RenovatieTotaal 2 - 2025

15 nr. 2 April 2025 Thema Onderhoud & Schilderwerk: Bouwhistorie Materiaalkennis (1) In de volle breedte van de Monumentenzorg is kennis van (historische) materialen onontbeerlijk. De bouwhistoricus zal materiaalkennis vooral inzetten voor het herkennen en dateren van materialen. De bouwkundig inspecteur voor het herkennen van materialen en de daarbij behorende schademechanismen. En de (gespecialiseerde) restauratieaannemer om op een technisch juiste en historisch verantwoorde wijze te kunnen restaureren. Tijdens een recent gegeven les over historische materialen bij een cursus bouwhistorie ben ik begonnen met de opmerking ‘zonder materialen geen gebouwen en zonder materialen geen architectuur’. In deze en volgende afleveringen gaat het om het onderstrepen van het belang van materiaalkennis in de zorg om onze monumenten. Auteur: Willard van Reenen, bouwhistoricus en docent Iedereen die zich bezig houdt met de instandhouding van oude gebouwen, heeft afhankelijk van zijn/haar werkveld in meer of mindere mate kennis nodig van (historische) materialen. De bouwhistoricus Eén van de middelen voor het uiteenrafelen van de bouwgeschiedenis van een bouwwerk is de in het gebouw toegepaste materialen, constructies en afwerkingen te herkennen en te dateren. Daar is veel kennis voor nodig. Niet alleen in het herkennen van het materiaal an sich, maar ook door te onderzoeken in welke context het materiaal op de markt kwam. Het is van belang te weten hoe materiaal in het verleden bewerkt en getransporteerd werd, wat de relatie is van het toegepaste materiaal ten opzichte van de architectuur van gevels en de aankleding van interieurs. De bouwkundig inspecteur Materialen verouderen op verschillende wijze. Kennis van de wijze waarop materiaal veroudert, de snelheid van verouderen en de factoren waaronder het materiaal veroudert is cruciaal voor de bouwkundig inspecFragment van de gevel van de kerk te Heerlen met natuursteen dat roze gekleurd is als gevolg van een brand. Foto: Willard van Reenen teur. Met die kennis kan bijvoorbeeld ingeschat worden wanneer ongeveer een gootbekleding van bladzink vervangen moet worden met de vraag of dat een plaats moet krijgen in het komende meerjarenonderhoudsplan of dat het vervangen daarvan verder weg ligt. Maar ook is kennis noodzakelijk van factoren die schademechanismen veroorzaken of versnellen, om ze mogelijk af te remmen of zelfs weg te nemen. De (gespecialiseerde) restauratieaannemer Wanneer er gerestaureerd wordt en er onderdelen moeten worden hersteld of vervangen, dan is kennis van het oorspronkelijke materiaal en van het nieuw in te brengen materiaal noodzakelijk. Houten onderdelen las je aan met dezelfde houtsoort. Blokken natuursteen vervang of herstel je met dezelfde natuursteensoort. En als dat niet kan omdat het oorspronkelijke materiaal niet meer leverbaar is, dan neem je een vervangende materiaalsoort die compatibel is met het bestaande werk. Compatibel, niet alleen in technische zin, maar ook esthetisch en met de juiste afwegingen om recht te doen aan de historische waarde van het bouwwerk of het onderdeel daarvan. Cross-over Een pluspunt is wanneer je materiaalkennis hebt vanuit verschillende disciplines. Een voorbeeld daarvan is al eerder langs gekomen in aflevering 17 van deze rubriek, waar aan het eind een voorbeeld is te lezen over een stalraam met zinken roeden. Een ander voorbeeld van de inzet van kennis van een schademechanisme als belangrijk hulpmiddel bij bouwhistorisch onderzoek is het aantreffen van een in meer of mindere mate aanwezige roze gloed in Mergelsteen bij een bouwhistorisch onderzoek van een adellijke woning uit het midden van de 16e eeuw in de buurt van Zutphen. Mergelsteen Een bijzondere ontdekking was het gebruik van Mergelsteen als horizontale banden in de gevels van het oudste deel van deze midden 16e-eeuwse adellijke woning, terwijl in eerder onderzoek was aangegeven dat het om (Obernkirchner) zandsteen zou gaan. Bijzonder, ook omdat de toepassing van Mergelsteen in het stroomgebied van de IJssel ongebruikelijk is. Als dat al buiten Zuid-­ Limburg werd toegepast in de periode van de 14e t/m de eerste helft van de 17e eeuw, dan niet in het stroomgebied van de IJssel. De vraag was dan ook of de Mergelsteen behoorde tot de eerste bouwfase uit midden 16e eeuw of dat het een restauratieproduct zou zijn. De tweede ontdekking die bij de Mergelsteen is gedaan, zijn de aanwijzingen van brand in de Mergelsteen. Op diverse plaatsen heeft de Mergelsteen in meer of mindere mate een roze gloed over de steen. Mergelsteen verandert namelijk van kleur onder invloed van temperaturen van circa 600°C en hoger en kleurt dan roze. Dit betekent ook dat de Mergelsteen al aanwezig was toen het onderzochte bouwwerk voor het midden van de 17e eeuw door brand werd verwoest (uit archiefbronnen was bekend dat er een brand is geweest). En de datering van midden 17e eeuw is herleid uit gegevens van dendrochronologisch onderzoek van de houten balklagen. De kennis over het van kleur veranderen van natuursteen bij brand had ik opgedaan bij het volgen van natuursteendagen in 2017 in ZuidLimburg waarbij onder andere tijdens een bezoek aan de kerk van Heerlen dit werd verteld. En wanneer je dat weet, kun je gericht op zoek gaan naar literatuur om daar meer over te weten te komen. Dit voorbeeld laat zien dat kennis van schademechanismen ook belangrijk kan zijn voor de bouwhistoricus. Overigens zijn er nog meer natuursteensoorten die onder invloed van brand van kleur veranderen. Een boek over natuursteen waarin meer te lezen is over onder andere Mergelsteen dat bij een bepaalde temperatuur van kleur verandert. Roze verkleurd Mergelsteen die is aangetroffen in de genoemde adellijke woning midden 16e eeuw. Foto: Willard van Reenen

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=