RenovatieTotaal 3 - 2022

35 nr. 3 Juni 2022 Bouwhistorie Hoe functioneert een plattegrond? Een belangrijke vraag bij bouwhistorisch onderzoek is wat de bouw- en gebruiksgeschiedenis is van het te onderzoeken gebouw. Gaat het om een gebouw zonder historische gelaagdheid en staat het er nog bij zoals het ooit is gebouwd? Of heeft het gebouw meerdere historische lagen doordat het is verbouwd, uitgebreid en gemoderniseerd? Onderdeel van het onderzoek is hoe de plattegrond heeft gefunctioneerd. Waar bevonden zich de verschillende functies van bijvoorbeeld het woonhuis? Of wat was de logistieke route binnen een fabriekscomplex? Auteur en foto’s: Willard van Reenen, bouwhistoricus en docent Veel historische binnensteden kennen karakteristieke woonhuisplattegronden op smalle percelen. Door de smalle percelen ontstonden smalle en diepe woonhuizen met vaak een onderverdeling in voorhuis, tussenlid/gang met open binnenplaats en een achterhuis. In later tijd werden door vermogende eigenaren vaak meerdere smalle panden samengevoegd tot één groot woonhuis. Wanneer dat gebeurde, werd veelal de voorgevel van de panden vervangen door één brede lijstgevel en werd deze naar de mode van de tijd vormgegeven. Denk hierbij vooral aan de 18e eeuw, waarin nieuwe brede gevels werden opgetrokken in een zogenaamde Lodewijkstijl. De structuur van de beide samengevoegde panden werd achter de nieuwe gevel niet zelden gehandhaafd en aangepast aan de gewenste nieuwe situatie. Belangrijk dus om te realiseren dat bij brede lijstgevels in binnensteden vaak delen van oude structuren schuil gaan. Gidsen De oorspronkelijke woonhuisplattegrond is lang niet altijd meer aanwezig. Doordat op de begane grond winkels kwamen en soms de gehele begane grond werd ingenomen, verdween de oorspronkelijke begane grondstructuur. Wanneer echter boven verlaagde plafonds gekeken wordt, vind je nog vaak bouwsporen in de verdiepingsvloer die zicht geven op de oorspronkelijke plattegrondstructuur en hoe de plattegrond in het verleden heeft gefunctioneerd. Belangrijke gidsen hiervoor zijn bouwsporen van schouwen en trappen, die structuurbepalende elementen in de plattegrond waren. Plattegrond fabriekscomplex Ook bij onderzoek van industrieel erfgoed is het belangrijk te onderzoeken hoe de plattegrond van de fabriek heeft gefunctioneerd. Dit heeft een relatie met het fabrieksproces. Bij fabriekscomplexen zijn er twee uitersten. Soms kom je fabrieken tegen, en dat zijn dan vaak jonge monumenten, die geen historische gelaagdheid kennen en nog gaaf aanwezig zijn zoals ze ooit zijn gebouwd. Dit soort fabrieken hebben nauwelijks of geen groei doorgemaakt. Ook zijn er fabriekscomplexen die een grote historische gelaagdheid hebben vanwege schaalvergroting en technische ontwikkelingen. Het gaat dan veelal om fabriekscomplexen die eind 19e en begin 20e eeuw zijn ontstaan en door schaalvergroting sterk gegroeid zijn en soms zelf uitgroeiden tot een groot internationaal bedrijf. Er ontstaat dan een grote historisch gelaagdheid met veel bouwfasering. Het zijn organisch gegroeide complexen waarbij de plattegrond in relatie tot het functioneren van de fabriek en logistieke structuur niet altijd de meest ideale is. Plattegrond kerkgebouwen Zo is het ook met bouwhistorisch onderzoek naar kerkgebouwen. Dan is het belangrijk om iets van kerkhistorische achtergronden te kennen om te begrijpen hoe de verschillende kerkinterieurs in elkaar steken. Het is dan nodig om (enige) kennis te hebben van de kerkgeschiedenis. Een plattegrond van een kerk die als protestantse kerk is gebouwd, functioneert anders en zit anders in elkaar dan die van een rooms katholieke kerk, om maar een voorbeeld te noemen. Plattegrond relatie met tijd en/of bouwstijl Zoals hierboven al is gebleken, hebben plattegronden een relatie met de functie van het gebouw. Maar er valt nog meer van te zeggen. De wijze waarop plattegronden zijn ontworpen, hebben ook een relatie met de tijd en de bouwstijl waarin het gebouw is ontworpen. In het (neo) classicisme worden symmetrische plattegronden toegepast. Ook in de sacrale bouwkunst speelt symmetrie een grote rol, maar ook de oriëntatie is hierbij cruciaal. Vanouds werden kerken met het koor gericht op het oosten. In het koor stond het altaar en daar vonden de kerkelijke handelingen plaats. Plattegronden ten tijde van het Rationalisme werden door bijvoorbeeld architect H.P. Berlage ontworpen met behulp van een raster. Hierbij stonden goed doordachte plattegronden voorop, daarna kwam de constructie en daarna (pas) de omhulling. Wanneer goeddoordachte plattegronden voorop staan, speelt symmetrie in de gevels een ondergeschikte rol. Het ontwerpen met behulp van een raster is door de Fransman Jean-Nicolas-Louis Durand (17601834) bedacht. Hij was docent en bedacht een modulair systeem dat gebaseerd is op een rasterwerk; een rationele manier van ontwerpen. Hij heeft grote invloed gehad op latere architecten, onder andere op Berlage. Herbestemming De structuur van de plattegrond zegt veel over de wijze waarop het gebouw functioneerde. Belangrijk bij het herbestemmen van monumenten is dan ook om de oude plattegrondstructuur zoveel mogelijk intact te laten en daarmee het functioneren van het gebouw afleesbaar te houden. Een willekeurig voorbeeld in Leiden. Het is goed mogelijk dat achter de brede lijstgevels nog oudere structuren van meerdere oude panden schuil gaat. Een pand ontworpen door architect H.A. Reus. Hij is beïnvloed door het Rationalisme van Berlage en zijn ontwerpen uit die tijd kenmerken zich door goeddoordachte plattegronden. Een voorbeeld waarbij het niet-monumentale plafond is verwijderd. Op de foto is een raveling in de vloer zichtbaar, als gids waar vroeger een schouw heeft gestaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=