Hét platform voor de renovatiesector OUDNIEUW Tonnenloods op Terschelling krijgt tweede leven 29 NUMMER 4 | JAARGANG 15 | JUNI 2025 Gelijktijdig verwarmen en koelen voor Storteboom Food Group in Zeewolde Pag. 9 Thema: Dak- en gevelrenovatie THEMA Groen als remedie tegen hittestress 12 INTERVIEW “Meer ruimte maken voor bomen en groen in onze steden” 22
PREFA KARTELPROFIEL GESTRUCTUREERDE ELEGANTIE WWW.PREFA.NL TECHNISCHE SPECIFICATIES KARTELPROFIEL ¬ ALGEMEEN: geëxtrudeerd Aluminium modelbescherming nr. 31230 voor hoogwaardige gevelbekleding ¬ BREEDTE: 200 mm ¬ KARTELHOOGTE: 22 mm ¬ KARTELAFSTAND: 40 mm ¬ MATERIAALDIKTE: 2,00 mm ¬ LENGTES: 250 mm tot 6.200 mm ¬ LANGSOVERLAPPING: met 5-10 mm opening, afhankelijk van profiel lengte ¬ UITVOERING: alle montagerichtingen mogelijk. Onzichtbare bevestiging ¬ GEWICHT: 7,5 kgkg/m²
3 nr. 4 Juni 2025 Redactioneel In dit nummer COLOFON RenovatieTotaal is een onafhankelijke informatiebron en verschijnt 7 maal per jaar. RenovatieTotaal gaat over renovatie, restauratie, herbestemming, onderhoud, op- en aanbouwen en alles wat met de bestaande bouw te maken heeft. Jaargang 15, nummer 4, juni 2025 Uitgever Hugo Arends (0570) 861007 E-mail: hugo@handelsuitgaven.nl Hoofdredactie Harmen Weijer redactie@renovatietotaal.nl Redactie Shendell Benilia Frank de Groot Joop van Vlerken Medewerkers Haico van Nunen Willard van Reenen Marketing & Communicatie Maxime Wendt (0570) 768642 E-mail: maxime@handelsuitgaven.nl Advertenties Tom Sotthewes (0570) 654660 E-mal: tom@handelsuitgaven.nl Abonnementen Mirjam Nijbroek (0570) 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Ontwerp en Opmaak Bureau OMA, Doetinchem www.bureauoma.nl Cover Gelijktijdig verwarmen en koelen voor Storteboom Food (pag. 9) Druk Rodi Rotatiedruk RenovatieTotaal is een uitgave van Nederlandse HandelsUitgaven BV Postbus 2273, 7420 AG Deventer Keulenstraat 8J 7418 ET Deventer Tel. 0570 – 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Copyright Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder de nadrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze uitgave is zorgvuldig en naar het beste weten samengesteld. Uitgever en auteurs kunnen echter niet instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, als gevolg van handelingen of beslissingen die op deze informatie zijn gebaseerd. Thema Dak- en gevelrenovatie: “We bouwen met klimaatdata uit het verleden” 11 Project: Meelpakhuis nu met zonwerend triple glas 17 Installaties: Box-in-box voor monumentaal bedrijfspand Den Bosch 32 4 Actueel 7 Column Thema Dak- en gevelrenovatie: 9 Project in Beeld 12 Meer groen tegen hittestress 14 Stalen glasdeuren in vernieuwd Santos 19 Compacte ventilatieoplossing 21 Opleidingscentrum voor dak- en gevelsystemen 22 Interview Reinier van den Berg 26 Duurzame gevels 29 OudNieuw: Tonnenloods West-Terschelling 31 Installaties: Verduurzaming voor comfort en gezondheid 34 Installatienieuws 37 Installaties: Cursussen & Opleidingen i.s.m. TVVL 39 Productoverzicht Klimaatrealisme vs. Klimaatrealiteit Het 1e kabinet Schoof is gevallen; daarmee vertel ik niets nieuws, want je moet wel onder een steen hebben gelegen om hiervan niets mee te hebben gekregen. Dit rechtse kabinet had verschillende maatregelen waarmee we in onze sector zeker iets konden verwachten. Denk aan STOER, oftewel minder regels. Dat is hard nodig als we nieuwbouw én bestaande bouw willen ontwikkelen. Dat was uiteraard nog maar amper opgetuigd, zoals zo vele maatregelen die het kabinet in petto had. Het kabinet sprak ook van klimaatrealisme en dus ging bijvoorbeeld de subsidies voor hybride warmtepompen van tafel. Het past ook in de Europese ‘flow’ waar de Green Deal van Timmermans en Samsom wordt opgevolgd door een Clean Industry Deal. Daar staat de concurrentiekracht van Europese bedrijven centraal, en ja, dat moet wel duurzaam gebeuren. Maar de klimaatrealiteit is weerbarstiger. Want al hopen we wel dat deze maatregelen voor veel CO2-reductie zorgt; het zal vooral zorgen voor minder klimaatschade op langere termijn. We kunnen niet anders dan nu al zorgen voor betaalbaar en comfortabel verblijven in en om gebouwen. In deze editie met als thema Dak- en gevelrenovatie hebben we dan ook klimaatadaptatie als onderliggend thema genomen. Neem het onderzoek van Nieman (p 11: omdat de aarde overdag meer opwarmt dan we tot nu toe hebben gemeten dan wel voorspeld, koelt het ’s nachts minder goed af. Zeker in stedelijke gebieden is dat het geval. Dat betekent dat we nog meer dan voorheen de zon uit onze huizen moeten weren, en dat moet in wet- en regelgeving worden vastgelegd, beveelt Nieman aan. En als we dat doortrekken kan de landschapsarchitect en stedenbouwkundige ook beter rekening houden met de hoeveelheid groen die in die stedelijke omgeving nodig is om gebouwen comfortabeler te houden. Uit onderzoek van Merosch (p. 12-13) blijkt dat meer groen aan gevels, op daken en in de directe omgeving kan helpen om het aantal dagen dat de temperatuur in gebouwen wordt overschreden te halveren. Dat zijn maar enkele inzichten dat een koerswijziging in beleid niet direct hoeft betekenen dat de koers daadwerkelijk wordt gewijzigd. Harmen Weijer Hoofdredacteur RenovatieTotaal Reageren? redactie@renovatietotaal.nl
(Advertentie) Actueel Motorwal in Noord: onderhoudsbeurt werd duurzame renovatie De renovatie van 175 woningen in de IJpleinbuurt (Amsterdam-Noord) is afgerond. Het aanvankelijk geplande reguliere onderhoud kreeg een upgrade en werd een volwaardige renovatie. De werkzaamheden aan de drie huizenblokken (aan de Motorwal, Bankwerkerij en Ketelmakerij) werden in bewoonde staat uitgevoerd door vastgoedonderhoudsbedrijf Logchies. De verbouwing bestond uit veel maatregelen, die het duurzaamheidsniveau en comfort van de woningen flink hebben verbeterd en het aanzien hebben verfraaid. Verouderde schuiframen zijn vervangen door aluminium draai-kiepkozijnen met HR++ beglazing. Op de gevels kwam zonwerende beglazing om hittestress te verminderen. Badkamer, keuken en toilet kregen een geavanceerd ventilatiesysteem, dat reageert op de hoeveelheid CO2 in de lucht voor een gezond binnenklimaat. Ook de brandveiligheid werd verbeterd. Het energielabel van de woningen verbeterde van B/C naar A. De renovatie kostte € 8,7 miljoen. De ramen waren het grootste probleem. Het waren aluminium kozijnen, die langs elkaar heen schoven. Een kozijn had twee van zulke ramen aan de buitenkant en twee aan de binnenkant. Als de wind erop stond, voelden bewoners de tocht volop in de woning. Dat probleem is opgelost met nieuwe ramen met isolerend en zonwerend glas. “Die nieuwe ramen sluiten heel goed, maar daardoor komt er wel minder frisse lucht in de woningen”, legt Rochdale-projectopzichter Mark van den Brink uit. “Daarom hebben de woningen ook een ventilatiesysteem gekregen, dat reageert op de hoeveelheid CO2 in huis.” De vierkante betonnen kolommen bij de balkons zijn grijs geschilderd. De koepels boven de trappenhuizen wit: dat scheelt veel hitte in de zomer. Nieuwe ventilatoren op het dak zorgen voor frisse lucht in de trappenhuizen. De Trespa-platen aan de buitenkant van de gevels zijn goed schoongemaakt en daarna met okerkleurige folie beplakt. De gevelplaten zien er weer uit als nieuw. Bron: Rochdale Rijksvastgoedbedrijf wil diesel op bouwplaats stapsgewijs uitbannen In 2030 jaar wil het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) vrijwel geen dieselmachines meer zien op de bouwplaats. Om deze overgang naar zero emissie bouwmaterieel te versnellen, scherpt het RVB per 15 mei de aanbestedingseisen aan. Het Rijksvastgoedbedrijf begon drie jaar geleden met het stapsgewijs terugdringen van vervuilende dieselmachines op de bouwplaats. Dit programma heet Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) en het doel is het verlagen van de stikstof-, CO2- en fijnstofuitstoot. Wat in de beginfase nog ambitieuze eisen waren, is vanaf 15 mei de standaard voor alle bouw- en renovatieprojecten boven de € 5,5 miljoen. Die grens heeft te maken met Europese aanbestedingsregels. Het komt er in de praktijk op neer dat – in geld uitgedrukt – meer dan de helft van al het aanbestede werk voor minimaal 30 procent zonder uitstoot moet worden uitgevoerd. Elektrische shovels De lat kan het RVB na drie jaar al hoger leggen, omdat de omstandigheden verbeterd zijn. Bedrijven blijken zich snel en soepel aan te passen aan de eisen die het RVB stelt. In het begin was de beschikbaarheid van zero emissie-machines vaak een uitdaging, zegt Noah Baars die bij het RVB het programma Schoon en Emissieloos Bouwen onder zijn hoede heeft. “Maar zeker voor het kleine materieel is er een grote groeigolf geweest. Kleine elektrische shovels zijn ruimschoots beschikbaar gekomen. En voor het grotere materieel is er heel veel retrofit (ombouwen van diesel naar elektrisch, red.) geweest. Wat wij horen van marktpartijen is dat het probleem minder bij de beschikbaarheid van het materieel ligt.” Netcongestie Netcongestie is nu een grotere uitdaging, stelt Baars. “Al heeft er in Nederland nog geen bouwmachine stil gestaan, omdat er geen stroom is. Er is altijd wel een manier om te kunnen laden, maar dat vereist creativiteit en een goede voorbereiding. We willen daarom dat de opdrachtnemer een laadplan opstelt. Er is bekend hoeveel stroom er beschikbaar is op een locatie; de contractwaarde. En je weet dan ook wat de mogelijkheden zijn voor het piek- en dalverbruik. Dan kun je een slim laadplan maken. Je zou bijvoorbeeld alleen ’s nachts kunnen laden wanneer er weinig vraag is.” Daarnaast wil het RVB de markt de helpende hand reiken met het aanbieden van laadpleinen. Dat zijn plekken vlakbij locaties waar veel gebouwd gaat worden (bijvoorbeeld kantoren in Den Haag en Defensievastgoed in Den Helder) en waar voldoende stroom is. Opdrachtnemers kunnen daar machines of grote accu’s laden en die vervolgens naar de bouwplaats brengen. Baars: “We willen graag dat deze laadpleinen breed beschikbaar zijn zodat ook andere partijen hier gebruik van kunnen maken.” Meerkostenvergoeding Vanaf 15 mei moet dus 30 procent van het bouwmaterieel zero emissie zijn. Daarbij blijft het niet. Het RVB eist dat de helft van de bestelauto’s en lichte vrachtwagens elektrisch zijn. En voor zware vrachtwagens is dat tien procent. Al deze eisen drijven de kosten op. Zero emissie bouwen is nu namelijk nog vaak prijziger dan bouwen met diesel. De extra kosten vergoedt het RVB met een verhoging van 1 procent van het bouwbudget. Opdrachtnemers krijgen er maximaal nog 1 procent bij als al het ingezette bouwmaterieel zero emissie is. Die extra inzet om 100 procent zero emissie te behalen, beloont het RVB bovendien met een bonus van 0,1 procent van de inschrijfsom. Na 2028 schept het RVB de eisen verder aan. “We willen de markt blijven uitdagen en samen de transitie naar zero emissie maken.” Bron: RVB Dé gevelspecialist voor het vinden van de oorzaak en het geven van de juiste oplossing U bent bij ons aan het juiste adres voor: ◆ Gevelinspecties ◆ Hersteladvisering ◆ Constructieberekeningen ◆ Projectbegeleidingen ◆ Producttrainingen ◆ Projectgarantie totalwall.nl T 088 - 111 25 25 ◆ info@totalwall.nl
5 nr. 4 Juni 2025 Veelvoorkomende fouten bij steigerbouwwerk Steigers zijn essentieel voor veilig werken op hoogte, maar er kan veel misgaan als ze niet goed worden opgebouwd, gebruikt en gecontroleerd. Emile Bakkum, directeur-eigenaar van PST Steigerbouw, voorzitter van de werkkamer van Stichting Veilig Werken op Hoogte (SVWOH) en directeur van Scaffolding Training Europe (STE), zet zich al ruim 20 jaar in voor veilig werken op hoogte. Hij benadrukt het belang van een goed gebruik van steigers. "Het is belangrijk dat steigers op de juiste manier worden geïnstalleerd en gebruikt, en ook dat ze regelmatig worden gecontroleerd en geïnspecteerd om de veiligheid van werknemers te waarborgen," zegt hij. "Een kleine fout kan grote gevolgen hebben." In samenwerking met RenovatieTotaal deelt Bakkum een aantal veelvoorkomende fouten bij steigerbouwwerkzaamheden die hij in de praktijk tegenkomt. 1. Slechte ondergrond Een veelvoorkomende fout is een slechte ondergrond: “Een stabiele ondergrond is cruciaal voor de veiligheid van de steiger. Als een steiger op een onstabiele of ongelijke ondergrond wordt geplaatst zonder gebruik van stabilisatoren of voetplaten, kan hij gaan kantelen of zelfs instorten. Dit betekent dat de ondergrond waarop de steiger staat, stevig en vlak moet zijn. Als dit niet het geval is, moeten er maatregelen worden genomen.” 2. Onvoldoende valbeveiliging Ook valbeveiligingsmaatregelen moeten worden nageleefd om de veiligheid van iedereen die op de steiger werkt te waarborgen. Bakkum legt uit: “Het niet gebruiken van leuningen, kantplanken of persoonlijke valbeschermingsmiddelen kan leiden tot ongelukken. Zonder deze maatregelen kunnen werknemers vallen en gewond raken.” 3. Verwijderen van onderdelen tijdens gebruik Bakkum benadrukt opnieuw het risico van het verwijderen van steigeronderdelen: “Het weghalen van onderdelen zoals leuningen of andere veiligheidscomponenten tijdens het gebruik van de steiger kan gevaarlijk zijn. Verander nooit zomaar de configuratie van de steiger zonder de juiste procedure te volgen. Het is belangrijk om de originele opbouw van de steiger te behouden en wijzigingen alleen door gekwalificeerd personeel te laten doen volgens de voorgeschreven veiligheidsprocedures.” 4. Onjuist gebruik van materialen Een andere veelvoorkomende fout is het gebruik van onjuiste materialen. Bakkum legt uit: “Het gebruik van niet-gecertificeerde of beschadigde steigeronderdelen kan de veiligheid van mensen in gevaar brengen. Gebruik altijd de juiste materialen voor de werkzaamheden en zorg ervoor dat ze geschikt zijn voor de weersomstandigheden.” 5. Weersomstandigheden negeren Het is misschien een inkopper, maar Bakkum benadrukt dat er bij werken op hoogte altijd rekening gehouden moet worden met de weersomstandigheden. “Het werken op steigers tijdens ongunstige weersomstandigheden zoals sterke wind, regen of ijs kan risicovol zijn. Pas de steiger aan de weersomstandigheden aan en verwijder indien nodig steigergaas of zeil om te voorkomen dat de windbelasting te hoog wordt,” vertelt hij. 6. Gebrek aan training en bewustzijn Last but not least: monteurs en gebruikers van steigers hebben soms onvoldoende training of kennis over veilige werkmethoden. Dit kan leiden tot ongevallen door onjuiste handelingen of het niet volgen van veiligheidsvoorschriften. Bakkum: “Iedereen die met steigers werkt, moet goed opgeleid zijn, van de gebruikers en monteurs tot de inspecteurs en toezichthouders. Als mensen niet goed weten hoe ze een steiger veilig moeten opbouwen en gebruiken, of niet op de hoogte zijn van de regels en veiligheidsprocedures, kan dat ernstige gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat iedereen die bij steigerwerkzaamheden betrokken is, voldoende training krijgt.” PST STEIGERBOUW WWW.PSTSTEIGERBOUW.NL Producten In de spotlight Product uitgelicht Meer wooncomfort, lagere energielasten én een duurzamere wijk in Zaandam Woningstichting Rochdale en BAM Wonen gaan 246 eengezinswoningen in de wijk Peldersveld in Zaandam verduurzamen. De woningen, gebouwd begin jaren 70, gaan van energielabel C, D en E naar energielabel A. De werkzaamheden starten november 2025. De woningen krijgen betere isolatie en ventilatie en een goede onderhoudsbeurt. Dat betekent: HR++ glas, een nieuwe voordeur met roosters, vloerisolatie, spouwmuurisolatie en een nieuw, goed geïsoleerd dak. De werkzaamheden vinden plaats in bewoonde staat. Inmiddels heeft ruim 80% van de huurders ingestemd met de aanpak. Ook particuliere woningeigenaren in de buurt krijgen de kans om hun woning te laten verduurzamen tegen een aantrekkelijk tarief. Dankzij een samenwerking tussen gemeente Zaanstad, het Rijk en de provincie Noord-Holland (onder het Pact Zaandam-Oost), is een collectief aanbod samengesteld. Dit omvat onder meer dak-, vloer-, gevel- en bodemisolatie en vervanging van de voordeur. Rob van der Kroef, projectmanager BAM Wonen: “Het gespikkelde bezit maakte dit tot een uitdagend project, maar dankzij de goede samenwerking met Rochdale en de gemeente kunnen we nu ook particuliere eigenaren een mooi en passend aanbod doen.” Bron: BAM Wonen. Foto: Gemeente Zaanstad.
6 nr. 4 Juni 2025 Actueel Nieuw leven voor Coolse Poort in Hart van Rotterdam Coolse Poort, bekend als de ‘Rode Kroot’ of ‘Aubergine’ vanwege zijn opvallende roodpaarse vliesgevel, wordt getransformeerd naar een verticale stad. Het voormalig kantoorgebouw wordt een verbindingspunt voor verblijven, sporten en werken. In het voorjaar van 2024 is aannemer Van Wijnen gestart met de transformatie. In de Coolse Poort worden 240 hotelkamers gerealiseerd op 6 verdiepingen. Op de begane grond komt een sportschool. Verder komen er in de verdiepingen boven het hotel werkplekken. “Daarnaast geven we de kolommen in de verticale constructie een nieuw leven en vernieuwen we de entree. Ook wordt het installatieconcept geheel vernieuwd en klaargemaakt voor de toekomst”, aldus Van Wijnen. Het gebouw behoudt zijn karakteristieke Post-65-architectuur, een stijl uit de jaren 1965-1995. Architect Groosman ontwierp het gebouw oorspronkelijk in 1972 en is ook bij de transformatie betrokken. Hierdoor blijft de historische waarde van het gebouw behouden, terwijl het ook aan de moderne eisen voldoet. Met een hoogte van 74 meter telt het gebouw 20 verdiepingen. Tot 2018 werd het kantoor gehuurd door verzekeringsmaatschappij Allianz. In 2022 startte de herontwikkeling van de Coolse Poort. Mark van Haarlem, hoofduitvoerder Van Wijnen Dordrecht: “We zijn aan de slag gegaan met de transformatie van het icoon naar een mixed-use gebouw. We vernieuwen de constructie en installatie en maken de verdiepingen klaar voor de nieuwe voorzieningen. Het gebouw wordt weer in een nieuw leven geblazen.” Bezoekers kunnen er zeker van zijn dat ze in een gebouw verblijven dat niet alleen modern en comfortabel is, maar ook een positieve impact heeft op het milieu, stelt Van Wijnen. “Zo transformeren we het gebouw naar een invulling die in de toekomst weer te veranderen is naar een andere invulling. Dit maakt het gebouw toekomstbestendig en klaar voor de toekomt.” Van het drukste metrostation van Nederland tot een rustgevend en groen dakterras met uitzicht op de Coolsingel. Er komen twee grote, groene dakterrassen voor ontspanning tijdens of na werktijd, wat moet bijdragen aan een gezonde werk-privébalans. Gert de Graaf, partner Architect Groosman: ”We gaan met respect om met de iconische waarde van het gebouw. Deze vertalen we door naar toekomstige maatstaven. Doordat het glas en de kozijnen zijn vervangen, daaraan draaiende delen zijn toegevoegd en de installaties volledig zijn vervangen is er sprake van een flexibel inzetbaar casco. Die maakt het gebouw multi-purpose en daarmee tijdloos. De Coolse Poort gaat hierdoor zo weer 30 jaar mee.’’ Bron: Van Wijnen Kabinet steekt miljoenen in monumentenzorg Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) investeert eenmalig € 155 miljoen en structureel € 15,8 miljoen in onderhoud en restauratie van rijksmonumenten. Vooral grote rijksmonumenten kunnen rekenen op extra financiële steun. Een deel van de investeringen gaat naar grote (kerk) gebouwen. De minister voorkomt zo dat meer (grote) monumenten ernstig in verval raken. Het in goede staat houden van een monument is duur en de druk op de beschikbare middelen voor monumentenzorg is groot. Vooral voor eigenaren van grote rijksmonumenten is het moeilijk om een lening of subsidie te krijgen voor restauratie of onderhoud. Het gaat bij de maatregelen die de minister neemt grotendeels om het slimmer inzetten van middelen die beschikbaar zouden komen voor de monumentenzorg. Dit kan door binnen de boekhoudkundige mogelijkheden het bekostigingssysteem aan te passen. Ook heeft de Tweede Kamer extra geld beschikbaar gesteld voor de instandhouding van grote kerkgebouwen. Met die middelen wordt de onderhoudsregeling voor niet-woonhuisrijksmonumenten verhoogd. Daarnaast worden de leenmogelijkheden voor restauratie, onderhoud en verduurzaming verruimd. De focus blijft op het stimuleren van planmatig onderhoud waarmee dure restauraties en onherstelbaar verval worden voorkomen. Bij grootschalig achterstallig onderhoud is het nodig om monumenten te restaureren. Voorbeelden van actuele grote restauratieopgaven zijn de Rivièrahal van Diergaarde Blijdorp, kasteel Nijenrode in Breukelen, het stadhuis van Middelburg en het al bijna voltooide aquarium van Artis. Deze restauraties zijn complex, duren lang en vragen om maatwerk. Binnen het huidige financieringssysteem vissen deze monumenteneigenaren vaak achter het net. Door de herverdeling van het ministerie van OCW komt er € 100 miljoen extra beschikbaar voor grote monumenten. € 45 miljoen hiervan gaat naar een rijkssubsidieregeling voor de restauratie van grote monumenten, € 45 miljoen komt beschikbaar voor een extra leenmogelijkheid voor grote monumenten via het Nationaal Restauratiefonds (NRF) en de bestaande leenmogelijkheid voor restauratie wordt met € 10 miljoen opgehoogd. Voor het doorlopend onderhouden van niet-woonhuis rijksmonumenten kunnen eigenaren een subsidie krijgen. Het gaat bijvoorbeeld om schilderwerk aan historische onderdelen of herstel van metsel- en voegwerk. Tot nu toe hadden meer eigenaren behoefte aan een bijdrage dan er geld beschikbaar was. Als oplossing komt er nu € 15,8 miljoen extra per jaar voor onderhoud, waardoor er een totaalbedrag van € 103 miljoen per jaar beschikbaar is. Hierdoor kunnen meer monumenten onderhouden worden. De verwachting is dat de overvraag in de regeling vanaf 2027 of 2028 is weggewerkt. Bron: Rijksoverheid.nl. Foto: Wikipedia. Monumentale panden Haagse Maurits omgebouwd tot werkplekken Ontwikkelende belegger RE:BORN heeft een karakteristiek kantorencomplex aan de Mauritskade in Den Haag aangekocht. Het complex bestaat uit verschillende aaneengeschakelde monumentale panden en zal worden herontwikkeld tot ‘The Residency’. Een duurzame, flexibele en hoogwaardige werkomgeving voor vooruitstrevende organisaties. Het complex aan Mauritskade bestaat uit vijf geschakelde panden, waaronder vier rijksmonumenten en één gemeentelijk monument, aangevuld met een moderne achterbouw. Het pand staat dichtbij Paleis Noordeinde, het Binnenhof en het Willemspark. The Residency biedt per verdieping een flexibele indeling, inclusief de optie voor eigen entrees en maatwerk in zowel afwerking als functionaliteit. Denk aan open werkvloeren, besloten kantoren, ontmoetingsruimtes en gemeenschappelijke voorzieningen zoals een fitnessruimte, fietsenstalling en restaurant. Daarmee is het gebouw voor tal van organisaties geschikt: van vooruitstrevende organisaties, creatieve professionals en internationale instellingen, zoals ambassades. “Het gebouw aan de Mauritskade wordt herboren, het wordt een plek waar historie en toekomst samensmelten”, aldus Saman Mohammadi, eigenaar van RE:BORN. “In een stad waar veel aandacht is voor nieuwe woningen, moet er ook ruimte zijn om te werken. Met dit gebouw bieden we huurders een duurzame werkomgeving die flexibel is, inspireert en mensen verbindt. Ik ben dan ook trots dat we met dit prachtige kantorencomplex toekomstbestendig erfgoed weer toegankelijk maken voor de stad.” RE:BORN zal het pand na de formele overdracht op 1 oktober 2025 grondig renoveren en investeren in de verduurzaming ervan, met als doel het huidige energielabel E te verbeteren naar een niveau dat voldoet aan de strengste duurzaamheids- en energieeisen. De oplevering staat gepland voor het tweede kwartaal van 2026. Bron: RE:BORN
(Advertentie) 7 nr. 4 Juni 2025 Column Kennisbehoefte In de laatste twee weken van mei kon op diverse locaties in Nederland Het Klimaatexamen worden afgenomen: 35 vragen over Klimaatverandering. Samen met de gemeente Rotterdam en enkele collega-lectoren hebben we ook een sessie georganiseerd in Rotterdam. Hoewel ik mezelf redelijk goed geïnformeerd acht over duurzaamheid, vond ik het examen bepaald geen eenvoudige opgave. Na het examen volgde een paneldiscussie, waarin enkele vragen verder werden uitgediept. Daarbij werd aangehaald dat als het om woningverbetering gaat, veel mensen weinig kennis hebben van verbeteropties en de gevolgen ervan. Wanneer maak je de juiste keuze? Zeker voor leken is het lastig te bepalen wat verstandig is. Uit de zaal kwam bijvoorbeeld isoleren als prioriteit, maar wel alleen als het gecombineerd was met ventileren. Dat lijkt logisch, maar is in de praktijk allesbehalve vanzelfsprekend. Bestaande woningen verliezen van nature warmte via naden en kieren. Isolatie helpt die verliezen te beperken, maar maakt een woning ook luchtdichter. Zonder aanvullende ventilatie loop je dan tegen vochtproblemen of slechte luchtkwaliteit aan. Toch is de neiging groot om simpelweg ‘alles dicht te zetten’. Dit is bijvoorbeeld ook de reden dat je bij energieberekeningen rekening mag houden met het renovatiejaar, mits minstens 25% van de gebouwschil grondig wordt aangepakt. Er wordt dan verondersteld dat oude naden en kieren zijn dichtgezet. Daar wordt de woning energetisch beter van. Maar hoe beter geïsoleerd en luchtdichter een woning is, hoe belangrijker het wordt om voor voldoende frisse lucht te zorgen. Tijdens de discussie in de zaal werd duidelijk dat er veel meningen zijn over wat wel en niet werkt. Soms kwamen daar nuttige inzichten uit, soms ook misverstanden. En dat is misschien wel de kern: verduurzamen vraagt om kennis. Niet alleen bij professionals, maar juist ook bij bewoners. Want daar, in die huizen, moet het uiteindelijk gebeuren. Een Klimaatexamen kan een krachtig hulpmiddel zijn om het bewustzijn rond duurzaamheid te vergroten. Het nodigt uit tot gesprek, maakt lastige thema’s bespreekbaar en laat zien dat ook onze eigen kennis soms tekortschiet. Veel mensen die niet dagelijks met verduurzaming bezig zijn, ervaren dezelfde verwarring bij onderwerpen die voor professionals vanzelfsprekend lijken. We overschatten soms wat als ‘algemene kennis’ geldt. Wat voor ons logisch is, blijkt voor anderen helemaal niet zo helder. Juist daarom is het zo belangrijk om open te blijven praten, uitleg te geven en niet uit te gaan van bekendheid met het onderwerp. Daarbij waren de vragen over maatregelen die je kon nemen nog het meest concreet in het examen. Het benadrukt maar weer eens dat we moeten blijven uitleggen wat verduurzaming is, hoe het werkt en wat je er zelf aan kunt doen. Want de beste techniek is waardeloos als niemand begrijpt hoe je die moet toepassen. In elk nummer van RenovatieTotaal geeft dr.ir. Haico van Nunen zijn mening over een aspect van ‘de renovatiewereld’. Haico van Nunen is adviseur bij Centre of Expertise HR Tech van Hogeschool Rotterdam. Groen licht voor circulaire transformatie Schouwburg Ogterop Schouwburg Ogterop in Meppel transformeert tot een levendig en uitnodigend cultuurhuis. De nieuwe architectuur breekt met de huidige gesloten uitstraling. Aan het Zuideinde ontstaat een voorplein met zitplekken en groen, terwijl de gevel aan de Prinses Marijkestraat wordt voorzien van intensieve begroeiing om de wandelroute vanaf de parkeerplaats te verrijken. Grote openingen op de begane grond bieden een blik in de werkplaats, foyer en entree, en tonen de schouwburg als uitnodigend publieksgebouw. Paul de Ruiter Architects heeft het ontwerp voor deze transformatie gerealiseerd. De rond gewalste circulaire contourplaten voor de transparante gevel verwijzen naar een theaterdoek en het bewegende spel van zien en gezien worden. Op ooghoogte is van buiten de monumentale Bonbonnièrezaal voor het eerst zichtbaar vanaf de straat. De iconische Weense Bonbonnièrezaal uit 1886 – de oudste theaterzaal van Drenthe – blijft behouden en wordt zorgvuldige geoptimaliseerd. De vernieuwing van Ogterop is niet alleen een onderscheidend cultuur gebouw, maar wordt nadrukkelijk ook gezien als een voorbeeldproject op het gebied van circulair bouwen met als doel om de materiaalgebonden CO₂- emissies te minimaliseren. De monumentale zaal blijft behouden, een deel van de bestaande fundering blijft behouden; de rest van het theater wordt circulair gesloopt, omdat het simpelweg niet goed en veilig functioneert. Van het vrijgekomen materiaal wordt 40 procent - inclusief de fundering - hergebruikt. Daarnaast worden donormaterialen uit regionale projecten en reststromen uit de industrie ingezet. Nog eens 40 procent van de nieuwbouw bestaat uit hernieuwbare en bio-based materialen. Het ontwerp benut daarnaast maximaal daglicht en natuurlijke ventilatie, dat bijdraagt aan een gezond binnenklimaat voor bezoekers, artiesten en medewerkers. Dankzij een hoogwaardig geïsoleerde schil, slimme installaties en een compact volume is het energieverbruik van het nieuwe gebouw zeer laag. Dankzij al deze maatregelen is het ontwerp in lijn met de Paris Proofdoelstellingen. De start van de oogst en demontage van het bestaande gebouw staat gepland voor begin 2026. De deuren zullen halverwege 2028 weer geopend worden. Bron: Paul de Ruiter Architecten Direct prijs Makkelijk bestellen 24/7 toegankelijk
Powerdaylight voorheen Solatube +31 174 513 094 info@tcvddool.nl www.tcvddool.nl Verhogen van uw bedrijfsruimte Een duurzaam en kostenefficiënt alternatief voor nieuwbouw. Steigersystemen Overkappingen Bouwliften Hangbrug installaties Yelloo | Duurzaamheidstraat 88, 8094 SB Hattemerbroek | Website: www.yelloo.nl | E-mail: info@yelloo.nl | Telefoon: 038 – 460 3040 Dakrandbeveiliging WAAR U OP STAAT Steigersystemen Overkappingen Bouwliften Hangbrug installaties Yelloo | Duurzaamheidstraat 88, 8094 SB Hattemerbroek | Website: www.yelloo.nl | E-mail: info@yelloo.nl | Telefoon: 038 – 460 3040 Dakrandbeveiliging WAAR U OP STAAT Steigersystemen Overkappingen Bouwliften Hangbrug installaties Yelloo | Duurzaamheidstraat 88, 8094 SB Hattemerbroek | Website: www.yelloo.nl | E-mail: info@yelloo.nl | Telefoon: 038 – 460 3040 Dakrandbeveiliging WAAR U OP STAAT
9 nr. 4 Juni 2025 Project in beeld Gelijktijdig verwarmen en koelen voor Storteboom Food Group in Zeewolde Storteboom Food Group in Zeewolde is onlangs voorzien van een forse nieuwe aanbouw naast hun bestaande pand. Aannemer Dijkham Bouw schakelde voor de bijbehorende installaties Meddens & van Ree in, die met de producten van Groupe Atlantic Nederland voor een optimaal binnenklimaat heeft gezorgd. Auteur: Harmen Weijer Storteboom Food Group is al jaren actief vanuit Zeewolde, en heeft naast vestigingen in Nederland ook in Polen een vestiging. De retailbusiness is voor Storteboom Food Group de afgelopen jaren dusdanig sterk gegroeid dat naast het bestaande pand een forse uitbreiding nodig was. In mei 2023 is dan ook de eerste heipaal in de grond geslagen voor een aanbouw van maar liefst 4.500 m2. Begin dit jaar is de uitbreiding officieel voltooid. Omdat er voor dit project sprake is van zowel een bestaand gebouw als geheel nieuwe uitbouw vraagt dat qua installatietechniek de nodige afstemming. “We hebben gekozen voor meerdere installaties om het geheel overzichtelijk te houden en de inhoud van het koelsysteem zo beknopt mogelijk te houden”, vertelt Winston Jansen, technisch adviseur bij Groupe Atlantic. “Vloerverwarming zorgt voor de basistemperatuur, het VRFsysteem voor de extra paar graden Cassette units worden toegepast in ruimten met een verlaagd plafond of een systeemplafond, waarbij de binnenunit wordt weggewerkt en alleen de grille zichtbaar blijft. Foto: Groupe Atlantic. De retailbusiness is voor Storteboom Food Group de afgelopen jaren dusdanig sterk gegroeid dat naast het bestaande pand een forse uitbreiding nodig was. Foto: Google Streetview. daarboven. Dankzij deze luchtverwarming en -koeling ontstaat op een zeer snelle manier een optimale comforttemperatuur. Omdat er in de serverruimte alleen koeling nodig is, is hiervoor een apart splitsysteem gemaakt.” Passende oplossing voor elke ruimte In het geval van Storteboom zijn er diverse ruimtes die verschillende behoeftes hebben qua ventilatie, verwarmen en koelen. “Daarom is er voor dit project gekozen voor een combinatie van cassette units en hoog-aan-de-wand (split) AircoHeaters. Cassette units worden toegepast in ruimtes met een verlaagd plafond of een systeemplafond, waarbij de binnenunit wordt weggewerkt en alleen de grille zichtbaar blijft”, legt Jansen uit. De gekoelde lucht wordt via de cassette unit gelijkmatig in de ruimte verdeeld dankzij de brede 360° luchtstroom. Met de individueel regelbare uitblaasopeningen kan de richting van de luchtstroom worden geregeld. “Het voordeel hiervan is dat het netjes weggewerkt is in de plafonds en het daarnaast voor een continue comfort level kan zorgen, op grote(re) oppervlakten”, aldus Jansen. Nauwe samenwerking Tijdens de bouw van de aanbouw werd het bestaande pand gewoon gebruikt voor de productie. Dat vroeg gedurende het project om veelvuldig en nauw contact met alle betrokkenen. Jansen: “Daarom hebben we veel tijd gestoken in het voortraject. Op deze manier kon de nieuwe uitbouw zo snel mogelijk gereed worden gemaakt. Zo is er nauw samengewerkt tussen de installerende partij, Van Meddens & Van Ree en onze technische advies afdeling. We hebben met behulp van de ‘Design Simulator’ het ontwerp van de VRF-systemen van Atlantic-Fujitsu doorlopen. Hiermee kun je in slechts een paar stappen het systeem opzetten en krijg je in één overzicht een materiaallijst, productspecificaties, koudemiddelberekeningen etc. Zo konden we snel schakelen op het gebied van het plaatsen van de orders en het voorbereiden op de daadwerkelijke installatie.” Driepijps VRF-systeem Door te kiezen voor een driepijps VRFsysteem van Atlantic-Fujitsu voor de luchtbehandeling, kan Storteboom nu gelijktijdig verwarmen en koelen, op een efficiënte wijze, legt Jansen uit. “Met een VRF-systeem kunnen er met 1 buitenunit vele ruimtes worden gekoeld en/of verwarmd. VRF-systemen zijn daarom erg geschikt voor grotere kantoren en winkels. Het verschil tussen Multi Split en VRF is dat er bij Multi Split systemen meerdere leidingcircuits naar binnen gaan. VRF biedt hiermee veel precisiecontrole over individuele zones, terwijl MultiSplit basiszonecontrole biedt en ideaal is voor kleinere utiliteitstoepassingen. Daarnaast kan je met een Multi Split systeem helaas niet tegelijkertijd koelen én verwarmen. Met een VRF systeem kan dit wel.” Innovatieve technieken In het VRF-systeem wordt de zogeheten ‘Intelligent Refrigerant Control’- technologie toegepast. Jansen: “Deze regelt op slimme wijze de koudemiddeltemperatuur. Dit zorgt voor comfort, energiebesparing en een lange levensduur van de installaties. Daarnaast is er dankzij het warmtewisselingsconcept en het gebruik van een invertergestuurde DC-compressor met dubbele rotor, een zeer sterke prestatie op het gebied van COP mogelijk. Dit betekent extra energiezuinigheid en efficiëntie van het systeem.” Ook niet onbelangrijk, zeker tijdens strenge winters, is het gebruik van het intelligente ontdooicycli-regelsysteem. “Als unit 1 een ontdooicyclus start, dan zal unit 2 de benodigde energie leveren om een blijvend aangenaam comfort in het gebouw te behouden. Zo ben je het hele jaar door verzekerd van een aangenaam, duurzaam en energiezuinig binnenklimaat”, besluit Jansen. Op het dak van de aanbouw zijn de buitenunits geplaatst. Met Winston Jansen, technisch adviseur bij Groupe Atlantic, rechts op de foto. Foto: Groupe Atlantic
Eenvoudige Installatie Universeel Toepasbaar Maximale Veiligheid R290 Natuurlijk Koudemiddel wpnext: de meest complete en innovatieve warmtepompseries ooit. Doordachte aansluitingen, draagconcept, universele inzetbaarheid en remote monitoring: ontwikkeld met de praktijk als uitgangspunt. Installaties vlot plaatsen, waarop je vertrouwt en die het werk makkelijker maken. Kies voor R290 installaties die een generatie mee gaan – fluisterstil, maximaal veilig, betrouwbaar en voorbereid op de toekomst. stiebel-eltron.nl/wpnext Meld je aan voor het webinar Maak 4 juli kennis met wpnext Warmtepompen van de volgende generatie
11 nr. 4 Juni 2025 Thema Dak- en gevelrenovatie: Beleid “We bouwen met klimaatdata uit het verleden” Het klimaat verandert snel en in Nederland gaat dat zo mogelijk nog sneller. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor hoe we onze gebouwen ontwerpen, bouwen en renoveren. “We maken nu nog gebruik van normen die gebaseerd zijn op weerdata uit het verleden. Maar die sluiten niet meer aan bij de realiteit van vandaag – laat staan bij die van morgen”, stelt Harm Valk, senior adviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs. Samen met collega’s Theo Haytink en Johan Kaspers voerde hij een diepgaand onderzoek uit naar de impact van het toekomstige klimaat op het binnenklimaat van woningen. De conclusie is onomwonden: buitenzonwering moet als standaardmaatregel worden opgenomen in elk nieuwbouw- en renovatieproject. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s/afbeeldingen: Nieman. In opdracht van RVO en TKI Urban Energy onderzocht Nieman wat de gevolgen zijn van de KNMI’23-klimaatscenario’s voor het binnenklimaat van gebouwen. De resultaten liegen er niet om. Zelfs in het relatief nabije zichtjaar 2033 neemt het aantal tropische nachten (>20°C) al fors toe. “Voor 2050 stijgt dit aantal in het midden-scenario naar zo’n 188 nachtelijke uren boven de 20 graden. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van de huidige situatie”, aldus Valk. Wat hem vooral zorgen baart, is het effect op de gezondheid van bewoners. “De echte opgave zit in de nacht. De temperatuur daalt onvoldoende, waardoor mensen slecht slapen en hun lichaam zich niet kan herstellen. Dat heeft direct effect op de volksgezondheid.” Norm achterhaald De norm waar nu in de Nederlandse bouwpraktijk mee wordt gerekend – NEN 5060 T05 – is volgens Valk achterhaald. Dit T05-referentiejaar wordt gebruikt voor het berekenen van het risico op oververhitting en voor de grootte van koelinstallaties. “Het principe lijkt goed, want dit referentiejaar gaat uit van een overschrijdingskans van 1 op 20 jaar. Maar die is gebaseerd op metingen uit het verleden. Als je dat vergelijkt met de klimaatscenario’s van 2033 en 2050, en zelfs met de laatste zomers, dan zie je dat de T05 zwaar onderschat wat er Zonwering moet standaard worden in bouwregelgeving: Zonder zonwering blijkt deze referentiewoning in het huidige referentieklimaat al 2601 uur per jaar boven de thermische comfortgrens (GTO) te zitten. Bron Nieman-Klimaateffectatlas op ons afkomt. Je bouwt dus een woning met een klimaatschil en voorzieningen die onvoldoende voorbereid is op wat we redelijkerwijs kunnen verwachten.” Hij pleit er dan ook voor om zo snel mogelijk het referentieklimaat bij de tijd te brengen en gereed te maken voor de nabije toekomst. De normcommissie start er nog dit jaar mee, zo is inmiddels bekend. Ook adviseert Valk om niet langer met één landelijk referentiejaar te werken, maar klimaatscenario’s locatiespecifiek toe te passen. “De verschillen tussen bijvoorbeeld Alkmaar en Roermond kunnen een factor twee zijn, alleen al als je kijkt naar nachtelijke oververhitting. Het is niet meer verantwoord om daar niet op te sturen.” In de studie wordt onder meer een typische tussenwoning doorgerekend, zoals ze veel zijn gebouwd in de jaren ’60 tot ’90. Zonder zonwering blijkt deze woning in het huidige referentieklimaat al 2601 uur per jaar boven de thermische comfortgrens (GTO) te zitten. “Dat is extreem. Met zonwering daalt dat naar 78 uur, een enorm verschil”, aldus Valk. “En dat is nog op basis van het oude klimaatbestand. Kijk je naar 2033 of 2050, dan wordt zonwering onmisbaar. Welke oplossing je dan kiest maakt minder uit. Maar houd de zon buiten.” Koelbehoefte halveren met zonwering Toch is zonwering nog geen standaardmaatregel in het Bouwbesluit. Volgens Valk is dat een gemiste kans. “We zien nu een sterke toename in het gebruik van airco’s, maar dat leidt tot hogere piekbelasting op het elektriciteitsnet en tot een groter energiegebruik, juist in de nacht. De buitenunit van een airco warmt bovendien de buitenruimte verder op. Zonwering is een veel duurzamer alternatief. Daarmee kun je de koelbehoefte in veel gevallen zelfs halveren.” Naast de algemene opwarming speelt ook het stedelijk hitte-eiland (urban heat island, UHI) een steeds grotere rol. “In het centrum van Utrecht meten we ’s nachts tot 5 graden hogere temperaturen dan in het nabijgelegen De Bilt”, vertelt Valk. “Dat komt door de opwarming van stenen en asfalt overdag, en het gebrek aan afkoeling in dichtbebouwde gebieden. En dan hebben we het nog niet eens over de toekomstige verdichting van steden.” Dat effect speelt niet alleen in steden, maar in de gehele gebouwde omgeving. “We noemen het wel ‘urban’, maar het speelt in alle versteende gebieden ook in kleinere plaatsen.” Dit effect zorgt ervoor dat niet alleen meer woningen te maken krijgen met oververhitting, maar ook dat de verschillen binnen steden en wijken sterk toenemen. “Dat vereist een verfijnde aanpak. Het is niet genoeg om te zeggen: ‘de gemiddelde temperatuur stijgt’. Je moet kijken naar lokale effecten, en je ontwerp daarop afstemmen.” Zonwering verplichten Hoewel Valk het belang van verder onderzoek benadrukt - bijvoorbeeld naar de betrouwbaarheid van gebruikte indicatoren, een goede meetmethode en grenswaarde en de effectiviteit van nachtelijke ventilatie - vindt hij dat beleidsmakers niet moeten wachten met actie. “De data die we nu al hebben, maken overduidelijk dat maatregelen zoals zonwering cruciaal zijn. We weten wat werkt, dus laten we daar ook beleid op maken.” Hij pleit voor het verplicht stellen van zonwering bij nieuwbouw en ingrijpende renovaties. “Net zoals isolatie in de winter standaard is, moet buitenzonwering dat voor de zomer worden. Overigens helpt die isolatie in de zomer ook, als je de zonnewarmte maar buiten houdt.” Volgens Valk moeten ontwerpers en architecten hun verantwoordelijkheid nemen door het veranderende klimaat als vertrekpunt te nemen in plaats van een sluitpost. “We bouwen nu nog alsof het 2005 is, maar onze gebouwen moeten functioneren tot 2080. Als je dan alleen naar het verleden kijkt, bouw je alsof je alleen maar in de achteruitkijkspiegel tuurt.” Zonwering is een veel duurzamer alternatief om je huis koel te houden. Daarmee kun je de koelbehoefte in sommige gevallen zelfs halveren, stelt Nieman in een recent rapport. Foto: Harmen Weijer
12 nr. 4 Juni 2025 Thema Dak- en gevelrenovatie: Klimaatadaptatie Groen als remedie tegen hittestress in woningen In de zoektocht naar een toekomstbestendige gebouwde omgeving is hittestress een onderwerp dat nog te vaak onderbelicht blijft. Toch laat recent afstudeeronderzoek van Ferne Kikkert bij adviesbureau Merosch overtuigend zien dat vergroening van gebouwen een krachtig middel kan zijn om het binnenklimaat te verbeteren. Hoewel de studie zich richt op nieuwbouw, zijn de conclusies juist bijzonder waardevol voor de bestaande bouw. “Groen op het dak, aan de gevel en direct rondom gebouwen kan tot 60 procent van het aantal uren reduceren dat bewoners last hebben van de hittestress in woningen”, stelt Kikkert. “En die reductie is in bestaande bouw waarschijnlijk nog groter, omdat deze woningen minder geïsoleerd zijn en daardoor warmte van buiten minder makkelijk kan worden tegengehouden.” Auteur: Harmen Weijer. Groene gevels, daktuinen en bomen rondom gebouwen: ze zijn niet alleen esthetisch aantrekkelijk, maar blijken ook functioneel in het verminderen van de warmtebelasting van woningen. In zijn onderzoek vergeleek Ferne Kikkert verschillende vormen van groen – van sedumdaken tot gevelbegroeiing en bomen op vijf tot tien meter afstand – op hun invloed op de zogenoemde GTO, de gewogen temperatuuroverschrijding. “Bij maximale vergroening, dus een combinatie van groene gevels, een daktuin en omringende bomen, daalt die GTO met 50 tot 60 procent”, vertelt Kikkert. “Dat betekent concreet dat je van bijvoorbeeld 250 uur overschrijding per jaar, terug kunt gaan “Juist in die toekomstscenario’s moeten we de koeling op buurtniveau organiseren.” naar 110 uur. Dat is een enorme verbetering. Als je kijkt naar wat dat scheelt qua temperatuur in huis, dan kan het gaan om tussen de 0,5 en 1°C. Dit lijkt misschien insignificant, zeker als het met actieve koeling wordt vergeleken, maar heeft wel een grote impact op de totale overschrijding van een verblijfsruimte.” Kansen voor woningcorporaties Arnold van ’t Veld, senior adviseur klimaatadaptatie en natuurinclusiviteit bij Merosch, ziet in deze uitkomsten een directe kans voor woningcorporaties. “Uit de Hitte-enquête van 2020 onder woningcorporaties bleek dat 69 procent van de corporaties niet in beeld heeft wat het effect is van renovaties op hittestress”, zegt hij. “Sterker nog: veel maatregelen die bedoeld zijn om de woning in de winter energiezuiniger te maken – zoals extra isolatie – werken juist averechts in de zomer. De zon komt binnen via het glas op het zuiden of westen. Warmte blijft hangen, met een verhoogd risico op oververhitting.” De implicaties voor de bestaande bouw zijn groot, stelt Van ’t Veld. “Juist in oudere, slechter geïsoleerde woningen kan vergroening een nog groter effect hebben dan in nieuwbouw. Daar valt veel winst te behalen.” Wat opvalt is dat de kennis over hitteproblematiek in Nederland nog beperkt is. “We zijn in ons denken over klimaatadaptatie nog erg gericht op wateroverlast en droogte”, zegt Van ’t Veld. “Hitte is een relatief nieuw thema. Ook niet gek, want we zijn nog niet gewend om langdurige hittegolven in onze steden en woningen te ervaren, laat staan er beleid op te maken.” Koppeling tussen buitenruimte en binnenklimaat Maar vast staat dat Nederland steeds warmer wordt. Juist daarom is het onderzoek van Kikkert zo waardevol, stelt Van ‘t Veld. Het legt een directe koppeling tussen buitenruimte en binnenklimaat. En daaruit bleek ook wat vergroening doet in toekomstscenario’s met een warmer klimaat, bijvoorbeeld het KNMI-scenario met hoge CO₂-uitstoot en droogte. Kikkert: “Dan zie je dat het effect van groen afneemt. Bij extreem hoge luchttemperaturen helpt schaduw nauwelijks meer, omdat de warmte gewoon de woning binnendringt.” Dat is volgens Van ’t Veld geen reden om te stoppen met vergroening. Integendeel. “Juist in die toekomstscenario’s moeten we de koeling op buurtniveau organiseren. Denk aan een toename van 10 procent groen in een wijk, wat al 0,5 graden luchttemperatuur kan schelen. Het gaat dus niet alleen om de gevel, maar om de hele stedelijke omgeving.” Drie knoppen om aan te draaien Volgens Van ‘t Veld zijn er grofweg drie ‘knoppen’ waaraan gedraaid kan worden: het gebouw, de directe omgeving en het beleid. “Pas als je op al die niveaus inzet, krijg je effect”, stelt hij. Daarbij is acceptatie van warmere binnentemperaturen, maar ook het eventueel aanpassen van wettelijke normen, mogelijke routes. “We hebben immers de Ladder van koeling”, zegt hij. “Eerst vergroening van de omgeving, dan warmte weren, bijvoorbeeld door zonwering en groene gevels, vervolgens passieve koeling, en pas als laatste actief koelen met installaties. Want actieve koeling met airco’s vraagt om energie, en dat is in tijden van netcongestie niet altijd wenselijk.” Toepassing in bestaande bouw is echter complex. “Je hebt bij renovatieprojecten vaak te maken met particulier eigendom, beperkte ruimte en beheerlasten”, zegt Van ’t Veld. “Wie onderhoudt straks die boom of dat groene dak?” Toch is hij optimistisch. “Als je de winst van groen concreet kunt aantonen – in graden Celsius of GTO-uren, dus minder overschrijding van te warme momenten – dan wordt het gesprek makkelijker. Dan kun je een woningcorporatiebestuurder laten zien: kijk, met deze maatregel verminder je de koellast met de helft.” De onderzoekers van Merosch willen de inzichten uit het nieuwbouwonderzoek nu vertalen naar bestaande bouw. “Een logisch vervolg zou zijn om ditzelfde type onderzoek te doen bij portiekflats uit de jaren 60 of eengezinswoningen uit de jaren 30”, zegt Van ’t Veld. “Daar kunnen we echt nog grotere stappen zetten.” Bij maximale vergroening, dus een combinatie van groene gevels, een daktuin en omringende bomen, daalt de temperatuuroverschrijdiging in woningen met 50 tot 60 procent. Foto: Sempergreen.
13 nr. 4 Juni 2025 Opinie: Geplande herinrichting van een wijk: de bewonerskant De nieuwe klimaatadaptieve Gasthuiswijk in Leiden is een voorbeeld voor het klimaatadaptief inrichten ten aanzien van droogte en wateroverlast. Stichting RIONED en gemeente Leiden hebben deze wijk niet voor niets opgenomen in het bulletin ‘De wijk in’. Alleen de impact op hitte in het gebied en op de woning lijkt vergeten, zo stelt Arnold van ’t Veld van Merosch in een persoonlijke blog op de site van Merosch. “Zondagmiddag aan de eettafel bij mijn schoonfamilie. Het gaat het over de geplande herinrichting in de wijk in Leiden Zuidwest. Het cliché over bewoners is waar. Mijn schoonouders willen zo min mogelijk verandering en willen zich gehoord voelen door de gemeente. Want in ‘hun’ wijk staat een flinke opgave gepland, zoals een behoorlijk aantal nieuwe watergangen om de wijk klimaatadaptief in te richten. Ik voel me onderdeel van 2 kampen. Aan de ene kant mijn familie die graag een mooie en fijne leefomgeving wil hebben. Aan de andere kant de adviseurs, die de uitdaging hebben om een wijk opnieuw in te richten inclusief de nieuwe uitdagingen door klimaatverandering. Zoals wateroverlast. In mijn rol als adviseur merk ik hoe moeilijk het is om een volledig duurzame klimaatadaptieve inrichting te maken. De wijk is inmiddels aangepast en zit vol met maatregelen, waarmee alle welbekende wensen van de wateradviseur worden vervuld: wadi’s om water te infiltreren tegen droogte, open goten voor een zichtbare afvoer van water voor meer bewustwording, natuurvriendelijke oevers voor een combinatie van waterberging en versterking van de biodiversiteit, een nieuw legpatroon voor water infiltrerende bestrating met optimaal hergebruik van bestrating en een open stoepband om water oppervlakkig en vertraagd af te voeren naar het oppervlaktewater. Juist aan die keukentafel merk ik het verschil voor mensen die daadwerkelijk in de wijk wonen. De bomen en struiken hebben plaatsgemaakt voor een watergang, houten kade en opstelplaatsen voor afvalcontainers. De hoeveelheid schaduw op straat is flink afgenomen, met als gevolg een hogere gevoelstemperatuur in de zomer. Bewoners missen die prachtige bomen. Bomen die in de zomer de warmte van de zon buiten hielden en in de winter de zon doorlieten. De woning van mijn schoonouders en hun buren hebben nu voor het eerst zonwering nodig op het oosten om de woning koel(er) te houden tijdens de hete dagen. Nu kan u denken: ‘Dit is één voorbeeld’. Dat klopt. Maar dat voorbeeld staat niet op zichzelf. Bij de renovatie van (huur)woningen wordt in 69% van de gevallen geen rekening gehouden met een toenemende koelbehoefte door klimaatverandering. In het fysieke domein, bijvoorbeeld bij reconstructie zoals in de Gasthuiswijk, geeft 41% van de gemeentes aan dat hitte-adaptatie nog niet voldoende aandacht krijgt. (Hitte-enquête gemeentes, 2020). Laat staan de relatie tussen het binnenklimaat en de openbare ruimte. Werk aan de winkel dus! In Nederland moeten we meer aan de slag met hitte, waarbij wij in ieder geval de volgende opgaves zien: • Informeren van bewoners door gemeentes en woningbouwcorporaties over het veranderen van het binnenklimaat door het veranderen van het klimaat en aanpassingen in de openbare ruimte. • Ondersteunen of faciliteren van hittebestendige maatregelen bij renovatie en/of reconstructie van de woonwijk o.a. ter voorkoming van het installeren van airco’s • Delen van tools en middelen om te rekenen aan hitte en effecten van maatregelen aantoonbaar en concreet te laten zien, e.g. door middel van de gevoelstemperatuur/PET-kaart. • Onderzoek doen naar de effecten van maatregelen in de buitenruimte op het binnenklimaat van de woning, zoals een boom voor de woning.” Zuidzijde voor herinrichting met bomen en beplanting. Foto: privé archief Zuidzijde na herinrichting. Foto: privé archief Noorzijde voor herinrichting met bomen en beplanting. Foto: privé archief Noordzijde na herinrichting. Foto: privé archief
www.renovatietotaal.nlRkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=