RenovatieTotaal 7 - 2022

33 nr. 7 December 2022 Bouwhistorie Historische bouwtechniek en zichtbare bouwsporen(2) De afwerking van het oppervlak van oude houten onderdelen valt niet altijd direct te zien. Met name in kappen, met weinig licht. Om meer te zien van de wijze waarop houten onderdelen in het verleden zijn bewerkt, kan gebruik worden gemaakt van strijklicht. Dat is eenvoudig te realiseren door met een goede zaklamp in de lengterichting van het onderdeel vlak langs het oppervlak te schijnen. Dan zie je vaak dingen waar je in eerste instantie mogelijk aan voorbij zou gaan. Deze aflevering gaat over enkele sporen in hout die ontstaan door gereedschap bij het bewerken van een stam tot balkhout. Auteur en foto’s: Willard van Reenen, bouwhistoricus en docent De bewerkingen die het hout kan ondergaan, kunnen grofweg in vier verschillende vormen worden onderscheiden. 1.) Het verdelen van hout. Denk hierbij aan het kantrechten, kloven, splijten en zagen van hout. 2.) Het aanbrengen van gaten. Denk hierbij aan het inhakken of boren van gaten voor pen- en gatverbindingen. 3.) Het bewerken van het oppervlak. Denk hierbij aan het schaven, schuren en het aanbrengen van profileringen. 4.) Het samenvoegen van onderdelen. Denk hierbij aan het opsluiten, spijkeren en verlijmen van onderdelen. Haksporen Na het vellen van een boom worden de takken afgehakt. Daarna wordt bekeken wat de meest gunstigste lengte is om er een balk uit te halen. Aan beide zijden wordt de stam met een trekzaag haaks afgezaagd. Op het kopse hout van het kopeind (het einde naar de kruin van de boom) wordt een vierkant afgetekend. Dit gebeurt zodanig dat de schors er net afvalt en er zo weinig mogelijk spinthout binnen het vierkant aanwezig is. Aan het andere einde wordt een vierkant van dezelfde grootte afgetekend, met het hart van de boom in het midden. De stam wordt neergelegd op twee zaagbokken en vastgezet met gesmede haken of kettingen. Met een smetdraad worden in het verlengde van het afgetekende vierkant op de stam vier rechte slaglijnen aangebracht. Vervolgens wordt aan één zijde van de stam met een kerf- of beslagbijl langs de slaglijn met een onderlinge afstand van ca. 30 cm een reeks kepen gehakt, haaks op de lengteas van de stam en net niet tot aan het toekomstige zijvlak van de balk. Na dit kerven wordt met de beslagbijl langs de slaglijn, van kerf naar kerf, zo goed mogelijk een ruwe zijde van de te maken balk gekapt. Deze handeling wordt dan voor alle vier zijden herhaald en wordt het ‘beslaan’ van de stam genoemd. Men hakte achteruitlopend van kerf naar kerf naar het uiteinde van de stam. Hierdoor krijgt het balkhout een karakteristiek oppervlak met haksporen. Vervolgens kan men de behakte balk verder kantrechten met een kantbijl. Indien gewenst, kan de beslagen en gekantrechte balk nog vlakker worden gemaakt met een gewone dissel. Hak- en zaagsporen Tijdens bouwhistorisch onderzoek kom je balkhout tegen met zowel gekantrechte als gezaagde zijden. Het betreft hier dan gekantrecht balkhout dat nadien nog een keer doormidden is gezaagd. Variaties in balkhout Afhankelijk van de toepassing, was het lang niet altijd nodig de boomstam over de gehele lengte volledig te kantrechten. Dan liet men delen van de ronde stam staan. Er ging dan minder hout verloren. Er wordt onderscheid gemaakt in boskant, wankant en meskant beslagen of gezaagd balkhout. Boskant wil zeggen dat 1/4 - 1/3 van de balklengte nog volledig rond is. Wankant houdt in dat de balk nergens geheel rond is en nergens geheel recht. Meskant betekent over de volledige lengte overal rechte zijden. Soms liet men het worteleind aan de stam zitten en werd dat deel bewerkt tot een ‘vast sleutelstuk’ bij de oplegging in de muur. In oude houtconstructies komen allerlei variaties voor van bewerkt hout. Rondhout, bos-, wan- en meskant beslagen of gezaagd hout, maar ook kromgegroeid hout. Voorbeeld van beslagen hout waarin de karakteristieke haksporen zichtbaar zijn. Dezelfde balk als op de vorige foto, maar dan de andere zijde, die een gezaagd oppervlak heeft. De vier stadia van het beslaan van een stam tot balkhout. 1. Aanbrengen van slaglijnen. 2. Aanbrengen van een reeks met kerven. 3. Beslaan van de stam met een beslagbijl. 4. Het kantrechten met een kantbijl. Herkomst afbeelding onbekend.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=