RenovatieTotaal 7 - 2024

Hét platform voor de renovatiesector ACTUEEL “Warmtepomp juist oplossing voor netcongestie” 4 INTERVIEW “Achterstand in wijken komt niet door de mensen maar door de woningen” 18 PROJECT Restauratie voorgebouw Groote Kantoor Delft voltooid 23 NUMMER 7 | JAARGANG 14 | DECEMBER 2024 “ Meer aandacht voor veilige trappen is hard nodig” Pag. 9 Thema: Duurzame mobiliteit

2025 DAAR BOUW JE BETER VAN HART VOOR DE BOUW 3 - 7 FEB 2025 Hart voor de bouw Van 3 t/m 7 februari 2025 verandert de vloer van Jaarbeurs in het kloppende hart voor de Nederlandse bouwsector. Bouwprofessionals komen samen om hun trots en passie voor de bouw te delen. Ontdek de modernste technieken, nieuwste materialen en slimme toepassingen die onze sector definiëren want de digitale en duurzame transformatie in de bouw sneller gaat dan ooit. Laat je inspireren door de verhalen van vakgenoten en vier samen de kracht van de bouw. GRATIS TOEGANG? SCAN DE QR-CODE OF GEBRUIK DE CODE RENOVATIE OP BOUWBEURS.NL

3 nr. 7 December 2024 Redactioneel In dit nummer COLOFON RenovatieTotaal is een onafhankelijke informatiebron en verschijnt 7 maal per jaar. RenovatieTotaal gaat over renovatie, restauratie, herbestemming, onderhoud, op- en aanbouwen en alles wat met de bestaande bouw te maken heeft. Jaargang 14, nummer 7, december 2024 Uitgever Hugo Arends (0570) 861007 E-mail: hugo@handelsuitgaven.nl Hoofdredactie Harmen Weijer redactie@renovatietotaal.nl Redactie Shendell Benilia Frank de Groot Joop van Vlerken Medewerkers Haico van Nunen Willard van Reenen Marketing & Communicatie Maxime Wendt (0570) 768642 E-mail: maxime@handelsuitgaven.nl Advertenties Tom Sotthewes (0570) 654660 E-mal: tom@handelsuitgaven.nl Abonnementen Mirjam Nijbroek (0570) 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Ontwerp en Opmaak Bureau OMA, Doetinchem www.bureauoma.nl Cover Veilig trap of en af met antislip-lak (pag. 9) Druk Rodi Rotatiedruk RenovatieTotaal is een uitgave van Nederlandse HandelsUitgaven BV Postbus 2273, 7420 AG Deventer Keulenstraat 8J 7418 ET Deventer Tel. 0570 – 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Copyright Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder de nadrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze uitgave is zorgvuldig en naar het beste weten samengesteld. Uitgever en auteurs kunnen echter niet instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, als gevolg van handelingen of beslissingen die op deze informatie zijn gebaseerd. Thema Duurzame Mobiliteit: “ Zero-emissiezones moeten transitie in gang zetten” 11 Gulden Feniks 2024: “Het vastgoed van de toekomst staat er al” 14 Installaties: GACS-verplichting vraag om samenwerking en maatwerk 25 4 Actueel 7 Column 9 Project in Beeld 13 T hema Duurzame Mobiliteit: Onderhoudsbedrijven rijden elektrisch 17 Techniek 18 Interview: Marco Pastors 23 Project: Groote Kantoor Delft 27 Installatienieuws 28 Installaties: Cursussen & Opleidingen i.s.m. TVVL 31 Installaties: Productoverzicht Onbetrouwbare (rijks)overheid Afgelopen weken hebben we in Nederland een van de meest opmerkelijke staaltjes van onbetrouwbare overheid zien gebeuren. Staatssecretaris Chris Jansen (PVV) van Milieu heeft eind november een versoepeling van de wet- en regelgeving rondom schoner vervoer in steden aangekondigd. Jansen liet weten dat ondernemers met een relatief schone bedrijfswagen toch in zero-emissie zones mogen rijden tot 2029 in plaats van 2028. Ook gaat hij gemeenten vragen niet in het eerste jaar al te gaan handhaven. Dit alles is een doorn in het oog van de 14 gemeenten, die vanaf 1 januari al zo’n zone invoeren. Ze vinden het oneerlijk richting ondernemers die al wel hebben geinvesteerd in schoon vervoer (zoals die op pag 13). Het is ook niet dat je zegt: dit is vorig jaar of in 2022 aangekondigd. Nee, liefst tien jaar (!) geleden is in de Greendeal ZES (Zero Emissie Stadslogistiek) al aangekondigd dat steden zero emissiezones gaan instellen. Dat is nog eens bekrachtigd in het Klimaatakkoord van 2019. En om dan iets meer dan een maand voor de invoering een versoepeling voor te stellen, dat is uiteraard niet uit te leggen aan ondernemers. Of zoals de Leidse wethouder Ashley North namens de 14 startende gemeenten met een zero-emissie zone zei: “Dit is onmogelijk uit te voeren, omdat dit ten koste gaat van de betrouwbaarheid van gemeenten.” Het is goed dat deze gemeenten voet bij stuk houden, want uiteindelijk is schoner vervoer de toekomst. En je moet op enig moment wel daarmee starten. Ondernemers begrijpen dat en werken daarnaar toe. Grote vraag is: wat of wie heeft staatssecretaris Jansen bewogen deze versoepeling door te voeren? Zijn dat slapende dan wel luie ondernemers geweest? Of piept hier het anti-klimaat denken van de PVV iets te luid door? Hopelijk laten andere gemeenten, die overwegen in de komende jaren een zero-emissie zone in te stellen, zich niet tegenhouden om door te gaan. Het is niet eens meer de toekomst, het gebeurt nu al. Harmen Weijer Hoofdredacteur RenovatieTotaal Reageren? redactie@renovatietotaal.nl

4 nr. 7 December 2024 Actueel “Warmtepomp is geen boosdoener maar juist oplossing voor netcongestie” De energietransitie in Nederland is in volle gang. Eindelijk zetten we stappen met als gevolg dat we nieuwe uitdagingen tegenkomen. Netcongestie is daarvan een voorbeeld. Soms ontstaat hierbij de indruk dat netcongestie ontstaat doordat we overstappen van gasketels naar warmtepompen. Maar niets is minder waar, zo stelt Alklima in een onlangs verschenen Whitepaper Netcongestie Woningbouw. “Als we alle maatregelen in de energietransitie bekijken, dan blijkt het installeren van een warmtepompsysteem in veel gevallen juist een belangrijke oplossing om netcongestie te verminderen.” Het gebruik van de juiste warmtepomp in woningen vereist een opgenomen elektrisch vermogen van circa 1,75 kW. Dat is veel minder dan een elektrische kookplaat, een kokendwaterkraan of een laadpaal voor elektrische auto, zo stelt Alklima. “Nog belangrijker is dat de moderne warmtepomp stuurbaar is en daardoor een geleidelijk verbruiksprofiel heeft. Een warmtepompsysteem met een boiler zorgt voor de opwarming van tapwater als het elektriciteitsnet veel ruimte biedt of als de prijs laag of zelfs negatief is. Vakmanschap en een juiste systeemselectie in de verwarmingsmode zorgen juist dat, zelfs bij een buitentemperatuur van -10 graden Celsius, maar weinig opgenomen vermogen nodig is. Door de juiste vertrekpunten te hanteren is er veel meer mogelijk dan we momenteel aannemen. Diverse rapportages met praktijkdata van warmtepompen geven hiervoor de onderbouwing.” Stoppen verduurzaming niet nodig In de whitepaper schrijft Alklima Mitsubishi Electric dat uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk wel degelijk noodzakelijk is. Maar stoppen met verduurzaming, tot de netcongestie is aangepakt, is nergens voor nodig. Het verduurzamen van woningen via een All-Electric warmtepompsysteem kan namelijk zonder dat dit veel impact heeft op de elektra infrastructuur. Sterker nog, de warmtepomp helpt ons op veel momenten zelfs om de problemen te verminderen. Daarbij moeten bouw- en installatiesector wel een paar voorwaarden in acht nemen, zegt Alklima. “Goede samenhang tussen het afgiftesysteem, de regeling en de warmtepomp is een belangrijk vertrekpunt. Waarbij een goede warmtepomp, ook bij lage buitentemperaturen, geen ondersteuning nodig heeft vanuit een elektrisch element. Buffercapaciteit is daarnaast een belangrijke maatregel om piekbelasting te voorkomen en levert een essentiële bijdrage aan congestiemanagement. Warmtepompen vervullen hierin een belangrijke rol. Bij opwekking van duurzame elektriciteit kunnen warmtepompen de overschotten aan duurzame stroom omzetten in thermische energie in de boiler. Ook kan de warmtepomp een woning op een gunstig moment op de dag opwarmen zodat de warmtepomp op een piekmoment – bijvoorbeeld tussen 17.00 en 18.00 uur – uit kan blijven”, vertelt Rudy Grevers, aanjager All-­ Electric woningbouw bij Alklima. Negatieve invloed hybride warmtepompen Alklima Mitsubishi Electric stelt zelfs dat hybride warmtepompen, in tegenstelling tot wat velen denken, geen oplossing vormen voor netcongestie. Hybride warmtepompen veroorzaken in veel gevallen juist scherpe pieken. Dit komt doordat veel hybride warmtepompen op de buitentemperatuur worden gestuurd. Dat betekent dat ze in een wijk veelal gelijktijdig inschakelen waardoor een piekbelasting ontstaat. “Als je dan toch, bijvoorbeeld om bouwkundige redenen of ruimtegebrek, een hybride systeem nodig hebt, dan kun je beter een All-Electric Ready warmtepomp kiezen”, vindt Grevers. “Het grote voordeel van deze variant is dat je na een hybride situatie (cv-ketel met warmtepomp) kunt doorpakken naar All-Electric. Bijvoorbeeld als de saldering wordt afgeschaft, waardoor er een prikkel ontstaat om met je eigen opgewekte zonne-energie bijvoorbeeld de boiler met warmtapwater op te laden, het zogeheten thermisch bufferen. Een klassiek hybride systeem biedt deze mogelijkheid niet en is hierdoor echt een kortetermijnoplossing.” Bron: Alklima Sociale huurwoningen van Kennemer Wonen in Alkmaar verduurzaamd In de Alkmaarse wijk Oudorp verduurzamen BAM Wonen en Kennemer Wonen vanaf november 75 woningen en een kantoor. Dankzij onder meer isolatie en zonnepanelen gaan de sociale huurwoningen van energielabel C naar gemiddeld energielabel A+. De bewoners zijn er blij mee: meer dan 85 procent stemde in met de upgrade naar een meer comfortabele en energiezuinige woning. Het gaat om zes woonblokken met in totaal 75 woningen in de straten Rammekens, Ravelijn, Runmolen en Walmolen. Ook het kantoor van zorgorganisatie Fokus aan de Absdale wordt verduurzaamd. De isolatie van daken, spouwmuren en vloeren op het programma en de woningen krijgen nieuwe geïsoleerde buitendeuren en HR++-glas. Bij het dakterras wordt een nieuwe kunststof pui geplaatst. Lagere energierekening Door al deze maatregelen is er minder energie nodig om een woning te verwarmen. De energierekening daalt nog verder door het vervangen van oude cv-ketels en het plaatsen van vijf zonnepanelen per woning. De verduurzaming houdt niet op bij alleen bouwkundige ingrepen. Alle woningen krijgen een nieuw ventilatiesysteem met CO2-sensoren. Meet de sensor te veel koolstofdioxide (CO2) in huis, dan ververst het systeem automatisch de lucht. Verder worden de houten kozijnen aan de buitenkant geschilderd en worden er nieuwe hemelwaterafvoeren en dakgoten aan de woning geplaatst. Kennemer Wonen laat de verduurzaming uitvoeren zonder huurverhoging. Bewoners krijgen een hoger wooncomfort, terwijl de woonlasten dalen door de lagere energiekosten. Het project in Alkmaar is de derde samenwerking tussen BAM Wonen en Kennemer Wonen. In 2022 zijn in Egmond aan Zee de eerste twee projecten met respectievelijk 34 en 58 sociale huurappartementen verduurzaamd. De duurzame woningverbeteringen zijn onderdeel van de Noord-Hollandse Duurzaamheidscoalitie (NHDC), een samenwerkingsverband met Kennemer Wonen, Elan Wonen, Pré Wonen en Woonstichting Stek. Doel is om de bestaande woningvoorraad sneller, innovatiever en tegen lagere kosten te verduurzamen. Afgesproken is dat BAM Wonen in totaal zo’n 1.000 woningen voor de woningcorporaties verduurzaamt. Drones Net als bij alle andere projecten maakt BAM Wonen in Alkmaar gebruik van drones om de woningen digitaal in te scannen. Dit geeft een nauwkeurig en compleet beeld van het werk. Het bespaart tijd, geld en helpt om beter te plannen. Het werk in Alkmaar duurt tot de zomer van 2025. Bron: BAM Wonen

5 nr. 7 December 2024 Actueel Bijna helft van de huiseigenaren wil thuisbatterij Bijna de helft van de Nederlandse huiseigenaren wil graag een thuisbatterij. Van de huishoudens met zonnepanelen is dit zelfs bijna 65 procent. Dat blijkt uit onderzoek van duurzaamheidsplatform Slimster, dat in samenwerking met veldwerkbureau Panel Inzicht een representatief panel van duizend Nederlanders ondervroeg. Slimster constateert daarnaast dat de interesse in thuisbatterijen dit jaar is verdubbeld ten opzichte van 2023. Uit het Smart Storage Trendrapport bleek onlangs dat bijna 40.000 woningen inmiddels over een thuisbatterij beschikken. Ook het onderzoek van Slimster laat zien dat een thuisaccu vooralsnog een zeldzaamheid is. Dat kan er over enkele jaren echter wel eens heel anders uitzien. Zo wil een kleine 6 procent van de Nederlanders met een koopwoning dit jaar nog een thuisaccu aanschaffen. Een aanzienlijk grotere groep - ruim veertig procent - verwacht dit later te doen. Tot voor kort was een thuisbatterij om zelfopgewekte zonnestroom op te slaan voor later gebruik financieel gezien nog niet interessant. Dat heeft te maken met de salderingsregeling. De Tweede Kamer stemde echter in november in met het plan deze regeling per 2027 af te schaffen. Bovendien heeft het merendeel van de energiebedrijven inmiddels terugleverkosten ingevoerd voor klanten met zonnepanelen. Slimster signaleert een duidelijk verband tussen deze politieke ontwikkelingen en de interesse in batterijen. Eigenaar Marco Schuurman: “Telkens als er nieuws is over de salderingsregeling, zien we het aantal aanvragen op onze website toenemen. Onze verwachting is ook dat de interesse in thuisbatterijen de komende tijd zal toenemen, aangezien de salderingsregeling nu echt lijkt te eindigen.” Ook Google Trends laat pieken in online zoekvolume zien op dit soort momenten. Gemiddeld genomen wordt er dit jaar twee keer zo vaak gezocht naar thuisbatterijen dan vorig jaar. Bron: Slimster Croesinckplein flat in Zoetermeer geheel naar energielabel A en A+ In opdracht van de Vereniging van Eigenaren (VvE) De Verdwenen Brug zijn de 136 koopappartementen aan het Croesinckplein in Zoetermeer geheel verduurzaamd. Ze hebben nu energielabel A en A+ gekregen De appartementen uit de jaren zeventig zijn nu voorbereid op een aardgasvrije toekomst. Zo hebben ze nieuwe buitengevelisolatie, kunststof kozijnen met triple glas en een CO2-gestuurd ventilatiesysteem gekregen. Ook hebben de dakoverlagen een nieuwe laag dakbedekking en isolatie gekregen. En zijn de tussenverdiepingen geisoleerd. het collectieve verbruik. Gelijktijdig met de verduurzaming zijn er renovatie- en onderhoudswerkzaamheden gedaan. Daarbij zijn de balkonhekken vervangen. Hier is gekozen voor een specifieke oplossing door de baluster aan de onderzijde van de balkonvloeren te bevestigen. De aanpak van dit complex geldt als een voorbeeld voor andere VvE’s in Zoetermeer en daarbuiten. Daarom werd Marcel van Loon, voorzitter van VvE De Verdwenen Brug, tijdens de uitvoering van het project door de gemeente Zoetermeer geëerd met een Chapeaubeeldje als dank voor zijn toewijding en energieke rol. Het project werd uitgevoerd door BAM Wonen in samenwerking met BIQ architecten uit Rotterdam. Bron: BAM Wonen Vier op de vijf huizenkopers zijn niet bekend met funderingsproblemen Vier op de vijf mensen die binnen nu en twee jaar een woning willen kopen, zijn niet of nauwelijks bekend met funderingsproblematiek. Dit blijkt uit onderzoek van ASN Bank en BLG Wonen onder zeshonderd koopstarters én doorstromers (die zoeken naar een volgende koopwoning). Door onder meer klimaatverandering is de verwachting dat het probleem komend decennium verergert. Zo’n 425.000 gebouwen hebben al funderingsschade of krijgen daar tussen nu en tien jaar mee te maken. Het onderzoek laat zien dat die informatievoorziening noodzakelijk is en mogelijk ook leidt tot andere keuzes. “Wanneer we mensen vragen of ze een woning zouden kopen met het risico op verzakking, dan zie je grote terughoudendheid, ondanks de krapte op de woningmarkt”, zegt Stefanie Fernández van Leeuwen-Leenman, directeur Klant & Dienstverlening bij ASN Bank. Ze benadrukt echter dat funderingsproblemen lang niet altijd zichtbaar zijn. De schade komt soms pas jaren later aan het licht. “Het is dus essentieel dat consumenten voldoende informatie krijgen over de risico’s op funderingsschade.” Uit het onderzoek blijkt dat 1 op de 3 doorstromers meteen zegt af te zien van de koop van een volgende woning met het risico op funderingsschade. Dit percentage ligt lager onder koopstarters, waar 1 op de 5 zou afhaken. Onder deze groep twijfelen wel significant meer mensen of ze zo’n woning zouden kopen. Een mogelijke verklaring biedt het onderzoek ook: koopstarters zijn minder bekend met funderingsproblematiek dan doorstromers. Ook zal het meespelen dat koopstarters vaak een minder sterke positie op de woningmarkt hebben, bijvoorbeeld doordat doorstromers vaak overwaarde op hun woning hebben. Daardoor zijn koopstarters mogelijk bereid eerder concessies te doen en een minder ideale woning te accepteren. Sterke behoefte aan informatie over fundering De invoering van een label, waarin onder meer staat hoeveel risico een woning loopt op funderingsschade, juicht 76% van de respondenten toe. Fernández van Leeuwen-Leenman: “Met de invoering van een klimaat- of funderingslabel krijgen woningkopers onder meer inzicht in het risico op funderingsschade. Zo’n label ligt nog op de tekentafel. Dit zou een goede eerste stap kunnen zijn om de informatievoorziening te verbeteren. Aandachtspunt hierbij is dat consumenten die het funderingsherstel van hun woning niet kunnen financieren, hiervoor toch in staat worden gesteld. Een landelijke dekking voor het al bestaande Fonds Duurzaam Funderingsherstel, dat in leningen voorziet onder gunstiger voorwaarden, zou daaraan kunnen bijdragen.” Bron: ASN

6 nr. 7 December 2024 Actueel Verduurzaming van 120 huurappartementen in Utrecht In opdracht van Amvest verduurzaamt BAM Wonen twee appartementencomplexen aan de Eykmanlaan in Utrecht. In totaal 120 woningen krijgen onder meer betere isolatie, ventilatie en eigen zonnepanelen. De uitvoering is begonnen en loopt door tot de zomer van 2025. Alle appartementen maken een sprong van energielabel F/G naar A of A+. De appartementen zijn verdeeld over twee identieke portiekflats met ieder zestig huurwoningen. Deze flats met vijf woonlagen stammen uit de jaren zestig van de vorige eeuw, een tijd waarin woningen veel minder goed geïsoleerd werden. Het energielabel van de appartementen is nu F, maar ook vaak G. Van de bewoners stemde 82% in met de verduurzaming, ruim voldoende om te kunnen starten. Het project valt binnen de ketensamenwerking tussen Amvest en BAM Wonen. Amvest wil in 2045 CO2-neutraal zijn om verregaande klimaatverandering tegen te gaan. Omdat de gemeente Utrecht een warmtenet onderzoekt, verduurzaamt Amvest hier in twee stappen. Zij werkt daarbij volgens de principes van de Trias Energetica. Dit betekent in de eerste plaats een beperking van de energievraag. Dit project zorgt al voor een verlaging in de CO2-­ uitstoot van zo’n 66%. Isolatie aan alle kanten Na de grondige verduurzaming zijn de flats heel goed geïsoleerd. Op het dak komen nieuwe, geïsoleerde platen. De buitenste laag van het bestaande metselwerk wordt vervangen door een nieuwe, geïsoleerde gevel met steenstrips in de huidige kleurstelling. De originele en authentieke uitstraling van de flats blijft zo behouden. Aan de achtergevel komt spouwmuurisolatie. Ook het plafond van de bergingen is straks goed geïsoleerd, iets waarvan de bewoners op de eerste verdieping gaan profiteren. Altijd verse, frisse lucht in huis – dat is comfortabel en gezond. Alle 120 appartementen krijgen daarom een nieuw ventilatiesysteem. Dankzij sensoren in de woon- en slaapkamer houdt dit systeem automatisch de balans tussen koolstofdioxide (CO2) en zuurstof in de woningen op een gezond peil. Daarnaast komen er ventilatieroosters in de ramen. Die zorgen voor precies genoeg verse lucht van buiten zonder dat er veel warmte verloren gaat. Zelf duurzame energie opwekken Dankzij de isolatie zal de energierekening van de bewoners dalen. Ook dankzij andere maatregelen besparen zij straks geld. Op het dak van de flats komen er per appartement zes of zeven zonnepanelen. Zo gaan de bewoners straks dus zelf duurzame energie opwekken. Verder worden oude boilers en geisers vervangen door nieuwe, energiezuinige exemplaren. En in alle bergingen en algemene ruimtes komen energiezuinige ledlampen. Naast de grondige verduurzaming kunnen de bewoners ook een flinke opfrisbeurt van hun flats tegemoetzien. Die is belangrijk om veilig en prettig te blijven wonen. Zo krijgen de woningen zonwering aan de west- en zuidgevels. Balkons en hekwerken worden schoongemaakt en de deuren en kozijnen aan de buitenkant krijgen een onderhouds- én schilderbeurt. Tot slot is ook aan de biodiversiteit gedacht. De gevel wordt voorzien van tientallen nestkastjes voor vleermuizen. Zo vormen deze vernieuwde flats een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving voor mens én dier. Bron: BAM Wonen Koningin Máxima verlicht gerestaureerde Domtoren Na vijf jaar in de steigers werd de Utrechtse Domtoren begin november officieel teruggegeven aan de bewoners en bezoekers van Utrecht. Koningin Máxima verlichtte de Domtoren door de nieuwe verlichting officieel te ontsteken. De iconische toren is weer terug als lichtbaken voor stad en regio. Met deze ontsteking van de nieuwe verlichting is een einde gekomen aan de grootschalige restauratie. Die startte in 2017 met de intensieve voorbereidingen waarna in 2019 de immense steiger werd opgebouwd. Vanaf 2020 heeft bouwbedrijf Nico de Bont, onder leiding van Arjen Witjes en Toon Weijters samen met onze collega's van Slotboom Steenhouwers, de restauratie onder handen genomen. In weer en wind, op grote hoogte, vanuit historisch vakmanschap gecombineerd met digitale innovaties en een Lean aanpak. Samen met alle partners, waaronder Rothuizen Erfgoed (architect) en gemeente Utrecht(opdrachtgever) is het project succesvol en binnen planning en budget opgeleverd. In totaal is bij deze restauratie 600 m³ natuursteen vervangen. Ook de houtconstructies, het glas-in-lood, het uurwerk, het carillon, de klokken, de windvaan en het spitskruis en het lood- en leiwerk van de spits zijn onderdeel van de restauratie. De verwachting is dat de 700 jaar oude toren weer zo'n 40 tot 50 jaar mee kan. Begin 2024 werd de gerestaureerde windvaan weer op de top teruggeplaatst, waarmee de toren met 112 meter weer de hoogste kerktoren van Nederland werd. Daarna is de Domtoren steeds verder ontdaan van de stalen steigerjas en werd het eindresultaat langzaam voor iedereen zichtbaar. Bron: Nico de Bont. Foto: Angeliek de Jonge Onthulling historisch kleurenpalet start renovatie monumentaal hofje Door oude verflagen weg te schrapen, is het oorspronkelijke kleurenpalet van de woningen aan Brouwerskamp in Doetinchem weer ontdekt. Dit vormt het symbolische begin van de renovatie en het groot onderhoud van het monumentale hofje. In opdracht van Sité Woondiensten start De Variabele in het eerste kwartaal van 2025 met de werkzaamheden. Saar Veneman, directeur-bestuurder Sité Woondiensten: “Het hofje Brouwerskamp is niet alleen bijzonder vanwege de monumentale status, maar ook omdat het een geliefde plek is in het hart van de stad. We zijn er trots op dat we deze een- en tweepersoonshuishoudens, die al zo’n rijke geschiedenis hebben, klaar kunnen maken voor de toekomst. Met respect voor het verleden zorgen we ervoor dat ze modern en comfortabel blijven, zodat de bewoners hier nog vele jaren met plezier kunnen wonen.” Dit historische hofje wordt, waar mogelijk, in originele pracht hersteld en verduurzaamd. Het gaat om 28 woningen, 8 appartementen, 3 garages en de ontmoetingsruimte op het binnenterrein. De woningen worden onder andere voorzien van HR++ glas, een ventilatiesysteem en dak- en vloerisolatie. Tijdens huisbezoeken en inloopbijeenkomsten zijn huurders geïnformeerd en is naar hun wensen geluisterd. Edwin Hiddink: “Samen bekijken we of het ontmoetingsgebouw weer een plek kan worden voor buurtactiviteiten.” Ook zijn met de gemeente en oudheidkundige verenigingen de historische kenmerken vastgesteld, zoals het terugbrengen van gootbeugels en schijnroedes, om het oorspronkelijke beeld te behouden." ​ Bron: Sité

7 nr. 7 December 2024 Column In elk nummer van RenovatieTotaal geeft dr.ir. Haico van Nunen zijn mening over een aspect van ‘de renovatiewereld’. Haico van Nunen is adviseur bij BouwhulpGroep en lector Duurzame Renovatie bij het kenniscentrum Duurzame HavenStad van Hogeschool Rotterdam. Een duurzame bouwplaats Verduurzaming vindt overal plaats. Boeren produceren isolatiemateriaal, nieuwe woningen worden circulair geproduceerd, bestaande woningen worden verduurzaamd, en het vervoer wordt door elektriciteit aangedreven. Mooie ontwikkeling die de komende jaren hopelijk als vanzelfsprekend worden gezien. Een verduurzamingsopgave waar nog niet iedereen bij stilstaat is de bouwplaats zelf. Goed, om een vergunning voor enkele grote projecten te krijgen worden er vooraf stikstofberekeningen gemaakt en om dan de impact te beperken wordt elektrisch materieel ingezet. Maar hoe zit het met de kleinere projecten en de projecten midden in een stad? Die hebben vaak het voordeel dat ze niet in de buurt van Natura gebieden liggen, waardoor er meer mag. Maar voor (binnen)steden ligt er een heel ander probleem op de loer, namelijk de invoering van milieuzones. Ik sprak een marktkoopman die al jaren ieder week op een markt staat, net binnen de ring van de stad. De betreffende gemeente wil de huidige milieuzone uitbreiden tot aan deze ringweg. Dat betekent voor deze ondernemer dat die de laatste 200 meter naar zijn vaste verkoopplek elektrisch moet afleggen, als hij gewoon zijn werk wil blijven doen. Een forse investering. Als dit voor de marktkoopman geldt, dan betekent dit ook dat (bouw)bedrijven niet overal zomaar mogen komen. Of er moet flink geïnvesteerd worden in duurzaam vervoer. Wellicht dat in de toekomst de advertentie van de loodgieter verandert in: ‘werkzaam in regio ‘xx’, met uitzondering van de binnenstad’. Of dat mensen die in een dergelijk gebied wonen een ‘vervoerstoeslag’ gaan krijgen op de toch al stijgende bouwkosten. Verduurzamen moet en komt langzaam van het papier los en gaat de werkelijke praktijk in. Nu is het onderwerp elektrisch vervoer even nieuw en actueel. Maar het volgende ontwerp staat alweer op de agenda. Want heeft u ook al gemerkt dat het steeds ingewikkelder wordt om (rest)afval aan te bieden? Platen op maat zagen, restanten tegels of stenen, of simpelweg de oude materialen die verwijderd worden op de bouwplaats. Hoe krijg je dat allemaal in die nieuwe elektrische bus gestopt? Dat is toch ook geen plek om vijf soorten afval te scheiden? Door te monteren in plaats van met losse materialen te bouwen, wordt bouwafval al verminderd. Maar het is zaak om goed voorbereid te zijn op deze nieuwe dingen die gegarandeerd gaan komen. Daarmee ontstaat dus nu een kans, als je moet investeren, om direct te kijken naar het juiste vervoermiddel of de juiste technieken. Zodat je ook in de nabije toekomst koploper blijft en overal aan de slag mag gaan. Start bouw 55 sociale huurwoningen De Gravin Aan de ’s-Gravendijkwal 28-36 in Rotterdam wordt door woningcorporatie Woonstad Rotterdam een verouderd en leegstaand kantoorpand omgebouwd naar 55 sociale huurwoningen. In het hoofdgebouw komen 48 appartementen en op het achterterrein komen 7 tweelaagse woningen. In de ondergrondse parkeergarage komt plek voor 26 auto’s en 135 fietsen. De Gravin richt zicht op jonge starters op de arbeidsmarkt met een woonplan dat een social community creëert. De toekomstige bewoners van de Gravin bestaan voor een deel uit afgestudeerde studenten van huisvester Stadswonen Rotterdam. Zij kunnen zo doorstromen, waardoor er weer woningen beschikbaar komen voor andere studenten. De andere woningen van de Gravin zijn voor starters uit het Oude Westen en voor andere starters in Rotterdam. Het ontwerp is gemaakt door het Rotterdamse bureau Klunder Architecten. Door slimme ingrepen wordt het verouderd gevelbeeld hersteld, krijgt het kantoorgebouw de uitstraling van een woongebouw en sluit het goed aan op de bestaande bebouwing aan de ’s-Gravendijkwal. In opdracht van Woonstad Rotterdam wordt De Gravin ontwikkeld door ontwikkelcombinatie Novaform - FULLHOUSE. Aannemer Van de Klok is begonnen met de verbouwing van het gebouw. Grote delen van het bestaande gebouw worden hergebruikt en krijgen een nieuw leven. Alle woningen worden duurzaam met minimaal energielabel A++. De gemeenschappelijke binnentuin wordt samen met toekomstige bewoners vormgegeven. Als de verbouwing klaar is, gaat Woonstad als eigenaar de nieuwe woningen verhuren. Bron: Woonstad Rotterdam

OPMERKING: VOLG ALTIJD DE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES VAN DE FABRIKANT OP. GEEF JE WERKPLAATS EEN BOOST ONTDEK NIEUWE MANIEREN VAN WERKEN MET DE ELEKTRISCHE MACHINES VAN BOBCAT. Vanwege hogere weerstand van het parket wordt warmte geleidelijker afgegeven. Download het baanbrekende rapport! MEER INFO? Kijk op www.parketenvloerverwarming.nl of scan de QR-code en download het onafhankelijke rapport over parket op warmtepomp Houten vloer én vloerverwarming? Bewezen combinatie!

9 nr. 7 December 2024 Project in beeld “Meer aandacht voor veilige trappen is geen overbodige luxe” Antislip lakken spelen een cruciale rol in het bevorderen van veiligheid in de gebouwde omgeving, vooral op locaties waar de kans op uitglijden groot is, zoals in restaurants, trappenhuizen en openbare gebouwen. In het Verenigd Koninkrijk hebben recente ontwikkelingen in de wet- en regelgeving gezorgd voor meer aandacht voor antislip oplossingen. Dat terwijl Nederland en België nog aan het begin staan van een bredere acceptatie van deze technologie. Pieter Pruijn, product- en salesmanager bij Lecol, geeft meer inzicht in de stand van zaken en de toekomst van antislip lakken. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: Lecol/Maiburg. In het Verenigd Koninkrijk is de bewustwording rond veiligheid op vloeren en trappen de afgelopen jaren sterk toegenomen. Pruijn legt uit: “Engeland lijkt een beetje op Amerika: er is daar meer een claimcultuur dan hier in Nederland of België. Als een klant uitglijdt en de kroeg aanklaagt, kost dat de eigenaar veel geld. Dit heeft geleid tot specifieke normen zoals de British Standard 7976, gericht op antislip waarden.” Vooral in pubs en restaurants wordt deze norm gebruikt. Lokale overheden kunnen bij de aanvraag van vergunningen eisen dat vloeren voldoen aan de vastgestelde antislip waarden. Pruijn: “Deze normen zijn echter niet verplicht, maar afhankelijk van de gemeente. Denk in dit geval aan het meenemen in de hinderwetvergunning, die de UK ook heeft. Dat maakt de regelgeving soms complex, maar desondanks nemen grote horecaketens al stappen om aan de normen te voldoen, uit angst voor claims. En het zijn vooral grote hotel- en restaurantketens die hiermee echt bezig zijn, want ze zijn als de dood voor claims. Een ongeluk kan ze zo een paar ton kosten.” Antislip organisatie De Britse overheid heeft dan ook een antislip organisatie (UKSRG) opgericht, waarin niet alleen experts van de overheid zitten. “Wij als leveranciers zitten daar ook in en geven hen adviezen over welke producten op welke wijze gebruikt moeten worden.” Lecol importeert al 39 jaar lakken, Veilig de trap of en af met antislip lakken oliën en onderhoudsmiddelen van de Duitse producent LOBA. Eén van de innovatieve oplossingen die Lecol nu op de markt heeft gebracht, is het toevoegen van een antislip additief aan de LOBA-lakken. Dit biedt een onzichtbare, duurzame en effectieve oplossing, die voldoet aan de strenge Britse normen. “Om trappen en hellingen nu antislip te krijgen was het tot nu toe gangbaar om korrels toe te voegen bij het aanbrengen van de lak. Dat doe je met een zeefje, maar dat is best intensief. Met ons product LOBA SlipResist voegen we een antislip waarde toe zonder dat de lak zijn esthetische of slijtvastheidseigenschappen verliest,” aldus Pruijn. Additieven De ontwikkelingen in antislip lakken zijn niet beperkt tot houten vloeren of trappen. Ook op PVC en andere materialen worden deze oplossingen toegepast. Lecol heeft hierbij een belangrijke stap gezet door een additief, LOBA SlipResist, te ontwikkelen dat eenvoudig kan worden gemengd met de meeste LOBA watergedragen lakken. Pruijn legt uit: “We hebben met de LOBA SlipResist een flesje van 100 gram ontwikkeld, dat je mengt met 5 liter of 5 kilo lak. Hiermee verandert de lak in een product met hoge antislip waarden, zonder dat de verwerking of het uiterlijk wordt aangetast.” Daarnaast is het mogelijk om verschillende esthetische effecten te creëren bijvoorbeeld met de LOBA 2K Invisible Protect lak, die een extreem mat effect heeft, een ‘onzichtbaar bleekeffect’ veroorzaakt wat aansluit bij de populaire Scandinavische woontrend, waar hout met een lichte en natuurlijke uitstraling belangrijk is. In tegenstelling tot Groot-Brittannië worden de normen in Nederland en België rondom antislip oplossingen minder vaak geëist. Hier gelden Europese normen, zoals DIN EN 16165:2021, die de antislip waarde uitdrukken in R-waarden, variërend van R9 (basis grip), R10 (gemiddelde grip) tot R11 (sterke grip). “Onze lakken kunnen dankzij de LOBA SlipResist naar deze gewenst gripwaarde worden gebracht.” Ongevallen verminderen En hoewel er in Nederland en België geen verplichtingen zijn zoals in het VK, pleit Pruijn wel degelijk voor meer aandacht voor antislip veiligheid. Hij wijst op de hoge aantallen ongelukken die jaarlijks plaatsvinden: “In Engeland sterven jaarlijks circa 700 mensen door valpartijen op trappen. Ik ken de cijfers in Nederland niet, maar dit is ongeveer te vergelijken met het aantal verkeersdoden in Nederland. Toch is er hier geen regelgeving voor trappen, terwijl het gemakkelijk op te lossen is.” Hij ziet dan ook mogelijkheden voor de oprichting van een antislip organisatie naar Brits voorbeeld, waarin leveranciers, onafhankelijke experts en overheden samenwerken om veiligheid te verbeteren. En, zo weet Pruijn, antislip oplossingen worden steeds vaker toegepast, vooral in specifieke situaties, zoals op trappen of in publieke gebouwen. “We staan weliswaar aan het begin. In Nederland hebben we het product pas een half jaar op de markt, maar we zien al interesse vanuit de renovatie- en schildersindustrie,” zegt hij. Het is aan beleidsmakers en de industrie om deze oplossingen breed te implementeren en daarmee ongevallen in de toekomst te voorkomen. Zoals Pruijn stelt: “We moeten vaker omhoog bouwen, maar dat betekent ook dat we meer aandacht moeten besteden aan veiligheid op trappen en vloeren.” Meer info: www.lecol.nl In het Verenigd Koninkrijk is de bewustwording rond veiligheid op vloeren en trappen de afgelopen jaren sterk toegenomen. In grote openbare gebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen, zijn de trappen daarom steeds vaker antislip gemaakt. Door een additief toe te voegen aan de lak is de LOBA SlipResist antislip, zonder dat er tijdens het aanbrengen korrels ingezeefd moeten worden.

MAX 4 Wapeningsplaten voor nieuwbouw en renovatie Vloeroplossingen OP-DECK® ICF Vloersysteem LEWIS® Zwaluwstaartplaten® HODY® Staalplaatbetonvloeren Pieter Zeemanweg 107 3316 GZ Dordrecht (NL) +31 (0)78 617 44 00 reppel@reppel.nl www.reppel.nl Dé gevelspecialist voor het vinden van de oorzaak en het geven van de juiste oplossing U bent bij ons aan het juiste adres voor: ◆ Gevelinspecties ◆ Hersteladvisering ◆ Constructieberekeningen ◆ Projectbegeleidingen ◆ Producttrainingen ◆ Projectgarantie totalwall.nl T 088 - 111 25 25 ◆ info@totalwall.nl Direct prijs Makkelijk bestellen 24/7 toegankelijk T: +31 (0)174513094 E: info@tcvddool.nl I: www.tcvddool.nl WIJ STAAN AL BIJNA 85 JAAR VOOR: Een kostenefficiënt alternatief voor nieuwbouw Verhogen van uw bedrijfsruimte betrouwbaar flexibel snelheid innovatief nl al nl www.renovatietotaal.nl www.renovatietotaal.nl al Altijd een fijne temperatuur op de werk- of slaapkamer met een Fujitsu lucht-lucht warmtepomp Wist je dat onze aircoheaters extreem goed presteren in verwarmingsmodus? Plaats een vloerunit in plaats van een radiator of plaats een aircoheater hoog aan de wand en verwarm zo een werk- of slaapkamer. In de zomer koel je met dezelfde units de ruimte lekker af. Verwarmen en verkoelen met hetzelfde systeem Betaalbaar & energiebesparend Sterke, snelle en eciënte verwarming Nu met GRATIS Wifi-module Ga voor meer informatie naar de website, Scan de QR-code! ping fujitsuclimate.nl

11 nr. 7 December 2024 Thema Duurzame mobiliteit: Zero-emissiezones “Het doel van de zero-emissiezones is om een transitie in gang te zetten” Vanaf 1 januari 2025 gelden er in 14 grote steden zero-emissiezones. Later in 2025 en de jaren daarna volgen er nog zo’n 15 gemeenten. In deze steden zijn dan op termijn alleen nog uitstootvrije bestel- en vrachtauto’s welkom. Waar dit voor de ene ondernemer zorgen met zich meebrengt, blijken andere ondernemers er al helemaal klaar voor. Emma van Bree, beleidsmedewerker zero-emissie stadslogistiek bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, legt uit hoe een en andere in de praktijk uitpakt. Auteur: Annemieke Bos, Onderhoud NL Zo’n 43% van de ondernemers maakt zich zorgen over de komst van zero-emissiezones, zo blijkt uit recent onderzoek van ANWB Zakelijk. Zo zijn er zorgen over de hoge aanschafprijs van elektrische voertuigen, het laadvermogen, de beperkte actieradius en de beschikbaarheid van laadpalen. Emma van Bree, beleidsmedewerker zero-emissie stadslogistiek bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, kan zich die zorgen wel voorstellen: “Toch blijkt het in veel gevallen voor bedrijven mogelijk om over te stappen. Voor wanneer het echt problematisch wordt, zijn er de overgangsregeling, vrijstellingen en Vanaf 1 januari 2025 in 14 grote steden Zero-emissiezones Waar komen de zero-emissiezones? Inmiddels hebben 29 gemeenten een besluit tot invoering van een zero-­ emissiezone genomen of doen daar onderzoek naar. De ingangsdatum van de zero-emissiezones kan per gemeente verschillen. De ingangsdatum staat in het onderstaande overzicht vermeld. 1 januari 2025: Amersfoort, Amsterdam, Assen, Delft, Den Haag, Eindhoven, Enschede, Gouda, Groningen, Haarlem, ’s Hertogenbosch, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht en Zwolle 1 januari 2026: Arnhem, Dordrecht, Schiphol en Zaanstad 1 juli 2026: Alphen a/d Rijn 1 januari 2027: Venlo 1 januari 2028: Almere en Deventer 1 januari 2030: Apeldoorn en Ede Nog te bepalen: Hilversum Bron: opwegnaarzes.nl ontheffingen. En het hoeft niet allemaal op stel en sprong. Het doel van de zones is om een transitie in gang te zetten, zodat het zakelijk verkeer in de binnensteden vanaf 2030 jaarlijks 1 megaton CO2 minder uit gaat stoten.” Overgangsregeling “We gaan niet iedereen die net een Euro 5 of 6-voertuig heeft aangeschaft, dwingen om per 2025 een elektrisch voertuig aan te schaffen”, benadrukt Van Bree. Voor bestaande bestelauto’s van emissieklasse 5 of 6 en vrachtauto’s met emissieklasse 6, geldt dan ook een overgangsregeling. Bestelbussen mogen nog twee respectievelijk drie jaar doorrijden en vrachtauto’s met emissieklasse 6 nog tot 2030. Het kan zijn dat een voertuig niet te elektrificeren valt, of dat er een situatie speelt waardoor elektrificatie lastig is. Dan zijn er in veel gevallen uitzonderingen mogelijk in de vorm van vrijstellingen en ontheffingen. Van Bree: “Een vrijstelling geldt voor bepaalde typen voertuigen waarvan zeker is dat het niet lukt om die op korte termijn te elektrificeren. Denk aan oldtimers, gepantserde wagens, kraanwagens en verbouwde wagens zoals foodtrucks.” De regels voor vrijstellingen zijn wettelijk bepaald. Ontheffingen De ontheffingen vallen onder het gemeentelijk beleid en gelden voor bepaalde situaties waarin het voor een ondernemer nog niet mogelijk is om uitstootvrij te gaan rijden. Bijvoorbeeld als de ondernemer een nieuw uitstootvrij voertuig heeft besteld, waarvan de levertijd erg lang is. Of wanneer de aanschaf van een uitstootvrij voertuig het bedrijf direct in de financiële problemen brengt. En zo zijn er nog meer situaties waarin men een ontheffing kan aanvragen, zoal te zien is op www.opwegnaarzes. nl/ontheffingen. Uitvoeringsagenda Stadslogistiek De overheid werkt samen met brancheorganisaties en gemeenten via de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek. Van Bree: “Als Rijksoverheid helpen we partijen om de aanloop naar zeroemissiezones vorm te geven. Gemeenten ondersteunen we bij de juridische en beleidsmatige aspecten. De branches helpen we met de communicatiemiddelen. We overleggen veel met de brancheorganisaties om samen tot het juiste beleid te komen. De input vanuit de praktijk is belangrijk. Zo hebben we onlangs in samenspraak met de ondernemers en gemeenten de ontheffingsmogelijkheid bij netcongestie toegevoegd. Als je kunt aantonen dat je niet voldoende netcapaciteit hebt bij je netbeheerder om bijvoorbeeld genoeg laadpalen voor je voertuigen aan te leggen, dan kun je daar een ontheffing voor krijgen.” Centraal loket Wat staat er nog op de planning? Van Bree: “Gemeenten zijn nu druk bezig met het nemen van de verkeersbesluiten voor de invoering. We realiseren een centraal loket op de website van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, waar ondernemers op één plek alle typen ontheffingen kunnen aanvragen voor alle gemeenten. Verder werken we aan een nieuwe Uitvoeringsagenda met afspraken na 1 januari 2025.” Zie hier voor de kentekencheck: www.opwegnaarzes.nl/bedrijven. Voor het aanvragen van een ontheffing: https://www.rdw.nl/ontheffingzero-emissie. Vanaf 1 januari 2025 gelden er in 14 grote steden zeroemissiezones. Foto: ANP. Emma van Bree, beleidsmedewerker zero-emissie stadslogistiek bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Foto: Ministerie I&W’. Steeds meer onderhoudsbedrijven hebben een elektrische werkbus aangeschaft. Foto: Annet Delfgaauw.

Waarom kiezen voor TONZON Vloerisolatie? De eerste stap naar een duurzame, comfortabele en gezonde woning is vloerisolatie. Het is verbazingwekkend hoe vaak dit over het hoofd wordt gezien. Veel renovatieprojecten besteden nog steeds weinig aandacht aan de kwaliteit van vloerisolatie, of slaan het zelfs helemaal over. Het is hoog tijd om daar verandering in te brengen. Deze innovatieve technologie maakt gebruik van Thermoskussens die gebaseerd zijn op unieke natuurkundige principes. Hierdoor is de isolatie effectiever dan traditionele methoden. Vooral bij vloeren met vloerverwarming zijn de resultaten verbluffend, met een potentiële energiebesparing van meer dan 40%. TONZON Thermoskussens bereiken moeiteloos een Rc-waarde van 7,0 m²K/W, terwijl een minimale Rc-waarde van 5,0 m²K/W wordt geadviseerd door Milieu Centraal. TONZON is niet alleen een meester in isolatie, maar ook een pionier in klimaatefficiëntie. De energie die nodig is om het isolatiemateriaal te vervaardigen, wordt tijdens de levensduur maar liefst 6.500 keer terugverdiend. Het materiaal heeft een minimale CO2-uitstoot en is opvouwbaar, wat het transport en de opslag vereenvoudigt. Het isoleren van de vloer als eerste stap bij het isoleren van een bestaande woning is essentieel om vochtproblemen, schimmel en huisstofmijt te voorkomen. TONZON Vloerisolatie zorgt ervoor dat de vloer niet de koudste en vochtigste plek in huis wordt, wat bijdraagt aan een gezonder binnenklimaat. Kortom, TONZON Vloerisolatie is effectiever dan traditionele isolatiemethoden, levert verbluffende energiebesparingen op, heeft een ongeëvenaarde klimaatefficiëntie en voorkomt vochtproblemen. Kiezen voor TONZON is niet alleen een investering in je woning, maar ook in de toekomst van onze planeet. Isoleer duurzaam met TONZON Het effect van vloerisolatie wordt onderschat Wil je meer informatie over vloerisolatie? Scan de QR-code

13 nr. 7 December 2024 Thema Duurzame Mobiliteit: Ervaringen met elektrisch rijden Onderhoudsbedrijven schakelen steeds vaker over op elektrisch rijden Overschakelen op elektrische bedrijfsauto’s vergt een flinke investering, ondanks welkome overheidssubsidies. Maar door geleidelijk over te schakelen is het te behappen en raken de medewerkers niet alleen gewend aan elektrisch rijden; meestal willen ze niet meer anders. Dat blijkt uit de ervaringen die Onderhoud NL heeft opgehaald onder 3 van haar lidbedrijven. Met als duidelijk signaal naar de landelijke politiek: zorg voor eenduidig langjarig beleid als het gaat om subsidies en laadinfrastructuur en dergelijke. Zodat je weet wat je kunt verwachten en waar je op kunt investeren. Auteur: Annemieke Bos, Onderhoud NL Francesco van Ooyen, Glashandel van Ooyen in Landgraaf: “Zeven van onze twaalf bedrijfsauto’s zijn nu elektrisch. Daarmee zijn we goed voorbereid om te werken in gemeenten die een zero-emissiezone invoeren, zoals Maastricht. We zijn geleidelijk overgestapt. Eerst was er wel wat weerstand bij de medewerkers, maar nu zijn ze positief. Het rijden in een elektrische bus voelt rustiger dan een diesel. Als je met een elektrische bus - ook geladen met glas - op een normale manier rijdt, dan gaat het prima. Ze rijden makkelijk 300 kilometer, daar hebben we voldoende aan. Zodra de bussen terugkomen, leggen we ze aan een van de zeven laadpalen hier op de zaak; in de hal, zodat het ’s winters ook vlot gaat. De investering in de laadpalen was fors, maar een deel kwam terug via subsidie. We krijgen veel positieve reacties van klanten dat we onze rol hierin serieus nemen. Als we een jaar of vijf verder zijn, dan rijdt iedere serieuze glashandel in een elektrische of waterstof gedreven bus, daar ben ik van overtuigd.” Tip van Francesco: denk goed na over het laden (binnen opladen is echt een groot voordeel), spar met autoleveranciers en probeer het eens uit. Johan van Doorn, Joh. Van Doorn De Bilt in Bilthoven: “Eind 2023 namen wij de eerste elektrische glasbus van Nederland in gebruik. Sindsdien is zo’n 25% van ons wagenpark uitstootvrij. De actieradius is goed en we kunnen op ons bedrijf gratis laden dankzij zonnepanelen op het dak. Probleem is wel dat we het aantal laadpunten niet kunnen uitbreiden vanwege netcongestie. Op het bedrijventerrein waar wij gevestigd zijn, kijken we nu naar een creatieve oplossing waarbij we stroom verdelen onder de gebruikers. We werken veel in Utrecht en Amsterdam en zijn op zich goed voorbereid. We zouden wel geholpen zijn met eenduidig langjarig beleid als het gaat om subsidies en laadinfrastructuur en dergelijke. Zodat je weet wat je kunt verwachten en waar je op kunt investeren. Ook is meer duidelijkheid gewenst over welke steden wel of niet mee gaan doen aan de zero-emissiezones.” Tip van Johan: Begin er zo snel mogelijk aan, de levertijden van elektrische bussen zijn lang en het aanvragen van een laadpaal kan zomaar een half of driekwart jaar duren. Myrthe de Vries, De Vries Vernieuwers in Groningen: “In 2013 waren wij in Groningen het eerste bedrijf met een elektrische bedrijfsbus. Nu is ons gehele wagenpark met twintig voertuigen verduurzaamd. De laadinfrastructuur in onze provincie is nog niet geheel dekkend, maar veelal lukt het wel om onderweg en op projecten te laden. Laadtijd is overigens geen verloren tijd: medewerkers kunnen dan bijvoorbeeld hun administratie of planning bijwerken. We hebben het elektrisch rijden rustig laten uitproberen en zelfs de grootste scepticus is nu enthousiast. Wat we graag nog willen is een grote elektrische bedrijfsbus met goede actieradius en trekkracht, zodat onze elektrische compactkraan ook zonder moeite mee kan. We volgen de ontwikkelingen en onderzoeken ook andere mogelijkheden. Waarschijnlijk kunnen we er een testen op waterstof. Wat de kansen betreft: We kunnen in aanbestedingen concreet aantonen hoe duurzaam onze bedrijfsvoering is, dat levert maximale punten op en heeft ons al diverse mooie nieuwe projecten opgeleverd. Door potentiële medewerkers worden we gewaardeerd als duurzame werkgever.” Tip van Myrthe: Zoek medewerkers in je bedrijf die openstaan voor nieuwe dingen en laat hen zo’n auto testen. Zij worden dan ambassadeur in je bedrijf; dat werkt motiverend voor anderen.

14 nr. 7 December 2024 Transformatie en renovatie “Het vastgoed van de toekomst staat er al” De NRP Gulden Feniks gaat dit jaar naar Nijkleaster-Westerhûs: Kop-hals-klooster in Hilaard, Nimeto in Utrecht en Vreewijk in Rotterdam. Zij wonnen deze prijs met hun voorbeeldstellende project op het gebied van respectievelijk transformatie, renovatie en gebiedstransformatie. De wildcard ging dit jaar naar het Stadhuis Den Helder. De NRP Gulden Feniks is de nationale prijs voor renovatie en transformatie van de gebouwde omgeving. Successen en inzichten worden hierbij gedeeld; de Gulden Feniks is een prijs om van te leren. In 2024 werden er 54 projecten ingezonden in de drie categorieën. Auteur: Harmen Weijer De kop-hals-romp boerderij Westerhûs bij het Friese plaatsje Hijlaard onder de rook van Leeuwarden is omgebouwd naar een eigentijds klooster. Het rijksmonument is onderdeel van Nijkleaster, dat zoekt naar nieuwe wegen voor geloof en spiritualiteit. Eenieder kan hier in retraite om mee te leven in een vast ritme van bidden en werken, verstillen en wandelen, ontmoeten en plezier. Het klooster is een burgerinitiatief en biedt verblijfsruimte voor bezinning. Ingrepen in de waterhuishouding zorgden ervoor dat het steeds schraler wordende Friese landschap hier voor mens en dier weer gezond is geworden. Daarom is Nijkleaster Westerhûs is een mooi voorbeeld van hoe gemeenschapszin nieuw leven in te blazen. Het ontwerp is gericht op de uniciteit van deze nieuwe functie op het platteland. Het moest daarom geen verbouwde boerderij worden maar een waarachtig kloostercomplex van samenhangende oude en nieuwe onderdelen. Juryoordeel Op het platteland zijn misschien wel de grootste ruimtelijke en sociale uitdagingen van dit moment te vinden, aldus de jury. De transformatie van een kop-hals-boerderij naar een eigentijds klooster zorgt ervoor dat dit stukje Friese platteland een duurzame toekomst krijgt. En hoe! Soms kan een enkel transformatieproject zorgen voor verschuivingen die ver voorbij de eigen schaal reiken. De leegstaande boerderij kreeg een functie die naadloos aansluit bij de sociale opgave van het platteland: het verdwijnen van voorzieningen en plekken van samenkomen. NRP Gulden Feniks 2024 uitgereikt in 3 categorieën: transformatie, renovatie en gebiedstransformatie Jury Geurt van Randeraat - voorzitter (ontwikkelstrateeg, SITE urban development) Thijs Asselbergs (architect, Thijs Asselbergs architectuurcentrale) Dirk Baalman (architectuurhistoricus, onderzoeker-­ adviseur) Bess Blomjous (concept- en projectmanager, Studio Bess) Sabine Renders (strategisch gebiedsontwikkelaar, Provincie Noord-Holland) Jaap Wiedenhoff (senior adviseur, ingenieursbureau ABT) Luïsa Jacobse (architect, winnaar NRP Masterprijs 2024). Winnaar transformatie – Nijkleaster Westerhûs: Kop-hals-klooster in Hijlaard

15 nr. 7 December 2024 Al honderd jaar behoort Vreewijk in Rotterdam tot de fraaiste tuindorpen van Nederland. Het Verbeterplan Vreewijk zorgt ervoor dat de woningen weer 25 jaar mee kunnen, zowel onderhoudstechnisch als qua duurzaamheid en comfort. Tegelijkertijd voorziet het Verbeterplan in werkzaamheden die het authentieke karakter van Vreewijk versterken. In de jaren tachtig kregen vrijwel alle woningen nieuwe indelingen, dakkapellen, kozijnen en deuren. Veel is bereikt, maar ook veel ging verloren. Rond 2008 gingen Havensteder, gemeente en bewoners voor een nieuwe kwaliteitsaanpassing, met als inzet: de woningen voor de komende vijfentwintig jaar geschikt maken. Na aanhoudende inzet van bewoners en de studie van De Nijl architecten kreeg Vreewijk de status ‘beschermd stadsgezicht’ met zo’n 270 monumentale panden. In 2013 kwam het Verbeterprogramma in een stroomversnelling. Na het opstellen van een beeldkwaliteitplan door Anneke Nauta en Joris Molenaar, waarin de hiërarchie ‘groen-dak-gevel’ het uitgangspunt is, startte de renovatie van de Valkeniersbuurt als pilot. De pilot bleek een succes, maar ook kostbaar. Voor de resterende 1185 woningen werden nieuwe eisen en ambities opgesteld. Voor de buitenkant maakten woningcorporaties, gemeente en Rijk extra middelen vrij. Arjan Hebly van Hebly Theunissen architecten en landschapsarchitect Jos van de Lindeloof gingen hier onder supervisie van Anneke Nauta en Joris Molenaar, vanaf 2015 mee aan de slag. Inmiddels is de vernieuwing van de woningen, medio 2023, afgerond. Naast de labelsprong van de woningen, het merendeel naar label A, zien we een aantal essentiële architectonische kwaliteiten terugkomen. De keramische rode en grijze dakpannen bijvoorbeeld, maar ook de horizontale daklijn, het afgewogen kleurbeeld, de kopgevelreconstructies, de houten bekleding van de dakkapellen, het herstel van raamindelingen, de authentieke voordeuren en bijzondere elementen zoals de gekleurde houtsnijwerken van Hildo Krop boven de voordeuren aan de Dreef, pergola’s, plantenbakken en uithangborden. De reconstructie van de gevels vergde intensieve foto-recherche, aangezien de originele bouwtekeningen door de oorlog verloren waren gegaan. Met wat daar geleerd is wordt nu met vol vertrouwen doorgebouwd in De Linker Halve Vlieger en Buurt 9. Juryoordeel Hier organiseerden bewoners een succesvolle lobby om corporatie en gemeente zover te krijgen om voor Vreewijk in Rotterdam een verbeterplan op te stellen in plaats van een eerder gemaakt sloopplan tot uitvoer te brengen. De jury is zeer te spreken over dit voorbeeld van burgerinitiatief. Tegelijkertijd prijst ze de lenigheid van woningcorporatie Havensteder bij het maken van een draai. Hadden ze boekhoudkundig voet bij stuk gehouden, dan was de wijk gesloopt. Maar Havensteder luisterde naar burgers en omarmde het erfgoed. Deze moeilijke draai is mede gelukt, omdat ze voor de renovatie de juiste projectleider op het project zette: iemand die in staat is verbindend te werk te gaan tussen alle belanghebbenden. Uiteindelijk is iedereen trots op het resultaat: bewoners, gemeente, ontwerpers en corporatie. De jury deelt deze trots. Meanderend door de wijk, via stoepen, achterpaden, pleinen en perken is op alle niveaus de kwaliteitsslag te zien. In Nederland staan zo’n vijfduizend naoorlogse schoolgebouwen, die toe zijn aan vernieuwing. Als ze na veertig jaar boekhoudkundig afgeschreven zijn, volgt vaak de sloophamer. Dat koerswijziging in combinatie met een relatief laag renovatiebudget een prachtig schoolcomplex met buitenruimte kan opleveren, bewijst Nimeto: een mbo-vakschool voor creatieve ruimtemakers. In MBO Nimeto worden vakken als restaureren, etaleren en decorbouw gegeven. Het gebouw bestaat uit vijf bouwdelen, gebouwd tussen 1967 en 2016 en is doorsneden door een straat. Voor de transformatie voelde het niet als één school. Door ad-hoc ingrepen was de eenvoudige schoonheid van de oorspronkelijke architectuur onleesbaar geworden. De charme van de vakken werd overstemd en verborgen achter gesloten deuren aan generieke gangen. De basisopgave was het voorzien in meer ruimte voor een groeiend studentenaantal. Stichting Mevrouw Meijer voerde een ontwerpend onderzoek uit, dat aantoonde dat de oplossing in de bestaande gebouwen kon worden gevonden. Sloop en nieuwbouw was niet nodig. De benodigde grondige transformatie is opgevat als kans om de kwaliteit van het gebouw te verbeteren. Maarten van Kesteren kreeg als jonge architect de kans om het gebouw, de buitenruimte en belangrijkste meubels te ontwerpen. Met een minimum aan ingrepen zijn de bouwdelen getransformeerd tot één doorlopende leeromgeving. Delen van de bestaande structuur zijn weggehaald of geaccentueerd, waardoor een podium is ontstaan voor de stille kwaliteiten van de vakken en gebouwen. De gebouwen zijn verbonden met een nieuwe colonnade. Tussen de gebouwen, in het hart van de school, maakte een parkeerterrein plaats voor een nieuw schoolplein. Er zijn vier open plekken gemaakt in en tussen de gebouwen: drie vides en een nieuw schoolplein. Deze ruimten brengen licht en lucht terug in de gebouwen, dienen als oriëntatiepunten, verspreiden sfeer en daglicht en verbinden de bouwdelen. Ook maken ze de grote kelders bruikbaar. De extra ruimte voor het groeiend studentenaantal is hierdoor vrijwel geheel binnen de gebouwen gevonden. Er is voorzichtig omgegaan met ruimte, materiaal en een beperkt budget. Overal in de school kun je blikken opvangen van studentenwerk of werkende studenten. De school voelt als een levendige werkplaats. Juryoordeel Het beperkte bouwbudget van 770 euro per m2 vroeg om het maken van rake keuzes. Daar zijn Maarten van Kesteren, de opdrachtgever en Stichting Mevrouw Meijer met vlag en wimpel in geslaagd, aldus de jury. Qua duurzaamheid voldoet het complex aan nieuwbouweisen. Energetisch is de keuze scherp om goed na te denken wanneer je installaties aan en uit zet. Een goedkope strategie met grote winst op duurzaamheidsvlak. Bovendien nam de opdrachtgever ook de emotionele waarde van erfgoed serieus: een onder studenten en docenten geliefd gebouw moet je koesteren. Sommige delen zijn bewust niet aangepakt. Hier tref je gebouwdelen met bijvoorbeeld verfresten op muren of vloeren, passend bij een vakschool zoals Nimeto. Een keuze die gedurfd is en passend bij het type gebruik van die delen van het gebouw. Winnaar renovatie – MBO vakschool Nimeto in Utrecht Winnaar gebiedstransformatie – Tuindorp Vreewijk in Rotterdam

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=