RenovatieTotaal 1 - 2022

11 nr. 1 Februari 2022 Indicator voor circulair onderhoud ontwikkeld OnderhoudNL hee samen met W/E-adviseurs een indicator ontwikkeld, waarmee de markt de onderhoudsaanpak van bestaand vastgoed meetbaar kan maken en kan optimaliseren op het gebied CO2-belasting en circulariteit. Deze indicator is MKI-Onderhoud (Milieu Kosten Indicator). Onderhoudsbedrijven die een volgende stap richting het circulair renoveren van een (huur)woning willen maken, kunnen alvast aan de slag met een eerste rekentool die is ontwikkeld voor renovaties van platte daken. Voor de verduurzaming van de woningvoorraad beseffen steeds meer corporaties dat in de bestaande bouw veel grotere slagen te maken zijn dan in de nieuwbouw. OnderhoudNL Totaal heeft, met ondersteuning van TKI Urban Energy, W/E adviseurs opdracht gegeven MKI Onderhoud te ontwikkelen. De indicator is gemaakt voor en door onderhoudsbedrijven en corporaties om de integrale milieu-impact van ingrepen in de bestaande bouw te kunnen berekenen. Nu de indicator er is, wil OnderhoudNL graag met elkaar praktijkervaring op doen om de toepassing van MKI Onderhoud te stimuleren. Onderdeel van RGS MKI Onderhoud maakt onderdeel uit van de KiB-systematiek (Kwaliteit in Balans): het afwegingskader voor het ontwikkelen van resultaatgerichte onderhoudsaanpakken. Vanuit de methodiek is een prototype van een rekentool in Excel ontwikkeld, die oorspronkelijk is bedoeld om te toetsen of de nieuwe indicator goed werkt. Daardoor bevat de tool nu alleen nog enkele varianten voor onderhoud aan platte daken. Het prototype heeft aangetoond dat MKI Onderhoud werkt. Nu wil OnderhoudNL het prototype gaan uitbreiden met andere bouwdelen, zoals gevelelementen of kozijnen. Dan is de tool breder toepasbaar en kan deze worden gebruikt om met ketenpartners in gesprek te gaan over welke keuzes u maakt bij de onderhoudsaanpak. De methode en tool zijn gebaseerd op de methodiek voor de nieuwbouw Milieuprestatie Gebouwen uit het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (voorheen Bouwbesluit), de Nationale Milieu Database (NMD) en landelijk beleid voor het meetbaar maken van circulariteit. Thema: Onderhoud & Schilderwerk Viruswerende verf stap dichterbij Onderzoekers van de Universiteit Utrecht werken aan nieuwe verf, die met behulp van toegevoegde bestanddelen virussen kapot kan maken. Dat kan van groot belang zijn de bestrijding van corona- en andere virussen. Hoogleraar Bert Weckhuysen (Faculteit Bètawetenschappen) vertelt over de eerste belo evolle onderzoeksresultaten. De keuze bij het verfschap van de gemiddelde bouwmarkt lijkt al bijna eindeloos. Toch biedt verf volgens Weckhuysen nu vaak enkel een beschermlaag aan de muren of het hout. Om extra functies aan de verf toe te voegen, pogen onderzoekers van de Universiteit Utrecht materiaal in de verf te verwerken dat ervoor zorgt dat virus- of bacteriëndeeltjes worden afgebroken. De virusdeeltjes die binnenshuis rondvliegen, landen op de verf. De extra bestanddelen in de verf zullen ervoor zorgen dat die virusdeeltjes vervolgens afbreken, aldus Weckhuysen. Eerste beloftevolle stappen In samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Utrecht zijn de eerste beloftevolle stappen in het onderzoek volgens Weckhuysen gezet: “We hebben de nieuwe verf getest door de toegevoegde bestanddelen te laten reageren met de virusdeeltjes en zijn nagegaan of ze in staat zijn om covid-deeltjes af te breken. Deze toegevoegde bestanddelen bestaan uit zogeheten fotokatalytische deeltjes, waarbij (kunstmatig) licht een cruciale rol speelt: Mensen moeten ervoor zorgen dat ze hun ruimtes voorzien met lampen die op de verf schijnen, want als het donker is, werkt het niet. Je hebt dus geen zonlicht nodig, maar wel zichtbaar licht dat kleur geeft.” In een eerder artikel van NEMO Kennislink stelde mede-onderzoeker Eline Hutter onlangs dat de keuze voor verf die reageert op kunstmatig licht, onder andere is ingegeven door de mogelijke gezondheidsrisico’s van titaniumdioxide dat vaak is verwerkt in verven die reageren op uv-licht. De verf die wordt ontwikkeld door de Universiteit Utrecht is dan ook nieuw in zijn soort: “Dat zorgt ervoor dat de ontwikkeling langer duurt dan als je simpelweg iets toevoegt aan bestaande verf, maar we hopen zo wel betere controle te hebben over het totale mengsel en wat het allemaal doet,” aldus Hutter. Gedeactiveerd virus Nu de eerste resultaten op covid19-deeltjes en e-colibacteriën bekend zijn, is het volgens Weckhuysen zaak om de stabiliteit van de verf te onderzoeken. “De fotokatalytische deeltjes die we toevoegen moeten er niet voor zorgen dat de verf kapotgaat. Het kan niet zijn dat je elke keer na een paar weken opnieuw moet gaan schilderen,” vertelt Weckhuysen. Door in een kleine kamer verschillende lampen op de verf te richten, willen de onderzoekers daarom nagaan of bepaald licht het best werkt. “Ten tweede moeten we ervoor zorgen dat er voldoende afbraak is,” stelt Weckhuysen. Als de virusdeeltjes eenmaal op de muur plakken, moeten ze volledig zijn afgebroken en daarmee minder ziekteverwekkend. “We hebben nog niet helemaal in de gaten of we het virus helemaal kapot krijgen. Wel is er voldoende bewijs om te zeggen dat we het gedeactiveerd krijgen, maar voorlopig nog niet helemaal kapot.” Voordat de verf daadwerkelijk commercieel verkrijgbaar is, vraagt nog wel even om enig geduld. “Ik denk dat we nog zo’n vijf à acht jaar moeten wachten,” stelt Weckhuysen. Zeker is volgens Weckhuysen dat door de huidige revolutie in materialen er binnen tien jaar veel mogelijk gaat worden: “Er gaan heel veel dingen gebeuren in de materiaalwetenschap waarbij je denkt van 'wow' het is dus meer dan alleen een kleur of een beschermlaag.” Bron: Universiteit Utrecht

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=