek hebben kunnen geven.” De ingeblazen lucht wordt op diverse plekken via aanwezige schouwen afgezogen. De messing sprinklerkoppen passen tijdloos in het interieur. In plaats van duidelijk zichtbare rookmelders is gekozen voor een aspiratiedetectie-systeem, waarbij de afgezogen lucht wordt gedetecteerd op aanwezigheid van rook. De elektraschakelaars zijn qua uitvoering en kleur uitgekozen om niet te detoneren in deze omgeving. De nieuwe ledverlichting voegt extra cachet toe aan deze stijlkamers. Bij de monumentale trappenhuizen zijn aanwezige lichtbronnen omgebouwd naar led. Nieuwe ledenradiatoren zorgen daar voor verwarming. Hoge ambitie duurzaamheid Gerds: “We streven naar maximale verduurzaming met behulp van geavanceerde installatietechniek. Je kunt gaan experimenteren, maar het was al een enorme uitdaging om de nieuwe techniek in zo’n monument in te passen. We hebben ook gekeken naar hergebruik van gesloopte bouwmaterialen, maar je zit direct met de vraag van de levensduur en garantie. De ambitie voor duurzaamheid hebben wij op alle mogelijke manier hooggehouden. Dat is gelukt. Het lukt eveneens om kilometers kabels, leidingen en kanalen netjes in zo’n monumentaal gebouw in te passen. Neem alleen al de datavoorzieningen; veel is draadloos, maar voor de bedrijfszekerheid is er een uitgebreide bekabeling aangebracht. Daarbij is alles van tevoren integraal ontworpen, van de positie van elektra-aansluitingen in de vloeren tot het leidingverloop van de installatietechniek. De bouwwerkzaamheden waren in volle gang toen wij als ABT eind 2019 gevraagd werden voor een rol in het uitvoeringsproces. Gaande het uitvoeringsproces instappen maakte het extra complex, want je komt vervolgens duizenden vragen tegen op het spanningsvlak tussen ontwerp en uitvoering. Die hebben wij in overleg met alle partijen kunnen oplossen.” Kortom: integraliteit met ‘V-power’. Herstel en vernieuwing hand in hand Het C30-gebouw is een Rijksmonument van ruim 38.000 m² BVO. Het oorspronkelijke gebouw is in 1917 in gebruik genomen, de uitbreidingen volgden in 1928 en 1929. De monumentale waarden betreffen het gehele exterieur, het hoofdtrappenhuis en de historische kamers op de eerste verdieping. Matthijs Gerds: “Renovatieaannemer Burgy Bouwbedrijf heeft gekeken welke zaken te herstellen waren en wat echt moest worden vernieuwd. Dit in goed overleg met opdrachtgever Shell, ABT en Kuijpers.” Andere projectpartners zijn IKAS (veiligheid) Bureau Polderman (monument), DGMR (bouwfysica), IF technology (WKO), De Prouw (constructie), Pelli Clarke & Partners (interieur), PBT (toegankelijkheid) en PosadMaxwan (landschap). Voor het kantoordeel is een vertrouwde oplossing gekozen met klimaatplafonds. Daar konden de kanalen en leidingen in een zone tegen het plafond situeren. Dat kon ook in de gangen met de gemetselde boogconstructies. De messing sprinklerkoppen passen tijdloos in het interieur. In de monumentale stijlkamers zijn bijzondere oplossingen voor klimaattechniek en luchtafzuiging gerealiseerd. Zo zijn achter de betimmeringen onder de raamkozijnen ventilatorconvectoren voor koeling en verwarming geïnstalleerd. En vindt er luchtafzuiging plaats via de oude schouwen. Bij de monumentale trappenhuizen en gangen zijn aanwezige lichtbronnen omgebouwd naar led. De verse lucht wordt aan één zijde op het dak via omgebouwde dakkapellen aangezogen, waarna het naar het souterrain wordt geleid. Daar wordt de lucht geconditioneerd en naar alle plekken in het gebouw geleid en afgezogen om vervolgens aan de andere kant van het dak, eveneens in omgebouwde dakkapellen, te worden uitgeblazen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=