RenovatieTotaal 4 - 2025

22 nr. 4 Juni 2025 Thema Dak- en gevelrenovatie Interview “ We moeten meer ruimte voor bomen en groen maken in onze steden” Dat het klimaat verandert, merken we steeds duidelijker. Bijvoorbeeld aan het steeds extremere weer, dat een typische uitingsvorm is van hoe het klimaat verandert. Daarvoor hoeven we niet ver over de grenzen te kijken, zoals met de overstromingen afgelopen herfst in Oostenrijk, Tsjechië en Polen. De gebouwde omgeving is daar niet alleen debet aan door het gebruik van materialen met een hoge CO2-footprint; de oplossing ligt er ook. Daarvan is Reinier van den Berg heilig overtuigd, zeker als het gaat om het meer gebruiken van biobased materialen en het plannen van meer groen in steden. De voormalige weerman van RTL 4 laat geen moment achterwege om Nederland te enthousiasmeren van de vele mogelijkheden om de gebouwde omgeving klimaatbestendig te maken. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: Christiaan Krop We kunnen er niet omheen, iedereen kent u als dé weerman van RTL 4. Maar vorig jaar heeft u daarvan definitief afscheid genomen. Toch neemt de wereld geen afscheid van het weer en het klimaat. In hoeverre volgt u dit nog op de voet? "Na 35 jaar bij RTL vond ik midden vorig jaar dat het genoeg was. Ik deed voor RTL 4 nog het weer in het weekend en door de week was ik druk als spreker in het land over weer en klimaat. En op deze manier werkte ik zomaar 7 dagen in de week. Hoe leuk dat werk ook is, het gezinsleven met kinderen en kleinkinderen geef ik nu meer ruimte. En hoewel ik inmiddels niet meer dagelijks op televisie ben, is mijn betrokkenheid bij weer en klimaat onveranderd groot. Sterker nog, ik kijk iedere dag nog naar de weerkaarten. Op het internet zijn dit soort gegevens volop te vinden, dus dat kan ik goed vanuit huis doen. En het blijft essentieel om aandacht te vragen voor de enorme uitdagingen op klimaatgebied, waar we als samenleving voor staan.” Dan kunt u ongetwijfeld aangeven wat de trends zijn op klimaatgebied. “Zeker, want het weer is een uitingsvorm van de toestand van het klimaat. En als we kijken naar vorig jaar, dan zijn we door een aantal grote weerrampen opnieuw met de neus op de feiten gedrukt. 2024 was het warmste jaar ooit gemeten wereldwijd, en ook in Nederland. En belangrijk voor het klimaatbeleid: 2024 was het eerste jaar dat de gemiddelde wereldwijde temperatuur 1,55 graden boven het pre-industriële gemiddelde is uitgekomen. Ik noem dat expliciet, omdat de klimaatwetenschappers hebben afgesproken dat we niet boven de 1,5 graden Celsius moeten uitkomen. En dat is in 2024 voor het eerst dus wel gebeurd. Het wil overigens niet betekenen dat we vanaf nu alleen maar boven de 1,5 graad opwarming blijven, want het kan dit jaar bijvoorbeeld weer onder die grens komen. Bijvoorbeeld omdat het natuurverschijnsel El Niño is omgeslagen naar La Niña, en dat brengt verkoeling met zich mee. Maar de gevolgen zijn al zichtbaar door weersverschijnselen, zoals de overstromingen in Valencia en ook in Midden-Europa, de orkaan Helene in de VS, en de orkaan bij Mozambique vlak voor Kerst. Het laat zien dat het klimaat verandert. En helaas is het ook niet de vraag of we niet boven de 1,5 graad opwarming komen, maar wanneer we definitief er boven blijven.” Welke gevolgen heeft dit alles voor de gebouwde omgeving? “Een van de meest urgente problemen in de gebouwde omgeving is de behoefte aan betaalbaar wonen. Dat is helaas een behoorlijk gepolariseerd onderwerp, want het wordt steeds vaker gekoppeld aan asielzoekers en arbeidsmigranten. Zij moeten immers ook een plek krijgen, terwijl de grootste groep van buiten Nederland, de arbeidsmigranten, hard nodig zijn om het werk dat we, mede door vergrijzing, niet meer kunnen of willen doen, toch gedaan te krijgen. Tegelijkertijd moeten we niet uit het oog verliezen dat we een gezonde woonomgeving behouden. Ik hanteer daarbij de 3-30-300-regel: minimaal 3 bomen in het zicht, minstens 30 procent groen in de wijk en binnen 300 meter een park of ander groen gebied Daarnaast is het belangrijk dat we meer bouwen met biobased materialen, zoals hout, vlas, hennep, lisdodde, olifantsgras, bamboe en zelfs gerecycled katoen. En natuurlijk meer houtbouw. Neem mijn eigen huis, dat is geheel gebouwd van hout met biobased isolatiematerialen. Daardoor is in mijn woning een slordige 50 ton CO2 opgeslagen. Bovendien sluit je met deze vorm van bouwen veel CO2uitstoot uit, omdat er geen cement, beton, staal en kunststof voor wordt gebruikt. Daar komt nog een voordeel bij voor meer gebruik van biobased materialen: het is lichter dan cement en beton. Dat is weer belangrijk voor de bestaande gebouwde omgeving, Reinier van den Berg, meteoroloog en klimaatexpert: want als je daar wilt uitbreiden is optoppen een belangrijke trend. En dat gaat makkelijker of zelfs alleen maar met lichte materialen. Er is nog een voordeel: gewassen voor biobased materialen kun je in Nederland heel makkelijk telen, dus het kan heel lokaal. We bouwden natuurlijk in het verre verleden al veel huizen met hout, maar in loop van de tijd kon dat niet meer omdat de bomen opraakten. Dus gingen we gebruik maken van het slib en het grind, dat via rivieren tot ons kwam en als grondstof voor bakstenen en cement gebruikt kon worden. Dat heeft anno nu een te hoge footprint. Biobased materialen kunnen heel goed geteeld worden door de agrariërs die nu hun veestapel langzaam maar zeker moeten inkrimpen. Als je die twee ontwikkelingen – duurzamer bouwen en een duurzame landbouw – aan elkaar koppelt, dan geef je boeren een nieuw verdienmodel en de bouw lokaal geteelde, duurzame bouwmaterialen. Ik kom dit jaar ook met

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=