RenovatieTotaal 3 - 2025

Hét platform voor de renovatiesector THEMA RENOVATIE & TRANSFORMATIE Optoppen als nieuwe standaard 15 INTERVIEW Kim Putters: “Woningtekort aanpakken door samenwerking” 25 JONGE VERDUURZAMERS “Missie? Het is onze plicht om bouwsector op te schudden” 31 NUMMER 3 | JAARGANG 15 | MEI 2025 “ Leren over veilig werken op de bouw kan beter met spannende pubquiz” Pag. 9 Vakbeurs Renovatie & Transformatie

PREFA SOLAR DAKPAN UW DAK WERKT VOOR U CONTACTGEGEVENS WWW.PREFA.NL

3 nr. 3 Mei 2025 Redactioneel In dit nummer COLOFON RenovatieTotaal is een onafhankelijke informatiebron en verschijnt 7 maal per jaar. RenovatieTotaal gaat over renovatie, restauratie, herbestemming, onderhoud, op- en aanbouwen en alles wat met de bestaande bouw te maken heeft. Jaargang 15, nummer 3, mei 2025 Uitgever Hugo Arends (0570) 861007 E-mail: hugo@handelsuitgaven.nl Hoofdredactie Harmen Weijer redactie@renovatietotaal.nl Redactie Shendell Benilia Frank de Groot Joop van Vlerken Medewerkers Haico van Nunen Willard van Reenen Marketing & Communicatie Maxime Wendt (0570) 768642 E-mail: maxime@handelsuitgaven.nl Advertenties Tom Sotthewes (0570) 654660 E-mal: tom@handelsuitgaven.nl Abonnementen Mirjam Nijbroek (0570) 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Ontwerp en Opmaak Bureau OMA, Doetinchem www.bureauoma.nl Cover “Leren over veilig werken kan beter met spannende pubquiz" (pag. 9) Druk Rodi Rotatiedruk RenovatieTotaal is een uitgave van Nederlandse HandelsUitgaven BV Postbus 2273, 7420 AG Deventer Keulenstraat 8J 7418 ET Deventer Tel. 0570 – 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Copyright Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder de nadrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze uitgave is zorgvuldig en naar het beste weten samengesteld. Uitgever en auteurs kunnen echter niet instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, als gevolg van handelingen of beslissingen die op deze informatie zijn gebaseerd. Project in Beeld: “Leren over veilig werken in pubquiz” 9 Thema Renovatie & Transformatie: Trends en praktijk op vakbeurs 11 Installaties: Stadswarmte samen met aircoheaters 33 5 Actueel 7 Column Haico van Nunen 12 Thema Renovatie & Transformatie: hergebruik 17 Thema Renovatie & Transformatie: vloerisolatie 18 Thema Renovatie & Transformatie: Kennisprogramma 20 T hema Renovatie & Transformatie: Plattegrond beurs + beursdeelnemers 23 Thema Renovatie & Transformatie: VvE’s 24 OudNieuw 25 Interview: Kim Putters, SER-voorzitter 29 Bouwhistorie: Materiaalkennis, deel 2 31 Jonge Verduurzamers 34 Installatienieuws 37 Installaties: Cursussen & Opleidingen i.s.m. TVVL 39 Productoverzicht Woningtekort Kunnen we twee vliegen in één klap slaan: gebouwen verduurzamen en het woningtekort oplossen? Dat is de kernvraag voor de bouwsector tussen nu en de komende jaren. Natuurlijk sluit het ene het andere niet uit, maar het moet wel gedaan worden en – spoiler – de praktijk is weerbarstig, lange adem is gevraagd, frustratie zal gegarandeerd optreden. Maar ja, wie zei dat het makkelijk zou zijn? In deze editie van RenovatieTotaal blikken we vooruit op de vakbeurs Renovatie & Transformatie, die volgende week van 13 tot en met 15 mei in de Brabanthallen weer plaatsvindt. De beurs laat deze trends ook zien, bijvoorbeeld met de nieuwe Beter Verbouwen Bokaal. Die is meer praktijkgericht dan de Innovatie Award die jarenlang op de vakbeurs is uitgereikt, zo beargumenteert de nieuwe beursmanager Marjolein Steinhage (p.11). Dat is terecht, want door te doen lossen we het woningtekort op een duurzame wijze op. VvE’s gaan er nu mee aan de slag (p. 23). Door op te toppen sla je die twee vliegen in één klap (p.15). En als we die extra woningen toevoegen (nieuwbouw maar zeker ook in de bestaande bouw), laten we op tijd de buurt er omheen er bij betrekken, zo bepleit Kim Putters (p. 2527). Het lijkt een ABC, maar het gebeurt nog steeds te weinig, met de vertragende stappen via de Raad van State tot gevolg. De aanhouder wint, en de voldoening is groot, dus laten we nu die verbouwing van Nederland inzetten. Zodat de jongvolwassenen van nu zo snel mogelijk op zichzelf gaan wonen en niet pas als ze midden dertig zijn. Harmen Weijer Hoofdredacteur RenovatieTotaal Reageren? redactie@renovatietotaal.nl

MAX 4 Wapeningsplaten voor nieuwbouw en renovatie Vloeroplossingen OP-DECK® ICF Vloersysteem LEWIS® Zwaluwstaartplaten® HODY® Staalplaatbetonvloeren Pieter Zeemanweg 107 3316 GZ Dordrecht (NL) +31 (0)78 617 44 00 reppel@reppel.nl www.reppel.nl +31 174 513 094 info@tcvddool.nl www.tcvddool.nl Verhogen van uw bedrijfsruimte Een duurzaam en kostenefficiënt alternatief voor nieuwbouw.

5 nr. 3 Mei 2025 Actueel Provincie Limburg blijft behoud rijksmonumenten steunen met subsidieregeling Monulisa Provincie Limburg blijft het normaal onderhoud van rijksmonumenten ondersteunen tot en met 2028. De subsidieregeling Monulisa 2025-2028 heeft betrekking op religieuze gebouwen, molens en groene monumenten en vormt een aanvulling op de Subsidieregeling instandhouding monumenten (SIM) van het Rijk. De regeling wordt opnieuw opengesteld naar aanleiding van een amendement van het CDA. “Met deze regeling bieden we ondersteuning aan het behoud van rijksmonumenten, door voor normaal onderhoud subsidie te verstrekken in aanvulling op een door het Rijk beschikbaar gestelde onderhoudssubsidie. Ik ben verheugd dat we na een succesvolle eerdere ronde de regeling hebben kunnen verlengen”, aldus Jasper Kuntzelaers, gedeputeerde Cultuur en Erfgoed van Limburg. Na een succesvolle eerdere regeling is voor de periode 2025 t/m 2028 een bedrag van € 3,4 miljoen beschikbaar gesteld. Bovendien is bij de nieuwe regeling het subsidiepercentage verhoogd van 10% naar 15%. Dit verhoogde percentage geldt voor alle aanvragen waarvoor in 2025 of later een beschikking voor de SIM van het Rijk is afgegeven. Het maximale subsidiebedrag blijft ongewijzigd op € 60.000,00 staan. Bron: Provincie Limburg 56 sociale huurwoningen in Nijkerk succesvol verduurzaamd Bouwbedrijf Aalberts Bouw uit Loosdrecht heeft in opdracht van woningcorporatie Woningstichting Nijkerk (WSN) grote onderhouds- en verduurzamingswerkzaamheden verricht bij 56 sociale huurwoningen in de Van Zuijlenstraat en Van Spaenstraat in Nijkerk. Daardoor hebben de meeste woningen drie of vier stappen gemaakt qua energielabel, van C naar A+ of A++. De woningen zijn tijdens de renovatie van onder tot boven aangepakt. Ze zijn volledig geïsoleerd en voorzien van zonnepanelen. Daarnaast is er een CO2-gestuurd warmte-terugwinsysteem met vochtsensors geplaatst. Naast een hoger energielabel hebben de woningen door deze werkzaamheden een verbeterde uitstraling gekregen. Nieuwe dakpannen, geïsoleerde gevelbeplating en kozijnen geven de jaren 70-woningen een moderne uitstraling. Bewoners mochten kiezen uit grijze, blauwe of groene ramen en deuren. “Het verduurzamen van bestaande woningen is een belangrijk thema voor Woningstichting Nijkerk”, vertelt Michiel van Baarsen, directeur-bestuurder van WSN. “Dit doen we natuurlijk vanuit duurzaamheidsoogpunt, maar vooral met accent op besparen. Door woningen te verduurzamen blijven ze warmer in de winter en koeler in de zomer. Dit scheelt aanzienlijk in de energierekening en zo houden we huurwoningen betaalbaar. Daardoor kunnen woningen én bewoners weer jaren vooruit. Ik ben blij dat het project is geslaagd en dat bewoners hier op meerdere vlakken van profiteren.” Bewoners zijn tijdens de werkzaamheden intensief betrokken bij alle stappen. Ellen Sprong, bewonersconsulente bij Aalberts: “Het is voor alle partijen belangrijk om bewoners goed te informeren over het project, omdat geen huis of bewoner hetzelfde is. Daarom hebben we alle bewoners persoonlijk bezocht, konden ze komen kijken in een modelwoning, hadden ze een vast aanspreekpunt en kregen ze uitgebreide informatie. Het verduurzamen van woningen heeft een technische kant, maar het sociale element is net zo belangrijk. Goede uitleg aan bewoners is cruciaal, zodat ze weten hoe ze de zonnepanelen en het warmte terugwinsysteem op de juiste manier gebruiken. Dit unieke contact met bewoners maakt het werk heel waardevol.” Bron: WSN Ondertekening groot onderhoud 78 appartementen Vianen Woningcorporatie LEKSTEDEwonen en Bouwbedrijf Bakker Arkel gaan samen aan de slag met het groot onderhoud van 78 appartementen aan de Benedictushof in Vianen. Het doel van dit project is om het gebouw energiezuiniger te maken, de CO2-uitstoot te verlagen en de woonomgeving aangenamer te maken. Het onderhoud wordt uitgevoerd met nieuwe technologieën en materialen, zodat bewoners straks kunnen genieten van lagere energiekosten en een beter binnenklimaat. Zo krijgt het gebouw een flinke opknapbeurt. Verouderde onderdelen worden vervangen, het trappenhuis wordt aangepast en de technische installaties, zoals de verwarming en ventilatie, worden verbeterd. Daarnaast krijgen alle appartementen HR+++ glas, wat ook zorgt voor betere isolatie. Bewoners krijgen een schuifpui die op de verdiepingen toegang geef tot een nieuw balkon van 4 m2. Wanneer keukens en badkamers nog niet eerder zijn gemoderniseerd worden keukens en badkamers vernieuwd. Henk Kooij (Manager Wonen): “Dit project is een goed voorbeeld van hoe groot onderhoud en verduurzaming samen kunnen gaan. Voor de bewoners betekent dit niet alleen een modernere woning, maar ook een lagere energierekening en een gezonder binnenklimaat”. Het onderhoud start rond april en in maart 2026 worden de woningen opgeleverd. In totaal worden 78 appartementen aangepakt. Bron: Lekstede Wonen

6 nr. 3 Mei 2025 Actueel Rotterdam Airport maakt renovatie terminal geheel af Na de modernisering van de vertrekhal en het security filter, gaat Rotterdam The Hague Airport (RTHA) aan de slag met de volgende fase in het toekomstbestendig maken van de luchthaven. Dit betekent dat de werkplekken van de operationele afdelingen in de terminal worden verbeterd en er aanpassingen worden gedaan in het passagiersproces, zoals het aanbieden van meer self-service faciliteiten en het verbeteren van het horeca-en retailaanbod. RTHA begint na de zomer met het renoveren van de bovenste verdieping van het terminalgebouw. Hiermee worden de werk- en rustplekken voor de operationele afdelingen (bijvoorbeeld beveiligingsbedrijf CTSN, grondafhandelaar Aviapartner) verbeterd en zullen zij dichter bij hun operationeel proces zitten. Deze afdelingen zitten nu nog in het naastgelegen ‘BelAir’ gebouw, hetgeen einde levensduur is en afgebroken zal worden. Ook de Havendienst zal verhuizen naar de terminal. Naar verwachting zullen de operationele afdelingen medio 2026 hun intrek nemen in de terminal. Aankomstpunt verplaatsen Om het kwaliteitsniveau hoog te blijven houden, ook bij een toenemend aantal passagiers, worden er vanaf medio 2026 aanpassingen gedaan in het gehele passagiersproces in de terminal. Door het aankomstpunt te verplaatsen naar een naastgelegen aankomstplein, wordt er meer ruimte gecreëerd in de terminal en krijgen vertrekkende passagiers meer mogelijkheden tot self-service bij het inchecken en afgeven van bagage. In de terminal, na het security proces, zal het horeca- en retail aanbod worden verbeterd. Ook komt er een aanbouw om ruimte te creëren en te voorzien in de veranderende wet-en regelgeving en daarbij behorende behoeften van de Koninklijke Marechaussee (paspoortcontrole) en de Douane (controle op goederen). Hoge duurzaamheidseisen Bij de bouw en exploitatie van de terminal worden hoge kwaliteits- en duurzaamheidseisen gehanteerd. Er zal zoveel mogelijk gebouwd worden zonder afval en materiaal zal worden hergebruikt waar mogelijk. RTHA streeft naar een zo energie-neutraal mogelijk gebouw. De klimaatinstallaties worden geoptimaliseerd naar een zo laag mogelijk verbruik van energie. Voor de aanpassingen aan de benedenverdieping van de terminal is een Europese Aanbesteding gestart die begin 2026 zal zijn afgerond. Naar verwachting zal de hele verbouwing eind 2027 klaar zijn. De verbouwing zal gefaseerd worden uitgevoerd, waardoor de terminal gewoon open en toegankelijk is voor alle passagiers. Bron: RHTA Woningen Rivierenwijk Utrecht worden verduurzaamd In de Rivierenwijk gaat bouwbedrijf Veluwezoom Verkerk voor woningcorporatie Portaal 121 vooroorlogse woningen verduurzamen. Van de bewoners van de Amstel-, Schipbeek-, Spaarne- en Zaanstraat ging 74% akkoord met het plan. Naast regulier onderhoud gaat Portaal de woning volledig isoleren, van gemiddeld energielabel F naar A. Zo wordt de ventilatie verbeterd. De keuken, badkamer en toilet worden vervangen als dit nodig is. Bovendien wordt het asbest verwijderd en wordt de brandveiligheid aangepakt. Portaal laat het dak isoleren en de dakpannen worden vervangen. Deze dakpannen worden circulair ingezet voor het gravel van tennisbanen of andere doeleinden. De binnenwanden van de woonkamer krijgen isolerende voorzetwanden en de woonkamervloer wordt volledig vernieuwd. Dit hout verwerkt Portaal ook circulair verwerken, waarbij de woningcorporatie denkt aan tuinbanken of plantenbakken voor de buurt. Deze werkzaamheden zijn ingrijpend voor de bewoners. Zij moeten hun woning tijdelijk verlaten. Voor een periode van drie weken krijgen zij een volledig ingerichte logeerwoning aangeboden in de wijk. Het meubilair uit de woonkamer wordt veilig in een container geplaatst. De werkzaamheden door Veluwezoom Verkerk zijn onlangs gestart en moeten voor de zomer van 2026 zijn afgerond. Bron: Portaal Studentenwoningen Steyl door BOEi gerenoveerd BOEi heeft de renovatie van 25 studentenvertrekken in Kloosterdorp Steyl, boven het Missiemuseum, voltooid. De studenten van hogeschool Fontys hebben onder andere nieuwe keukens en sanitair gekregen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd door Janssen de Jong OnderhoudPlus uit Venlo. Arno Boon, directeur BOEi: “Het afgelopen jaar hebben wij veel werk verricht in Steyl: zichtbaar, zoals nieuwe daken en veel schilderwerk, maar ook werk dat niet zichtbaar is zoals vervangen van installaties, elektra en brandmeldinstallaties. Nieuwe stap in deze gefaseerde aanpak is de studentenwoningen, die hard aan renovatie toe waren. Voor deze 25 studenten moet het een fantastische ervaring zijn om in dit mooie kloosterdorp te wonen. In de aanloop naar het 150-jarig bestaan van Steyl, in 2025, is er meer activiteit in het Kloosterdorp aan de Maas. Zo is er nieuwe energie gekomen in Brasserie ’t Vaerhoes en heeft Robert’s Kruidentuin flink kunnen uitbreiden. Ook wordt gewerkt aan de restauratie van de Schlosserei. Het aanzien van de tuinen heeft ook de nodige aandacht gekregen. BOEi is sinds 2023 bestuurder van Stichting Kloosterdorp Steyl, en daarmee eigenaar van maar liefst 30.000 m2 rijksmonumenten waaronder een voormalige drukkerij, watertoren, carréboerderij, ketelhuis, zwembad en kloostergebouwen. De gebouwen staan op ca. 12 hectare grond met prachtige parken en tuinen.. De provincie Limburg heeft het Kloosterdorp het predicaat regionaal cultureel erfgoed toegekend, vanwege de monumentale en landschappelijke waarde, de bijzondere concentratie van gebouwen, het rijke cultureel-maatschappelijke verleden en de aanwezigheid van bijzondere tuinen, musea, kunstenaars en ambachtslieden. Bron: BOEi. Foto: Google Streetview

7 nr. 3 Mei 2025 In elk nummer van RenovatieTotaal geeft dr.ir. Haico van Nunen zijn mening over een aspect van ‘de renovatiewereld’. Haico van Nunen is adviseur bij BouwhulpGroep en lector Duurzame Renovatie bij het kenniscentrum Duurzame HavenStad van Hogeschool Rotterdam. De sociale voorraad is eindig Voor verduurzaming wordt al lang gekeken naar de corporatie als startmotor, aanjager of springplank. Elk programma of initiatief voor verduurzaming richt zich op de corporatiewoning, Stroomversnelling, Verbouwstromen en Renovatieversneller. Zelfs de meeste aardgasvrije wijken moeten ontstaan rondom corporatiebezit. Het is eigenlijk niet zo verwonderlijk. Het is nu eenmaal makkelijk om met één persoon afspraken te maken over 100 woningen. Het gevolg is dat een groot deel van het sociale woningbezit in de laatste 10-15 jaar al verduurzaamd is. Misschien niet afdoende en moet er aanvullend nog wel een extra component verbeterd worden, want de energetische ambities zijn door de jaren heen wel toegenomen. Maar volgens recent onderzoek heeft 74% van de sociale huurwoningen al een C-label of beter en 50% zelfs een A- of B-label! Dat betekent dat de grootste noodzaak voor verduurzaming niet in de sociale huur ligt. Nu zal ik niet zeggen dat daar niets meer te doen is, maar als we op zoek zijn naar de renovatie- en verduurzamingsopgave voor de toekomst, dan zijn er 4,7 miljoen koopwoningen, waar slechts 35% een ABC label heeft en 23% A of B, wat een veel grotere opgave is. Het is niet alleen procentueel de groep met de meeste energetische potentie, ook in absolute zin is hier de meeste winst te behalen. Tegelijkertijd is dat de uitdaging, er is niet één eigenaar voor 100 woningen, er zijn 100 eigenaren voor 100 woningen, met waarschijnlijk nog meer wensen en vragen per woning. Het is ondoenlijk om al die mensen individueel te benaderen. We redden het niet in aantallen mensen; bovendien is het een onbetaalbaar proces. Ik denk dat een integrale buurtaanpak hier veel meer kans van slagen heeft. Samen met buurtbewoners aan de slag met de verduurzaming. Maar om te zorgen dat 100 opdrachtgevers het aanbod interessant vinden, moet het voorstel een antwoord geven op hun probleem. Voor de één is dat onderhoud, voor de ander meer comfort en voor die ene persoon toch verduurzaming. Door integraal en samen met de buurt naar de opgave te kijken, ontstaat er vanzelf de juiste vraag met de juiste oplossingen. En die zijn vervolgens herhaalbaar in de buurt. Het volgende verbeterprogramma zou zich dan ook niet meer op de corporatie moeten richten, zij weten wat hen nog te doen staat. Aandacht moet uitgaan naar de particuliere woningen en hoe daar de versnelling op gang gebracht kan worden. Column Beverwijkse sociale portiekwoningen uit jaren 50 worden verduurzaamd In opdracht van woningcorporatie Pré Wonen verduurzaamt BAM Wonen vier portiekflats in Beverwijk. Dankzij isolerend en zonwerend glas én betere ventilatie stijgt het energielabel van negentig sociale huurwoningen naar A, B en C. De bewoners krijgen hierdoor een beter wooncomfort en een lager energieverbruik. Het plan is enthousiast ontvangen door bewoners die al binnen drie dagen hun instemming gaven. De uitvoering is gestart en wordt voor eind juli 2025 afgerond. De negentig woningen aan de Plantage zijn gebouwd in 1957 en veel hiervan hebben nu een energielabel dat varieert van E tot G. Het lage energielabel komt door de matige isolatie. BAM Wonen isoleert daarom het dak, plaatst nieuwe, geïsoleerde woningtoegangsdeuren en vervangt het glas door HR++. Ook worden gaten en kieren bij kozijnen gedicht. Alle woningen krijgen een energiezuinig ventilatiesysteem met CO2-sensoren. Meet zo’n sensor te veel koolstofdioxide (CO2) in huis, dan gaat het systeem automatisch meer lucht verversen. De verbeteringen zorgen voor een sprong naar energielabel A, B of C en brengen de energierekening van bewoners omlaag. Bas Melchers, projectleider Vastgoed bij Pré Wonen is blij met de verduurzaming: “Het binnenklimaat in de woningen wordt een stuk aangenamer, zowel bij warm als koud weer. Bovendien gaat de energierekening voor bewoners omlaag en voeren we geen huurverhoging door. Iedereen gaat er dus op vooruit.” Bron: BAM Wonen Test 2K epoxy reparatiemiddel voor hout en laat jouw vakmanschap spreken Werk jij dagelijks met houtreparatie en heb je een scherpe mening over wat wél en niet werkt? Dan is dit jouw kans. Samen met RenovatieTotaal zoekt Pearl Paint schilders en allround vakmensen die de Zusex Ultimate Repair willen testen: een 2K epoxy reparatiemiddel voor hout dat speciaal is ontwikkeld met en voor professionals. Zusex staat bekend om zijn oplosmiddelvrije formules, kwaliteit zonder poespas en een nuchtere aanpak: wat erop staat, zit erin. Tijdens deze test draait alles om jouw eerlijke mening. Hoe goed mengt het product? Hoe vind je de geur? Laat het zich strak modelleren? Schuurt het fijn af? En maakt het voor jou verschil dat het in eigen land wordt geproduceerd? Je hoeft geen ervaring te hebben met Zusex – juist nieuwe gebruikers zijn van harte welkom, net als vakspecialisten die het merk al kennen. Het enige wat we vragen, is dat je het product gebruikt zoals je dat op de werkvloer ook zou doen. Na afloop geef je je oordeel. Kort, krachtig en eerlijk. Uit alle inzendingen selecteren we een aantal testers die een gratis testpakket ontvangen. Hun ervaringen verschijnen later in een artikel in RenovatieTotaal. Klaar om je mening te geven over een reparatiemiddel dat is ontwikkeld door mensen uit het vak? Meld je aan en doe mee: info@pearlpaintgroup.com Lezerstest Lezers aan de slag

www.griffon.eu Griffon. De keuze van de prof. Panel Max speciaallijmen zijn ideaal voor het monteren en verlijmen van vrijwel alle typen wandbekleding en panelen van o.a. hout, HPL, steen, aluminium, composiet, EPS, polyurethaan of PVC op verschillende ondergronden. Of het nu gaat om akoestische panelen, decoratieve panelen van klein formaat of wandpanelen van groot formaat, met Panel Max Direct Power en Panel Max Full Surface heb je de ideale montagelijm voor elke toepassing. Direct Power is perfect voor het verlijmen van zware panelen en panelen onder spanning. Full Surface is ideaal voor dunne panelen en vlakke ondergronden waar gelijkmatig aanbrengen belangrijk is. Beide producten kunnen aangebracht worden met de Panel Max Multi Nozzle. De speciale spuitmond met vier openingen zorgt voor de juiste hoeveelheid lijm en los van elkaar liggende, strakke lijmrillen, zodat goede uitharding en verdeling van de lijm gegarandeerd zijn. DE BESTE SPECIAALLIJMEN VOOR PANEELVERLIJMING

9 nr. 3 Mei 2025 Project in Beeld “ Leren over veilig werken op de bouw kan beter met spannende pubquiz” Veiligheid op de bouwplaats is geen luxe, maar een noodzaak. Dat laten de jaarlijkse cijfers over ongevallen op de bouwplaats pijnlijk duidelijk zien. In 2023 waren er alleen al 11 dodelijke ongelukken. De vraag is alleen hoe krijg je bouwprofessionals zover dat ze blijven leren over veiligheid? Opleidingsinstituut Savantis gebruikt al sinds 2018 een verrassende manier om vaklui niet alleen te informeren, maar ook enthousiast te maken: toolboxmeetings in de vorm van een pubquiz. Robert Sjoers van Savantis legt uit wat dit precies inhoudt. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: Savantis De standaard toolboxmeeting is meestal niets meer en niets minder dan een korte bijeenkomst waarin veiligheidsinstructies worden gegeven, meestal zelfs herhaald. Op papier is het een prima middel om vakmensen bewust te maken waarom veilig werken nodig is en hoe ze dat kunnen doen. In de praktijk blijken deze bijeenkomsten echter vaak slaapverwekkend, weet Sjoers uit eigen ervaring. “Ik heb meegemaakt dat een voorman een A4’tje voorlas in de keet of op kantoor. En dat was het ook. Niemand leerde er iets van en de volgende keer kwam de helft niet eens meer opdagen,” zegt hij. Toch is het belang groot, want jaarlijks gebeuren er te veel ongevallen in de bouw, waarvan 11 zelfs met dodelijke afloop. Waarom nemen mensen veiligheid dan niet serieuzer? Sjoers: “Een aannemer heeft vaak andere hoofdprioriteiten: waar komt morgen het werk vandaan, wie voert het uit, en tegen welke prijs? Veiligheid komt vaak pas daarna eens op de agenda.” En dat terwijl de gevolgen van een ongeval – zowel emotioneel als financieel – gigantisch zijn. “Ik sprak laatst een aannemer bij wie een medewerker dodelijk verongelukte. Dat heeft een enorme impact op het hele team.” Daarnaast zijn veel bouwplaatsen bemand met flexwerkers en zzp’ers. “Die hebben misschien ooit een VCA gehaald, maar nergens wordt bijgehouden of ze dat blijven bijspijkeren. En dan moeten ze voor een toolbox vaak ook nog eens ver reizen – voor een oersaaie bijeenkomst. Dat doen ze één keer en daarna nooit meer.” De kracht van spel Dus besloot Savantis het anders aan te pakken. “We kregen van klanten de vraag: hoe leren we mensen iets én vinden ze het nog leuk ook? We bedachten om dat in de vorm van een pubquiz te gieten.” In teams van vijf beantwoorden deelnemers vragen over veiligheid. Dat klinkt misschien luchtig, maar de inhoud is bloedserieus. “Op de bouw heerst een macho-cultuur. Niemand wil van een jong broekie horen hoe hij zijn werk moet doen. Maar maak er een spelletje van waarin je van elkaar kunt winnen, en ineens doet iedereen fanatiek mee,” lacht Sjoers. “En het mooie is: ze onthouden het ook nog eens veel beter. Ze gaan er zelfs later met collega’s over doorpraten.” Verleiden in plaats van verplichten Volgens Sjoers is het effect van deze speelse aanpak groter dan bij traditionele trainingen. “We zien dat mensen dingen gaan checken in de praktijk. ‘Mag ik tot 3 meter, 5,5 meter of tot 7,5 meter op een trap nog werken?’ Ze willen het zeker weten. Dat is precies wat je wilt bereiken: dat mensen zelf gaan nadenken over veilig werken.” Dat effect wordt versterkt door de informele setting. “We houden die sessies ‘incompany’, waarbij de ruimte wordt omgebouwd tot bijvoorbeeld een bruine kroeg. Iedereen krijgt een bouwhelm – soms een roze – en een drankje. Dat klinkt misschien jolig, maar het verlaagt de drempel enorm.” Sinds de start in 2018 organiseerde Savantis al meer dan 500 van deze interactieve sessies. Niet alleen voor kleine bouwbedrijven, maar ook voor grote namen in de sector. “We hebben zalen vol gehad, van 25 tot wel 120 mensen. En de reacties zijn steevast positief,” vertelt Sjoers. Een opvallende, nieuwe succesfactor is de inzet van vrouwelijke trainers. “Dat zorgt voor een andere dynamiek. Ze worden heel goed geaccepteerd en stellen juist die lastige vragen die mannen soms uit de weg gaan. ‘Hoe kom je daarbij?’ ‘Leg dat eens uit aan de groep.’ Dat levert mooie gesprekken op,” aldus Sjoers. Veiligheid als cultuur, niet als controle Wat hem betreft is veiligheid geen lijstje om af te vinken, maar een cultuur die je samen bouwt. “We willen af van het vingertje. Niet verplichten, maar verleiden. Door met respect, humor en een beetje competitie mensen mee te nemen. Dan maak je echt het verschil.” Dat blijkt ook uit de verhalen die Sjoers hoort bij de intake van nieuwe sessies. “Ik vraag altijd: zijn er recent ongelukken gebeurd? Dan zegt men: ‘nee hoor’. Maar als ik doorvraag, blijkt er iemand in een spijker te zijn gestapt, of van een ladder afgevallen. Veel mensen denken bij ‘ongeluk’ alleen aan iets dodelijks. Maar juist die kleinere incidenten zijn waardevol om van te leren.” De boodschap die Robert Sjoers met zijn pubquiz-toolbox verspreidt, is dan ook heel duidelijk: veiligheid begint bij jezelf, maar samen leer je beter. “Je kunt mensen dwingen om te komen, maar dat werkt niet. Je moet ze motiveren om te willen leren. Dan pas verandert er echt iets op de bouwplaats.” Meer info: https://trainingen.savantis.nl Hoe toolboxmeetings verrassend kunnen zijn en daarmee effectiever: In teams van vijf beantwoorden deelnemers vragen over veiligheid. De sessies worden ‘incompany’ bij bedrijven zelf gehouden, waarbij de ruimte wordt omgebouwd voor de pubquiz.

AL 10 JAAR EEN EENHEID IN SAMENWERKING SAMEN STERK SL-COMBINATIEVLOER De meest toegepaste renovatievloer van Nederland Renovatiesystemen voor daken en gevels Bezoek onze stand tijdens de Renovatiebeurs en ontdek de vele voordelen van onze renovatiesystemen voor daken en gevels. www.isobouw.nl Hal 1 stand B-073 250001082 - IsoBouw - adv Renovateibeurs_239 x 175mm - V02.indd 1 02-04-2025 14:09

11 nr. 3 Mei 2025 Thema Renovatie & Transformatie: Interview Trends en praktijk komen tezamen op Renovatie & Transformatie 2025 In een tijd waar nieuwbouw steeds meer uitdagingen heeft door hoge kosten, stikstofbeperkingen en lange procedures, richten bouwers meer dan ooit hun pijlen op de bestaande gebouwvoorraad. Niet alleen om te verduurzamen, maar ook om ruimte slimmer te benutten. En minstens zo belangrijk: dat gebeurt steeds vaker op een biobased en circulaire manier. Al deze trends komen dit jaar nadrukkelijk tezamen op de vakbeurs Renovatie & Transformatie in Den Bosch, met Marjolein Steinhage als nieuwe beursmanager aan het roer. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: 54 Events “Je merkt dat er echt een beweging is van slopen naar slim vernieuwen”, vertelt Steinhage. “En dat zie je terug op de beursvloer, waar het draait om fundamentele vragen: hoe maken we de bestaande bouw toekomstbestendig? Hoe verbinden we partijen, ideeën en oplossingen?” Die vragen worden zo goed mogelijk beantwoord op deze vakbeurs, die van 13 tot en met 15 mei in de Brabanthallen in Den Bosch door 54 Events wordt georganiseerd. En ook deze keer wordt de beurs gehouden tezamen met de vakbeurzen MONUMENT en HOUTBOUW, vooral vanwege de overlap. Dat is bijvoorbeeld te zien bij één van de speerpunten op de beurs, namelijk biobased bouwen. “Dat is een trend die op alle drie de beurzen aanwezig is, en daarom hebben we voor de hierin geïnteresseerde bezoekers een route samengesteld die hen langs beursdeelnemers brengt die actief zijn in deze opkomende markt en op alle drie beurzen staan.” Want biobased is niet alleen een trend in isolatie, legt Steinhage uit. “Het gaat ook over biobased gevels, binnenwanden en constructies. De markt is er duidelijk mee bezig en tegelijkertijd is er veel behoefte aan kennis. Want wat ís biobased nu eigenlijk precies? En hoe past dat binnen verduurzaming?” De beurs pakt dat breed aan. Zo is er samenwerking met partijen als Building Balance en Passive House, die vanuit verschillende invalshoeken laten zien wat biobased en circulair bouwen kunnen betekenen. Verrassende verbindingen Ook dit keer is de beurs bewust niet opgeknipt in afgebakende segmenten. Exposanten met verschillende specialismen staan door elkaar. Volgens Steinhage bevordert dat kruisbestuiving tussen bedrijven en vakgebieden. “Natuurlijk zijn er exposanten die graag bij vakgenoten staan”, zegt ze. “Maar juist door onverwachte buren te krijgen ontstaan nieuwe gesprekken en samenwerkingen. Ook bezoekers worden verrast en geïnspireerd.” Dat past bij het overkoepelende doel dat Steinhage formuleert: “We willen de markt verbinden. Niet alleen exposanten met bezoekers, maar ook bedrijven met elkaar. Zo ontstaan nieuwe allianties die concrete impact maken.” Beter Verbouwen Bokaal Een andere noviteit dit jaar is de introductie van de Beter Verbouwen Bokaal. Deze nieuwe prijs is meer op de praktijk gericht dan de Innovatie Award, die de afgelopen jaren werd uitgereikt. “Innovatie is een veelgebruikte term, maar vaak lastig te duiden”, vindt Steinhage. “Met de Beter Verbouwen bokaal willen we projecten belonen die echt bijdragen aan beter verbouwen; ook als ze niet per se gloednieuw zijn maar bestaande technieken slim inzetten. Belangrijk is dat de inzending zich richt op vernieuwende toepassingen in de gebouwde omgeving, of het nu gaat om producten, processen of diensten.” De jury beoordeelt momenteel zo’n 19 inzendingen. De bekendmaking van de genomineerden volgt kort voor de beurs. “We willen dat proces zorgvuldig en onafhankelijk laten verlopen”, aldus Steinhage. “Voor mij als nieuwe beursmanager is het ook ontzettend leerzaam om te zien waar de markt warm voor loopt.” Net als in vorige edities besteedt de beurs gericht aandacht aan specifieke doelgroepen. Voor de donderdag zijn bijvoorbeeld vooral gemeenten expliciet uitgenodigd te komen, met lezingen en discussies die inspelen op de opgaven waar gemeenten en woningcorporaties voor staan. “We werken al jaren samen met het Nationaal Renovatie Platform (NRP)”, licht Steinhage toe. “Op donderdag 15 mei organiseert het NRP onder meer de sessie ‘Beter dan Sloop’, die inspeelt op hoe je op een slimme manier met bestaande bouw kunt omgaan.” Praktisch en toekomstgericht Waar veel vakbeurzen een technisch of productgericht karakter hebben, wil Steinhage vooral de praktische kant benadrukken. “Bezoekers moeten naar huis gaan met ideeën die ze meteen kunnen toepassen. Daarom hebben we veel concrete voorbeelden op de beurs, naast inspirerende sessies.” “De kracht van deze beurs is dat je er echt met je voeten in de klei staat”, zegt ze. “Je loopt over de beurs en denkt: hé, dit kan ik morgen al gebruiken in mijn project.” Zelf heeft ze daar ook ervaring mee: zo woont ze in een woning uit 1906 dat ze samen met haar man geheel heeft gerenoveerd. “Daar kwamen al die thema’s samen: isolatie, gasloos koken, dakgoten verlengen… Ik weet dus hoe belangrijk het is om praktische handvatten te krijgen.” Grote vraag is – zeker voor een nieuwe beursmanager: wanneer is de beurs geslaagd? Wat hoopt Steinhage aan het eind van de beurs terug te horen van zowel exposanten als bezoekers? “Dat mensen elkaar gevonden hebben. Dat ze zeggen: door deze beurs zijn we gaan samenwerken, of hebben we een idee gekregen waar we echt iets mee kunnen. Dan is mijn missie geslaagd.” Renovatie & Transformatie heeft net als MONUMENT en HOUTBOUW een boordevol en interessant kennisprogramma. Nieuwe beursmanager Marjolein Steinhage

12 nr. 3 Mei 2025 Thema Renovatie & Transformatie: Hergebruik “Er is veel meer mogelijk dan mens De bouwsector staat voor een immense uitdaging: verduurzaming. Een belangrijk maar nog onderbenut onderdeel daarvan is het hergebruik van materialen uit bestaande gebouwen. Thijs Noordhoek, adviseur bij ingenieurs- en adviesbureau NEBEST en spreker op de vakbeurs Renovatie & Transformatie, ziet hierin enorme kansen. “Er zijn ontzettend veel gebouwen die kunnen dienen als donor, en hergebruik is vaak niet eens duurder.” Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: NEBEST vloeren. Vooral omdat deze vloeren in de praktijk hebben bewezen wat ze kunnen. En na demontage analyseren wij deze vloeren geheel, en dat doen wij al tientallen jaren. Dus we kunnen met kennis en ervaring goed aangeven wat de kwaliteit is van hergebruikte materialen.” Voorbeelden Het gaat bij deze materialen veel verder dan alleen bakstenen of kozijnen. Ook dragende constructiedelen zoals kolommen, kanaalplaten of stalen balken kunnen uitstekend een tweede leven krijgen. En er zijn inmiddels meerdere voorbeelden die de weg kunnen wijzen: “Denk aan het Zaans Natuur Milieucentrum in Zaanstad, waar hergebruikte kanaalplaatvloeren zijn toegepast. Dat project is nu in de afrondende fase.” Een ander goed voorbeeld is volgens hem It Swettehûs in Friesland. “Daar zijn oude meerpalen gebruikt als kolommen in de constructie. Dat is niet alleen technisch verantwoord, maar het laat ook op een zichtbare manier zien wat hergebruik kan betekenen.” Een eveneens bekend voorbeeld is de Prinsenhof in Arnhem. “Daaruit zijn kanaalplaten en gevelelementen zorgvuldig gedemonteerd met het oog op hergebruik. Die liggen nu klaar om te worden ingezet in een volgend project in Heerlen.” Bottleneck Het bestaan van zulke referentieprojecten is belangrijk, benadrukt hij. “Je hoeft niet bang te zijn om het een keer Hergebruik van materiaal in de bouw steeds meer in trek Dat hergebruik van bestaand vastgoed meer en meer in zwang is, merkt Thijs Noordhoek als geen ander. “Toen ik 3,5 jaar geleden na mijn afstuderen bij NEBEST ging werken bestond mijn advieswerk voor 50 procent uit hergebruik, nu zou ik met gemak nog 5 medewerkers er bij kunnen gebruiken om de vraag naar adviezen op dit vlak aan te kunnen.” Noordhoek was een aantal jaren geleden auteur van de CROW-CUR Richtlijn 4:2023 Hergebruik constructieve prefab betonelementen. “Het hergebruik van bijvoorbeeld kanaalplaatvloeren in andere gebouwen is namelijk heel goed mogelijk. Sterker nog: ik durf te beweren dat ze beter van kwaliteit zijn dan sommige, nieuw geproduceerde kanaalplaatBij demontage van een parkeergarage in Dordrecht is een groot aantal TT-platen vrijgekomen. Een deel van deze platen wordt gebruikt in het project Mandemaat in Assen, een duurzaam, circulair en klimaatadaptief rijkskantoor voor het Rijksvastgoedbedrijf. Na controle van de materiaalkundigen van Nebest zijn de geselecteerde TT-platen getransporteerd naar hun nieuwe bestemming, waar ze een ‘nieuw’ parkeerdek zullen vormen. VORM Holding heeft Nebest benaderd voor ondersteuning bij de keuring van her te gebruiken hout, dat toegepast wordt in woningbouwproject KOER in Rotterdam. Hierbij zijn de specialisten van Nebest aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een nieuwe standaardprocedure voor het keuren van gebruikt hout.

13 nr. 3 Mei 2025 sen denken” uit te vragen. Je kunt de Omgevingsdienst gewoon overtuigen: het kán gewoon. Veel meer dan mensen vooraf denken.” Toch is het niet altijd vanzelfsprekend dat hergebruik de voorkeur krijgt. “De bottleneck zit vaak bij de opdrachtgever”, legt Noordhoek uit. “Publieke opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat lopen daarin wel voorop. Die hebben vaak hogere duurzaamheidsdoelen. Private partijen zijn toch wat terughoudender.” Die terughoudendheid is meestal gebaseerd op onwetendheid, denkt hij. “Mensen weten gewoon niet wat er allemaal al mogelijk is. Er zijn al zoveel onderdelen die gedemonteerd worden door sloopbedrijven, puur omdat het geld oplevert. Maar dat kan veel gerichter en planmatiger worden ingezet.” De financiering wordt eveneens veelal als obstakel gezien, maar Noordhoek vindt dat niet terecht. “Toen de oorlog in Oekraïne begon, steeg de staalprijs. Ineens werd hergebruikt staal veel aantrekkelijker. Maar eigenlijk ligt dat materiaal er al. De enige kosten waarmee je concurreert, zijn de handlingskosten: demonteren, transport, onderzoek en engineering. Die zijn redelijk stabiel.” Aanjagende rol Noordhoek is ervan overtuigd dat er nog veel winst te behalen valt als overheden hun aanjagende rol pakken. “Als de vier grote gemeentes zouden zeggen: in elk bouwproject minimaal 30% circulair, dan gebeurt er iets. In het begin zal dat iets meer kosten, maar de markt gaat zich aanpassen. En dan is het niet meer duurder.” Wat nog mist, is echte druk op het gebruik van nieuwe grondstoffen. “Ik verwacht dat er op termijn een soort boete komt op het gebruik van nieuwe materialen”, zegt hij. “Nu zit dat vooral in de MKI-waarde, waarmee je de milieukosten van een materiaal meetelt. Maar dat kun je nu nog compenseren. Als het aan mij ligt, maken we het concreter: minder nieuw, meer hergebruik.” Ondanks alle uitdagingen is Noordhoek optimistisch. “Er zijn zoveel kansen. Alleen al als je kijkt naar het aantal gebouwen dat gesloopt wordt. Een groot deel van die materialen wordt al gedemonteerd, maar er is veel meer mogelijk.” Zijn boodschap is dan ook duidelijk: hergebruik in de bouw is geen toekomstmuziek, maar realiteit. “Je moet het gewoon doen. De techniek is er. De voorbeelden zijn er. De kennis is er. Nu nog de durf.” Thijs Noordhoek houdt op de vakbeurs Renovatie & Transformatie op woensdag 14 mei van 13:15 - 13:45 uur de presentatie Hergebruik van bestaand vastgoed. Locatie is Praktijktheater Renoveren. Voormalige V&D/Hudson's Bay in Maastricht omgebouwd tot woon- en winkelcomplex Inde Lanscroon Het voormalig warenhuis V&D – later Hudson’s Bay – aan de Grote Staat in Maastricht wordt getransformeerd tot een woon- en winkelcomplex in het hartje van de stad. CBRE Investment Management (CBRE IM) werkt samen met ontwikkelaars FiMek Estate, 3W real estate en aannemer Janssen en de Jong aan de herontwikkeling tot woon- en winkelcomplex Inde Lanscroon. Nebest is bij deze transformatie betrokken geweest voor het uitvoeren van visuele inspecties en materiaalkundig onderzoek. Duurzaamheid staat centraal in de herontwikkeling. CBRE IM streeft er naar het gebouw op te leveren met een BREEAM-NL In-Use Excellent certificering. Hierbij worden duurzaamheidsaspecten van nieuwbouw beoordeeld. Ook behoudt het monumentale gebouw haar historische uitstraling; de gevel blijft nagenoeg hetzelfde. Om de transformatie veilig en verantwoord te kunnen starten, heeft Nebest projectontwikkelaar FiMek estate op drie aspecten geadviseerd over de betonnen hoofddraagconstructie: onderhoudstoestand, materiaaleigenschappen en brandwerendheid. Onderhoudstoestand Het monumentale pand is ruim 90 jaar oud en heeft in die periode diverse exploitanten gehad. Het is gedurende de levensduur aan meerdere zijden uitgebreid, waaronder in 1960 en 1970. Dit heeft zowel constructieve als bouwkundige aanpassingen tot gevolg gehad. Voor een inventarisatie van de onderhoudstoestand van de betonconstructie heeft Nebest een visuele inspectie uitgevoerd. Hierbij werden met name betonschades als gevolg van het maken van nieuwe (leiding)doorvoeren in de vloeren en balken vastgesteld. Daarnaast was sprake van enkele betonschades als gevolg van de beperkte betondekking op de wapening. Op basis van de bevindingen zijn de schades geclassificeerd en heeft Nebest een advies uitgebracht over de uit te voeren herstelmaatregelen. Materiaaleigenschappen Boven de tweede etage verspringt de jaren 30-gevel ten behoeve van de nieuwbouw van de derde en nieuw toe te voegen vierde verdieping. Deze bouwlagen zijn naar achteren gesitueerd, waardoor ze subtiel opgaan in het landschap van de stad. Naast het optoppen van de constructie wordt er ook een groene hoftuin met woningen eromheen gerealiseerd op de tweede verdieping. Als gevolg hiervan wijzigen de belastingen in de betonconstructie. Voor de toetsing van de constructie in de nieuwe situatie is door Raadgevend Ingenieursburo Van Nunen een berekening uitgevoerd. Als input voor de berekening was aanvullende informatie nodig over de werkelijke beton- en staalkwaliteit van de constructieonderdelen verdeeld over de verschillende bouwlagen. Hiertoe zijn in totaal 94 kernen geboord uit de kolommen, balken en vloeren voor de bepaling van de druksterkte en zijn 15 wapeningsstaven uitgenomen voor de bepaling van de treksterkte in het laboratorium van Nebest. Brandwerendheid Bij de transformatie van warenhuis tot deels woonbestemming is brandwerendheid van de hoofddraagconstructie een cruciaal onderdeel. Bij oudere constructies is de betondekking op de wapening vaak minder dan tegenwoordig wordt opgelegd vanuit de aangescherpte normen en regelgeving. Met het oog op veiligheid van toekomstige bewoners en bezoekers, en de beoogde duurzame aanpak van het CBRE IM, is bij een groot aantal constructieonderdelen de betondekking op de hoofdwapening gemeten. Op basis van de meetresultaten is de brandwerendheid van de betonnen hoofddraagconstructie getoetst aan de huidige normen en regelgeving vanuit het Bouwbesluit en de Eurocode. De verwachte oplevering van Inde Lanscroon staat gepland in de tweede helft van 2025. Foto’s: Nevest. Renders: Rijnboutt/Archimatics

Afdekvliezen, afdekfolies, tapes Kies voor PrimaCover Synthetic afdekvlies 3 Speciaal voor PVC, vinyl, laminaat en andere kunststof vloeren 3 Vloeistofdicht, schokabsorberend en (licht) zelfklevend 3 Herbruikbaar en laat geen lijmresten achter 3 Gemaakt van gerecyclede polyestervezels Bescherm je kunststof vloeren zonder zorgen over lijmresten www.primacover.com Powerdaylight voorheen Solatube MEER INFO Alle materialen* Direct overschilderbaar** Binnen en buiten Op vochtige ondergrond Zelfs onder water +40ºC -10ºC Aanbrengen 380 kg/10cm2 Treksterkte 350% Elasticiteit Handvast 3-6 h * Beperkte hechting op PE/PP. Test de hechting op kunststoffen, poederlakken, exotisch hout en bitumen. ** Niet gebruiken met alkydharslak.

15 nr. 3 Mei 2025 Thema Renovatie & Transformatie: Optoppen “Optoppen als nieuwe standaard kan 10 procent van woningnood oplossen” In de zoektocht naar betaalbare woningen én een duurzame gebouwde omgeving, staat een innovatieve oplossing steeds vaker in de schijnwerpers: optoppen. “Maar dat is geen hype,” stelt Thijs Müller van projectontwikkelaar Creative City Solutions, “het is de nieuwe standaard. Althans, dat zou het moeten zijn. Want het verschaft duurzame woningen op plekken waar veel bewoners ook in een huis willen wonen.” Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: Creative City Solutions Optoppen betekent primair het toevoegen van een extra woonlaag – of meerdere – boven op een bestaand gebouw. Daarbij kan het gaan om naoorlogse portiekflats die nog stevig genoeg zijn om extra woningen te dragen. “Maar ook op galerijflats en veel andere gebouwen kan worden opgetopt. Het gaat om zeker 10.000 flats in Nederland waar dit potentieel mogelijk is,” zegt Müller. “Daarmee kunnen we 100.000 extra woningen realiseren, goed voor zo’n 10 procent van het huidige woningtekort.” Het idee lijkt simpel, maar de uitvoering vergt een complexe samenwerking tussen gemeenten, ontwikkelaars, bouwbedrijven én bewoners. “Wij zien optoppen als een derde bouwvorm,” legt Müller uit. “Naast nieuwbouw en transformatie. Je bouwt in bewoonde staat nieuwe woningen zonder de bestaande structuur ingrijpend aan te passen.” Verduurzamen zonder schuld Het grote voordeel van optoppen ligt in de koppeling met verduurzaming. Veel Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) willen hun complexen isoleren, voorzien van warmtepompen of achterstallig onderhoud inhalen, maar stuiten op financieringsproblemen. “We begonnen ooit met Creative City Solutions, omdat we zagen dat verduurzamen voor VvE’s financieel niet haalbaar was,” vertelt Müller. “Toen dachten we: wat als we het dak kunnen verkopen voor woningbouw? De opbrengst kunnen ze dan gebruiken voor verduurzaming.” Bij VvE’s draait het veelal niet om winst, benadrukt hij. “Zij willen vooral prettig en gezond wonen zonder een torenhoge lening af te sluiten. Creative City Solutions heeft inmiddels drie optoppingen gerealiseerd in Buitenveldert. Het bedrijf is betrokken bij achttien nieuwe projecten, verspreid over onder andere Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Thijs Müller van procesbegeleider en projectontwikkelaar Creative City Solutions pleit voor Optoppen is voor hen een middel om dat mogelijk te maken, en geen doel op zich.” Toch is het realiseren van een optopproject geen sinecure. “Wij zetten in op het creëren van draagkracht, en daarom willen we eerst 80 procent van de VvE mee krijgen. Daarna gaan we een plan maken, vervolgens via een koopovereenkomst het dak verkopen met opschortende voorwaarden,” legt Müller uit. “Pas als alle lichten op groen staan, kan een ontwikkelaar aan de slag.” Stedenbouwkundig plan 2.0 In dat verhaal moet de gemeente ook meewerken. En juist dat gebeurt nog lang niet overal. “Elke gemeente doet nu zijn eigen ding. Iedereen is opnieuw het wiel aan het uitvinden. Wij pleiten juist voor standaardisatie. Een open source aanpak waarbij kennis wordt gedeeld.” Amsterdam durft dat volgens Müller wel: “Daar werken we nu aan een wijkgerichte aanpak. Samen met de gemeente maken we een stedenbouwkundig plan 2.0 voor een hele wijk. Wat mag wel, wat niet? Hoe hoog? Welk materiaal? Hoe zit het met parkeren? Dat leggen we vast vóór we met bewoners in gesprek gaan. Dat scheelt tijd en geeft duidelijkheid.” Ook esthetiek speelt een rol. “We onderscheiden drie typen optoppingen: historiserend (in stijl van het gebouw), setback (terugliggend) en contrasterend,” vertelt Müller. “Het moet mooi en logisch aanvoelen. Je wilt geen puisten op het dak.” En dan is er nog het draagvlak in de buurt. “De grootste vertrager in optopprojecten is vaak bezwaar van omwonenden. Daarom is goede participatie cruciaal. Laat mensen meedenken, neem zorgen serieus. Anders sta je alsnog drie jaar stil.” Slimme bouwmethoden Optoppen biedt niet alleen voordelen voor bewoners en gemeenten, maar ook voor bouwers. “De ruwbouw kan met modulaire technieken in enkele weken,” zegt Müller. “Daarna volgt de afbouw. In totaal kun je in drie maanden klaar zijn, mits de vergunning rond is. Dat is een wereld van verschil met nieuwbouw, waar je soms zeven tot tien jaar over doet.” Toch zien veel bouwbedrijven nog op tegen de beleidsmatige rompslomp. “Vaak hebben ze allemaal optopconcepten, maar het is vaak helaas nog niet gelukt ze te bouwen. De reden is echt dat het beleid achterloopt. Bouwkundig kan alles, maar beleidsmatig is het nog te complex.” Door als de verbinder tussen VvE’s, beleggers, gemeenten, architecten en bouwers op te treden wil Creative City Solutions die impasse doorbreken. “We regelen het hele proces van haalbaarheid tot verkoop van het dak. En we werken aan die nieuwe standaard. Onze missie is niet alles zelf doen – dat kunnen we ook niet – maar zorgen dat iedereen aanhaakt. De koek is groot genoeg. Wij delen bewust onze kennis. Anders zijn we over honderd jaar nog bezig. Met vijftig projecten per jaar los je het probleem niet op.” Lef en visie nodig De grote steden lopen voorop, maar Müller hoopt dat ook middelgrote steden snel volgen. “Wat is daarvoor nodig? In ieder geval lef en visie. Gemeenten moeten wijkgerichte plannen maken. Gebouwen aanwijzen, helder zijn over wat er kan, en dan pas de markt opzoeken. Niet andersom. Zo komen er relatief snel betaalbare woningen bij, die bestaande wooncomplex verduurzamen zonder schuld. Laten we slimmer omgaan met wat er al staat,” besluit Müller. “Er is al zoveel gebouwd. Het is tijd om onze steden een tweede leven te geven. En optoppen is daarbij een logische eerste stap.” Thijs Müller is samen met zijn collega Renzo Westerbeek op woensdag 14 mei van 11:00 tot 12:30 uur één van de sprekers op de sessie Optoppen: Hype of dé toekomst van verdichting? Naast hen spreken ook: Jeroen Rutte, HDO Groep; Sjoerd van Baarsen en Wouter van den Berg van Nebest BV; Branimir Medic van de Architecten Cie. en Mariam Shaaban van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Locatie is Podium Renovatie & Transformatie.

Als bedrijf gratis en veilig afgedankte apparaten, lampen en batterijen kwijt? wecyclevoorbedrijven.nl Direct prijs Makkelijk bestellen 24/7 toegankelijk Van Lierop houdt uw pand leefbaar... Conserveert & Herstelt Hout | Verdrijft Vocht > KELDERAFDICHTING > KRUIPRUIMTE ISOLATIE > VLOER RENOVATIE > HOUTINSECTENBESTRIJDING > ZWAMBESTRIJDING > HOUTHERSTEL MET EPOXYTECHNIEK > VOCHTBESTRIJDING > ONDERZOEK 60Jaar ✆ 0172 43 35 14 WWW.VANLIEROP.NL CERTI FI ED ISO 9001 ISO 9001

17 nr. 3 Mei 2025 Thema Renovatie & Transformatie: Techniek “Het meest duurzame materiaal is het materiaal dat je niet gebruikt” Velen kennen wel de uitdrukking: ‘de meest duurzame energie is de energie die je niet gebruikt’. Ton Willemsen, eigenaar van TONZON, heeft een eigen variant daarop: ‘het meest duurzame materiaal is het materiaal dat je niet gebruikt.’ Met zijn thermoskussens levert hij al decennialang het bewijs dat slim isoleren niet alleen energie bespaart, maar ook het milieu ontziet, juist door compact te zijn en met minder materialen te werken. Nieuwe cijfers uit een studie van W/E adviseurs uit januari van dit jaar laten dat ook zien. Daaruit blijkt namelijk onder andere dat het TONZON isolatiesysteem zelfs beter scoort dan veel biobased alternatieven. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: TONZON In een recent onderzoek, uitgevoerd door W/E adviseurs, zijn tien vloerisolatieproducten uit de Nationale Milieudatabase (NMD) vergeleken op basis van milieukostenindicator (MKI) en CO2-uitstoot. De TONZON thermoskussens kwamen als beste uit de bus. “Dat komt onder andere omdat we per vierkante meter veel minder materiaal gebruiken,” stelt Willemsen. “Van ons product in werkende toestand is namelijk 70 procent lucht, want als we de thermokussens hebben opgehangen vullen we ze met lucht, en dat zorgt voor de isolatie.” De cijfers zijn duidelijk: bij een isolatiewaarde van Rd = 5 m²K/W bedraagt de CO2-uitstoot van TONZON 0,97 kg CO2-eq/m2. Bij een Rd = 7 m²K/W gaat om een CO2-uitstoot van 1,46 kg CO2-eq/m2. Dat is in beide berekeningen de laagste uitstoot van alle onderzochte producten. Ook de MKI ligt met respectievelijk € 0,16 per m2 en € 0,25 per m2 aan de onderkant van het spectrum. Europese meetmethode Eén van de redenen dat deze scores zo gunstig uitvallen is dat sinds begin dit jaar de milieuprestatie van bouwmaterialen steeds vaker worden beoordeeld op basis van de uitgebreidere Europese meetmethode (de A2-set), die 19 in plaats van 11 milieueffectcategorieën meeneemt. “Met de oude methode stonden we al als beste,” vertelt Willemsen. “Maar hoe meer milieu-indicatoren je meeTon Willemsen van TONZON over overzicht W/E adviseurs naar milieu-impact en CO2-uitstoot van vloerisolatie: neemt, hoe groter onze voorsprong wordt.” De reden is volgens hem simpel. “Ons materiaal doet zelf niks. Pas op de plek van bestemming blaas je het op met lucht. Dat betekent minimaal materiaalverbruik én transportkosten.” TONZON maakt gebruik van kunststof, en dus klinkt er soms scepsis vanuit de biobased hoek. “We zijn inderdaad wel eens weggezet als ‘plastic troep’,” zegt Willemsen. “Maar wie echt naar de cijfers kijkt, ziet dat we geen landbouwgrond nodig hebben, en geen water en nauwelijks energie gebruiken voor productie of vervoer.” De circulaire waarde van het product is eveneens niet gering. Willemsen legt uit: “Het grootste deel is immers lucht. Als je het systeem ooit verwijdert, wordt dit onmiddellijk hergebruikt. En dat beetje kunststof dat overblijft, is energierijk en uitstekend geschikt voor verbranding met energieterugwinning. Maar goed, dat is pas aan het eind van de levensduur, en ook die is best lang. Want de thermokussens die we nu gebruiken, kunnen zeker enkele tientallen jaren mee.” Ongezonde schimmelwoningen Een ander hot item is schimmels in woningen. Op 9 april kwam het nog aan de orde tijdens het commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving in de Tweede Kamer. Willemsen: “Sandra Beckerman van de SP bracht de ongezonde schimmelwoningen aan de orde, en met haar pleidooi om deze woningen snel aan te pakken kreeg ze de PVV mee. En let op: veel ongezonde, schimmelgevoelige woningen zitten niet in de slechtst geïsoleerde categorie. Schimmel zie je juist vaak in woningen die wel muurisolatie en dubbel glas hebben, maar géén vloerisolatie. En dat is logisch, want geïsoleerde muren en ramen nemen nu eenmaal minder vocht op. De relatieve luchtvochtigheid bij de vloer stijgt daardoor, en zonder vloerisolatie blijft het daar koud. Dat is een recept voor condensatie, huisstofmijt en uiteindelijk: astma.” Al tientallen jaren verwijst Willemsen naar een onderzoek uit 1993, dat het verband tussen vloerisolatie en gezondheid aantoonde, maar volgens hem destijds en nu nog steeds niet wordt meegenomen door het ministerie van VROM. “In dat onderzoek is een duidelijke verband aangetoond dat in woningen waar veel huisstofmijt is, er tevens veel astmagevallen ontstaan. Huisstofmijt gedijt beter in woningen met weinig tot geen vloerisolatie. Deze kennis had ons nu kunnen helpen in het debat over gezonde woningen.” Houten vloeren Willemsen voegt daar nog aan toe, dat zeker in bestaande bouw de veelal houten vloeren in de problemen komen als de vloeren te vochtig worden, vanwege het ontbreken van goede isolatie. “Dan zijn de bestaande woningen mooi gerenoveerd, met een geïsoleerde gevel en dak, maar zakken de bewoners door de vloer. Want die is gaan rotten.” Zijn oproep is helder: “Als je woningen met een E-, F- en G-label wilt aanpakken én gezondheidsproblemen wilt terugdringen, dan is vloerisolatie onmisbaar. En als je dat dan doet, doe het dan goed; met een systeem dat werkt, lang meegaat, een minimale impact heeft op mens en milieu en Paris Proof is.” MKI en CO2-emissie van begane grondvloer isolatieproducten bij Rd = 5 m2K/W, berekend met de A2-set. Bron: W/E adviseurs Paris Proof Indicator van begane grondvloer isolatieproducten. Bron: W/E adviseurs

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=