RenovatieTotaal 2 - 2024

Hét platform voor de renovatiesector PROJECT IN BEELD Complexe renovatie met 3 verschillende bouwstromen in Arnhem 8 DE INSPECTIE Fundering eerste woningen Twents kanaaldrama duurzaam hersteld 17 INSTALLATIENIEUWS Kansen voor circulaire renovaties 39 NUMMER 2 | JAARGANG 14 | MAART 2024 Veilige steiger is gedeelde verantwoordelijkheid Pag. 10-11 Thema: Onderhoud & Schilderswerk

QUENTIN BLACK-BLUE LOW + MID ESD ART. NR.: 723811 + 763811 | MAAT: 40 – 48 HOOGSTE NIVEAU VEILIGHEID OP HET ONZE VEILIGHEIDSSCHOENEN MET LADDERGRIP: VOOR PROFESSIONALS DIE GEEN COMPROMISSEN SLUITEN ALS HET OM VEILIGHEID GAAT. STABIEL EN COMFORTABEL, OP ELKE HOOGTE. VEILIGHEIDSKLASSE S3S MEER WETEN:

3 nr. 2 Maart 2024 Redactioneel In dit nummer COLOFON RenovatieTotaal is een onafhankelijke informatiebron en verschijnt 7 maal per jaar. RenovatieTotaal gaat over renovatie, restauratie, herbestemming, onderhoud, op- en aanbouwen en alles wat met de bestaande bouw te maken heeft. Jaargang 14, nummer 2, maart 2024 Uitgever Hugo Arends (0570) 861007 E-mail: hugo@handelsuitgaven.nl Hoofdredactie Harmen Weijer redactie@renovatietotaal.nl Redactie Shendell Benilia Frank de Groot Joop van Vlerken Medewerkers Haico van Nunen Willard van Reenen Marketing & Communicatie Maxime Wendt (0570) 768642 E-mail: maxime@handelsuitgaven.nl Advertenties Tom Sotthewes (0570) 654660 E-mal: tom@handelsuitgaven.nl Abonnementen Mirjam Nijbroek (0570) 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Ontwerp en Opmaak Bureau OMA, Doetinchem www.bureauoma.nl Cover Complexe woningrenovatie in Arnhem (pag. 8) Druk Rodi Rotatiedruk RenovatieTotaal is een uitgave van Nederlandse HandelsUitgaven BV Postbus 2273, 7420 AG Deventer Keulenstraat 8J 7418 ET Deventer Tel. 0570 – 861009 E-mail: mirjam@handelsuitgaven.nl Copyright Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder de nadrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze uitgave is zorgvuldig en naar het beste weten samengesteld. Uitgever en auteurs kunnen echter niet instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, als gevolg van handelingen of beslissingen die op deze informatie zijn gebaseerd. Thema Onderhoud & Schilderswerk: Veilige steiger is gedeelde verantwoordelijkheid 10 Bouwhistorie: Bouwhistorie en kerkgeschiedenis (1) 21 Installaties: “Gezonder binnenklimaat met balansventilatie” 28 4 Actueel 7 Column 8 Onderhoud & Schilderswerk: Project in Beeld 13 O nderhoud & Schilderswerk: Hoe omgaan met zero emissions zones? 15 O nderhoud & Schilderswerk: Digitale kluis van een woning 17 Onderhoud & Schilderswerk: De Inspectie 19 Onderhoud & Schilderswerk: Productoverzicht 23 OudNieuw 24 Interview: Taco van Hoek (EIB) 27 Installaties: Kleinere warmtepomp met PCM 30 Installaties: Renovatie van ARTIS-Aquarium 35 Installaties: Cursussen & Opleidingen i.s.m. TVVL 37 I nstallaties: Innovaties in prefab omgeving ontwikkeld 38 Installaties: Nieuws Veilig werken Het lijkt een no-brainer: veilig werken. Maar het komt nog te veel voor dat dit niet goed genoeg gebeurt, vooral op steigers. In deze editie van RenovatieTotaal met als thema Onderhoud & Schilderswerk hebben we een aantal situaties naast elkaar gezet, die op z’n zachtst gezet voor verbetering vatbaar zijn (pag 10 en 11). Sommige zijn echt levensgevaarlijk. Gelukkig staat in de Richtlijn Steigers hoe het wel moet, en ook vrij eenvoudig kan. Maar waarom gebeurt het dan nog steeds? Het is een combinatie van gemakzucht en onkunde. Aan beide is gelukkig wat te doen, maar het vraagt van zowel de steigerbouwer als de opdrachtgever van de renovatie of onderhoudswerkzaamheden dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. De steigerbouwer moet weten wat ie moet doen, en dan ook uitvoeren. En daarna is het aan de opdrachtgever of hij werken op hoogte serieus neemt of niet, en dus zelf controleert – of dat laat doen – of de steiger deugdelijk staat. Een ander opmerkelijk bericht is dat circulariteit bij renovaties veel te weinig aandacht krijgt, terwijl daar juist veel winst is te halen (pag 39). Het gaat hier voornamelijk om het vervangen van verwarmingsinstallaties in woningen, waarbij het vrijwel om nieuwe producten gaat. Als die apparaten op een circulaire manier worden geproduceerd, gaat de milieu-impact van gerenoveerde woningen heel snel omlaag met wel 40%. Uit onderzoek blijkt dat als het systeem van producentenverantwoordelijkheid wordt verbeterd deze milieuwinst het snelst wordt bereikt. Het is ook niet dat producenten niet circulairder willen produceren. Het is vooral duurder en dat wil de installatiemarkt weer niet. Dat vraagt dus ondersteuning vanuit de overheid. Het nieuwe kabinet moet hierover een flinke noot kraken, willen we circulaire installaties ook in de bouwpraktijk op grote schaal kunnen toepassen. Om zo de potentie van het circulair renoveren van woningen ten volle te benutten. Harmen Weijer Hoofdredacteur RenovatieTotaal Reageren? redactie@renovatietotaal.nl

4 nr. 2 Maart 2024 Actueel Transformatie kantoor naar woningen in Hengelo steeds zichtbaarder De komende maanden zijn er steeds minder steigers te zien op bouwlocatie Het Veem in Hengelo. Daar transformeert Van Wijnen het voormalig UWV-kantoor naar 93 appartementen en een commerciële plint. Momenteel is de ruwbouw in volle gang. Dit betekent dat het gebouw wordt dichtgemaakt. Zodra het gebouw volledig dicht is, wordt de buitengevel netjes afgewerkt en de aluminium kozijnen geplaatst. Remco Nijkamp, projectleider bij Van Wijnen, vestiging Eibergen vertelt: “Het dichtmaken van het gebouw verloopt per verdieping, we starten op de bovenste verdieping en eindigen op de begane grond. Gestaag verdwijnen dan de – nu nog benodigde- steigers en wordt het uiterlijk van het wooncomplex – aan de buitenkant – steeds zichtbaarder aan de Prinses Beatrixstraat. Zodra de buitenkant gereed is, gaan we aan de slag met de binnenkant van het complex.” Met het realiseren van bijna honderd appartementen op een steenworp afstand van het NS station wordt voorzien in de grote vraag naar betaalbare woonruimte in de stad Hengelo en regio Twente. Er komen aan de spoorzijde achter het project ruim 400 zonnepanelen op een carport, met nog eens 100 zonnepanelen op het dak. Innovatieve optoprenovatie van Aquarius in Amstelveen is afgerond De renovatie van woongebouw Aquarius in Amstelveen is afgerond. Het vijf verdiepingen tellende woongebouw onderging een complete metamorfose. Daarbij werd het gestript tot op het betonnen skelet, opnieuw ingepakt en op innovatieve wijze opgetopt met een extra verdieping van hout. ERA Contour renoveerde Aquarius de afgelopen twee jaar in opdracht van woningcorporatie Eigen Haard. Het architectuurontwerp van AG Nova Architecten zorgde voor een moderne en frisse uitstraling van het woongebouw. Woongebouw Aquarius is tijdens de renovatie volledig gestript. Alleen het betonnen skelet van de flat bleef staan. Gevels, installatie en dakbedekking gingen eraf. En er kwam een extra verdieping van hout op, ook wel optoppen genoemd. Deze bijzondere manier van bouwen maakte het mogelijk om meer woningen te realiseren met het bestaande gebouw. Er kwamen maar liefst 34 woningen bij. Daarmee steeg het totaal aantal woningen naar 182. De keuze voor een opbouw in hout was bewust vanwege de lichte en duurzame eigenschappen van het materiaal. Een zwaarder materiaal bleek niet gunstig te zijn voor de opbouw. Bovendien is er met het behoud van de betonnen draagconstructie ruim 1500 ton aan CO2-uitstoot bespaard. De renovatie van Aquarius trekt veel bezoekers, vertelt Eijkelboom: “Tijdens de renovatie kregen we veel bezoek van vertegenwoordigers uit de corporatiesector en overheid. Aquarius wordt gezien als een voorbeeldproject van hoe we meer woningen kunnen realiseren in de bestaande woningvoorraad. Dit soort renovatietrajecten biedt namelijk de mogelijkheid om snel op te schalen in de woningproductie en haalbaar te verduurzamen.” Duurzame woningen Bewoners zijn enthousiast over de vernieuwde Aquarius en de duurzame woningen. Onder meer goed geïsoleerde gevels en optimale installaties zorgen voor minder energielasten. Het woongebouw beschikt over een variatie aan woningtypes: van een studio van 25 m2 tot een woning van ongeveer 145 m2 met drie grote slaapkamers. Arjen is een van de blije bewoners die terugkeert in de flat. “Het is hartstikke mooi geworden. En een nieuwe verandering. Als ik sommige mensen op straat spreek, vragen ze of er een hele nieuwe flat is gebouwd”, aldus Arjen. Warmtewerende glasfolie voor kantoor Onbehandeld glas laat warmte, licht en UV-straling van de zon ongehinderd door. Hierdoor kan het binnen erg warm worden, kan men hinder ondervinden van het felle zonlicht en zullen kwetsbare materialen sneller verkleuren. Door toepassing van warmtewerende folie op de ruiten biedt Man Protection dé oplossing voor de zonnige dagen. Door toepassing van warmtewerende folie op de ruiten, kan men de opwarming door de zon op het glas reduceren tot maar liefst 90%. Zo blijft het klimaat binnen optimaal en bespaart men op het energieverbruik van de airco’s. Tevens filteren deze raamfolies tot wel 99,9% van de schadelijke UVstraling uit het zonlicht, waardoor verkleuring en veroudering van kostbaar interieur wordt vertraagd. Warmtewerende raamfolies zijn niet uitsluitend functioneel, de meeste geven de gevel tevens een esthetische upgrade. Zo draagt een zilveren glasgevel bij aan een moderne uitstraling van een pand. Raamfolies zijn het hele jaar werkzaam, zowel bij een hoog- als laagstaande zon. Daarentegen zijn zonneschermen of screens extra schadegevoelig, vragen onderhoud en worden meestal te laat gebruikt, waardoor de warmte al binnen is. Raamfolie kan zonder bouwkundige aanpassingen eenvoudig gemonteerd worden op de reeds bestaande beglazing. In bijvoorbeeld kantoren, schoollokalen, fabrieken en werkplaatsen kan de schittering of weerspiegeling van zon- en daglicht zeer hinderlijk zijn. Om dit te voorkomen heeft Man Protection lichtwerende raamfolies in het assortiment. Deze folie zorgt ervoor dat het hinderlijk licht op de werkplek gefilterd wordt, waardoor het zicht op beeldschermen, digi-borden, machines en overige apparatuur optimaal blijft. Meer info: Man Protection, www.manprotection.nl

5 nr. 2 Maart 2024 Hét adres voor milieuvriendelijke coatings Een onmisbaar onderdeel van veel renovatieprojecten is een lik verf: gevels en muren moeten worden geschilderd, deuren en kozijnen gecoat. De Oostenrijkse verf- en lakproducent ADLER geldt sinds jaar en dag als hét adres voor kwalitatieve en milieuvriendelijke coatings voor deuren, kozijnen, gevels, binnen- en buitenmuren en meubels. Daarnaast vinden schilderprofessionals bij ADLER een keur aan professionele verf- en lakbenodigdheden. Van lakken, oliën en beitsen tot verven, wassen en lazuren: ADLER beschikt over een breed productassortiment voor de professionele oppervlaktebehandeling van hout. Een belangrijke pijler van het assortiment zijn watergedragen lakken. Meer dan twee derde van alle ADLER-producten wordt op waterbasis geproduceerd; vele daarvan met een groot aandeel natuurlijke en duurzame grondstoffen. Pionier “ADLER is een pionier op het gebied van milieuvriendelijke laksystemen en houdt zich al decennia bezig met de ontwikkeling van watergedragen lakken”, aldus Leon Cremers, directeur van ADLER Benelux in Heeze. “Met deze expertise zijn wij het juiste adres, als het gaat om de duurzame bescherming van hout.” Dat laat ook het green assortiment van ADLER zien, dat uitsluitend bijzonder duurzame coatings bevat. Alle producten in dit assortiment hebben een uitstekende ecologische balans en een laag VOC-gehalte. Daarnaast bevatten ze geen giftige stoffen en stoffen die gevaarlijk zijn voor het milieu. Professionele verf- en lakbenodigdheden Om al deze producten op de juiste manier aan te brengen, zijn verschillende toebehoren nodig. Schilderprofessionals hebben bij ADLER daarom de keuze uit een keur aan professionele verf- en lakbenodigdheden. In het assortiment zijn onder andere verschillende professionele spuitapparaten inclusief toebehoren te vinden, net als allerlei schuurapparatuur en -middelen. Ook worden er diverse polijst- en reinigingsmiddelen en afdichtmiddelen en kits verkocht. Uiteraard vinden professionals bij ADLER een breed pallet aan kwasten, spatels, borstels en lakrollen. Ook allerlei hulpmiddelen en artikelen voor reparatie en onderhoud mogen niet ontbreken. Tot slot verkoopt ADLER ook werkkleding en beschermende producten. Doelgerichte service ADLER werd in 1934 opgericht door Johann Berghofer; vandaag de dag is het Oostenrijkse familiebedrijf in handen van de derde generatie. Elk jaar verlaat 21.000 ton lak de fabriek in Schwaz (Tirol). Klanten uit de Benelux kunnen sinds 2018 terecht bij ADLER Benelux in Heeze. “Met kleurstalen, technisch advies en praktijkgerichte trainingen bieden we onze klanten doelgerichte service”, vertelt Cremers. “We streven ernaar hen niet alleen te voorzien van hoogwaardige houtbeschermingsmiddelen, maar willen hen ook als servicepartner terzijde staan.” ADLER WWW.ADLER-VERVEN.NL Producten In de spotlight Product uitgelicht Meer lage en middeninkomens verduurzamen hun woning Het aantal woningeigenaren met lage inkomens die hun woning energiezuinig maken met behulp van Nationaal Warmtefonds, is aanzienlijk gestegen. Dat blijkt uit de monitor van CBS en TNO over de eerste helft van 2023. Deze resultaten laten zien dat de verduurzaming van woningen in Nederland steeds verder doorzet. Het gaat om energiebesparende maatregelen, zoals warmtepompen, glasisolatie en het isoleren van vloeren. Om dit te kunnen financieren kunnen alle woningeigenaren terecht bij Nationaal Warmtefonds. Daarnaast komen zij in aanmerking voor een Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE-subsidie). Hugo de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: “Voorheen maakten vooral woningeigenaren met hogere inkomens gebruik van Nationaal Warmtefonds. Gelukkig hebben we dat de afgelopen periode kunnen veranderen. Ook gebruiken steeds meer mensen de beschikbare subsidies voor de verduurzaming van hun woning. Dat is goed nieuws want zo profiteren steeds meer mensen van een energiezuinig huis.” Deze trendbreuk is goed terug te zien in de monitor van CBS en TNO. Hieruit blijkt dat lagere inkomensgroepen in de eerste helft van 2023 steeds meer gebruik hebben gemaakt van Nationaal Warmtefonds. In de eerste helft van 2023 gebruikten ongeveer 2700 woningeigenaren met een laag of middeninkomen Nationaal Warmtefonds. In heel 2022 waren dat er 2100 (monitor CBS en TNO 2022). Bij de huishoudens met de hoogste inkomens is het gebruik van Nationaal Warmtefonds in de eerste helft van 2023 juist afgenomen en lager dan in 2022. Uit de monitor blijkt dat isolatie in de eerste helft van 2023 zeer populair was in woningen met een label B of slechter. Hoe slechter het label van de woning, hoe vaker de woningeigenaar 2, 3 of meer isolatiemaatregelen heeft getroffen. Warmtepompen waren de populairste maatregel in woningen met een label A of beter. En relatief veel woningeigenaren gebruikten de ISDE-subsidie voor verduurzaming in de eerste 2 jaar dat zij in een huis wonen. Deze subsidie is beschikbaar voor alle woningeigenaren. Sinds januari 2023 is het mogelijk om ISDE aan te vragen voor één isolatiemaatregel. Dit verklaart een deel van de stijging in het gebruik van de ISDE. In de eerste helft van 2023 werd ruim 115.000 keer een ISDE verstrekt aan woningeigenaren: bijna anderhalf keer meer dan in heel 2022. Het gebruik van de ISDE voor isolatiemaatregelen is in totaal gestegen van 123.000 in heel 2022, naar 126.000 in de eerste helft van 2023. Het gebruik voor warmtepompen is gestegen van 32.000 in heel 2022 naar 33.000 in de eerste helft van 2023.

6 nr. 2 Maart 2024 Actueel Start van groene renovatie Lintveldebrink in Enschede De renovatie- en verduurzamingswerkzaamheden aan de eerste flat – van de in totaal vier te renoveren wooncomplexen – aan de Lintveldebrink in Enschede zijn gestart. Woningcorporatie Domijn vertrouwt deze klus toe aan Van Wijnen. De planning is strak: een half jaar per flat. Domijn en Van Wijnen namen de bewoners – in een vroege fase van de voorbereidingen – mee. Ook tijdens de werkzaamheden aan de flat is er veel aandacht voor de bewoners. Om overlast voor hen zo veel mogelijk te beperken. Als alles naar verwachting loopt, is de eerste flat voor de bouwvak klaar. In 2022 nodigde Domijn de bewoners van alle vier flats uit voor huiskamergesprekken. De waardevolle informatie uit deze gesprekken, bijeenkomsten van de bewonersadviesgroepen en de warme opnames zorgden ervoor dat Domijn en Van Wijnen de renovatie- en verduurzamingsplannen konden toespitsen op de wensen en behoeften van bewoners. Domijn en Van Wijnen verduurzamen de flats en woningen grondig. Met een warme schil voor de flats en woningen door het toepassen van bijvoorbeeld HR++ glas, het isoleren van de spouw en energiezuinige installaties van de flat en appartementen, waardoor alle woningen van het gas gaan. Dat doet de corporatie niet alleen om een steentje bij te dragen aan een beter klimaat. Maar ook om bewoners een comfortabele en meer energiezuinige woning te bieden. Daarnaast wordt de veiligheid en toegankelijkheid verbeterd, door bijvoorbeeld videofoons en spionnetjes in de voordeuren. Met de nieuwe entree – met postkasten aan de buitenzijde – willen we ongewenst insluipen tegengaan en door de ophoging van de galerijvloer, wordt de drempel naar de woningen lager, zodat bewoners makkelijker naar binnen kunnen. Het wooncomplex krijgt een nieuw, fris uiterlijk. Inspiratie voor het nieuwe uiterlijk van de flats is het traditionele Twentse vakwerk, dat zo herkenbaar is voor onze regio. Architectenbureau Pr8 stak het vakwerk in een modern jasje dat straks te zien is op de nieuwe kopgevels. In hun woning kunnen bewoners kiezen voor een nieuwe badkamer, keuken en toilet. In 2024 pakt Domijn 2 van de 4 flats aan de Lintveldebrink aan De werkzaamheden zijn in februari 2024 gestart aan de flat met huisnummers 2 tot en met 200. Wanneer alles goed verloopt, is deze flat voor de bouwvak klaar. De werkzaamheden aan de tweede flat met huisnummers 202 tot en met 400 starten half mei. Naar verwachting zijn de werkzaamheden aan deze flat klaar voor het einde van dit jaar. De komende jaren neemt Domijn ook de derde en vierde flat aan de Lintveldebrink onder handen. De corporatie werkt op dit moment aan de plannen voor deze flats. De Goede Woning en BAM verduurzamen 45 woningen in de Schilders-Dichtersbuurt De verduurzaming van 45 eengezinswoningen in de Schilders-Dichtersbuurt in Zoetermeer kan beginnen. In opdracht van woningcorporatie De Goede Woning voert BAM Wonen de verduurzaming uit. De bewoners van de 45 woningen hebben massaal ingestemd met het plan voor het energiezuinig maken van hun woning (ruim 98%). Naar verwachting is de verduurzaming van de eerste woningen eind maart gestart. Niet alleen worden de daken, gevels en vloeren van de woningen goed geïsoleerd, ook komen er nieuwe draairamen in de gevel, krijgen de woningen een nieuwe voor- en achterdeur, HR++ glas, een nieuwe meterkast en betere mechanische ventilatie. De energiezuinige woningen worden in juni opgeleverd. Door de verduurzaming verbetert het energielabel van de woningen aan de Rembrandtstraat, Van Ostadestraat, Karel Doormanlaan en Tollenstraat in Zoetermeer van gemiddeld label D naar label A en A+. De betere isolatie en ventilatie betekent voor de bewoners een comfortabele woning en een veel lager gasverbruik. De gasreductie bedraagt circa 42.500 m3 gas per jaar en CO2-uitstoot daalt met zo’n 140.000 kilogram per jaar. Bij alle woningen wordt een regenton met kraan op de nieuwe regenpijpen aangesloten. De regenton is gemaakt van gerecycled materiaal en heeft aan de bovenzijde een plantenbak. Na afloop verzorgen De Goede Woning en BAM Wonen ook een plantjesdag om samen met de bewoners meer groen in de tuinen te brengen.

7 nr. 2 Maart 2024 Column In elk nummer van RenovatieTotaal geeft dr.ir. Haico van Nunen zijn mening over een aspect van ‘de renovatiewereld’. Haico van Nunen is adviseur bij BouwhulpGroep en lector Duurzame Renovatie bij het kenniscentrum Duurzame HavenStad van Hogeschool Rotterdam. Doekje!! ‘Waarom gaat het verduurzamen niet zo snel?’ Deze vraag wordt mij regelmatig gesteld. Ik geef dan aan dat alles samenhangt wat het ingewikkeld maakt. Men benoemt bijvoorbeeld één probleem waar ze tegen aan lopen zoals gebrek aan passende financiering. ‘Maar wat als financiering geen probleem is, lukt het dan wel?’ Ook dan blijft het ingewikkeld om een verduurzaming in gang te zetten. Want zonder het benodigde geld vooraf, is er geen vraag, zonder vraag wordt er geen aanbod ontwikkeld, zonder aanbod zijn er ook geen aanbieders, en zonder een continu lopende keten is er geen herhaling. Deze uitdaging was ons uitgangspunt in 2019 voor een 4-jarig Europees onderzoek genaamd Save the Homes, die we samen met de gemeente Rotterdam geïnitieerd hebben. Het doorbreken van deze vicieuze cirkel om verduurzaming mogelijk te maken. Nu we in de afrondende fase zitten van dit demonstratieproject kunnen we zeggen dat er meer bij komt kijken dan we vooraf hadden bedacht. We wisten dat je mensen moet meenemen in voorlichting en ze laten zien wat er kan. Ook waren we ervan overtuigd dat dit niet op individueel niveau kan. Simpelweg omdat een renovatie begint bij het aanbellen bij iemand en vragen wie er woont, of ze willen blijven wonen en of ze al na hebben gedacht over mogelijke (duurzame) verbeteringen. Dit gesprek individueel voeren bij 8,1 miljoen woningen is onbegonnen. Het kan ook met een collectieve particuliere route. Met twintig mensen uit dezelfde buurt start je ook een verduurzaming. In plaats van twintig gesprekken is het één gezamenlijke avond. Met het voordeel dat buurtgenoten elkaar helpen. Je staat er niet alleen voor, je kunt het met elkaar bespreken en je hoeft niet alles zelf uit te zoeken. Je vormt je eigen projectteam en binnen dit team maak je samen je plan. Hierbij word je ondersteund door een professional, die op voorhand de zekerheid geeft op de gewenste oplossing en zorgt dat je een goede vraag kunt stellen aan de markt. Dit is in een notendop wat er gedemonstreerd is in het project. En het heeft gewerkt, er zijn woningen gerenoveerd en zelfs van het gas af gehaald. Maar waarom loopt dat verduurzamen dan niet storm? Het vraagt initiatief vooraf van enkele mensen die ervoor willen gaan. En daar zit nu net de crux. Wie gaat er op voorhand investeren, zodat we naderhand de duurzame vruchten kunnen plukken? Gemeenten laten deze rol veelal aan zich voorbijgaan en kijken naar de markt. Maar welke aanbieder(s) gaan een markt bedienen met oplossingen, zonder vooraf enige garantie op afzet? Dit gaat pas werken als er een bewezen geldstroom door buurt loopt, maar die komt alleen van de grond als er voldoende massa is. Zolang we met zijn allen naar elkaar blijven kijken komt die massa er niet. Het is alsof een glas op tafel om wordt omgestoten, iedereen roept om een doekje. Maar wie is de persoon die écht in beweging komt en de boel komt redden? Want als dit voorbeeld een synoniem is voor de snelheid van verduurzamen hebben we grotere problemen dan een natte vloer. Startschot voor bouw ZuideR Carré in Rotterdam De transformatie van het ZuideR Carré in Rotterdam-Vreewijk is gestart. Dit project blaast nieuw leven in een monumentaal voormalig ziekenhuisgebouw. Hierbij blijven zoveel mogelijk authentieke details behouden en worden tegelijkertijd 72 uiterst moderne appartementen gerealiseerd die helemaal van deze tijd zijn. De oplevering van Het ZuiderR Carré wordt verwacht in de zomer van 2025. Het ZuideR Carré biedt in totaal 72 monumentale, karaktervolle appartementen, variërend van studio's in de nok tot tweelaagse souterrainwoningen, met woonoppervlakten van circa 97-132 m². Het vijf verdiepingen tellende gebouw, met extra souterrain en entresol, omarmt een groene binnentuin en ligt in het fraaie, karakteristieke tuindorp Vreewijk, waar alle benodigde voorzieningen op loopafstand te vinden zijn. “Erfgoed is het domein van Nico de Bont”, zegt Boudewijn de Bont, directeur van het aannemingsbedrijf gespecialiseerd in restauratie, herbestemming en verduurzaming van monumenten. “Monumentale gebouwen geven gebiedsontwikkelingen als deze veel eigenheid en karakter, ze zorgen voor een wijk met een ziel. Het imposante Carrégebouw vormt straks het hart van deze prachtige nieuwe wijk, het zorgt voor een plek waar mensen graag willen wonen. De realisatie van deze herbestemming is voor ons een uitdagende mix van behoud en herstel van het monumentale casco en inbouw van 72 duurzame en comfortabele nieuwe woningen in Rotterdam.” “Dat wij deze uitdagende klus zijn aangegaan en nu het hoofdgebouw van het voormalige Zuiderziekenhuis gaan transformeren tot de ‘eyecatcher’ van de omliggende woonwijk Het Zuiderhof, daar zijn wij enorm trots op!”, zegt Marco Praagman, technisch directeur van Focus on Impact. Chantal Zeegers, wethouder Klimaat, Bouwen en Wonen: “Ik ben trots dat door acties vanuit Vreewijk en op initiatief van de gemeenteraad in 2014 de monumentale gebouwen van het voormalige Zuiderziekenhuis behouden zijn. Het is heel mooi dat nu na realisatie van het Zuidergymnasium in het Poortgebouw en de stadswoningen in de Paviljoens, ook het Carré een nieuwe bestemming krijgt. Voor de middeldure koopwoningen is er dankzij het doorbouwakkoord een financiële bijdrage mogelijk gemaakt.”

Vastgoedonderhoudsbedrijf Lenferink heeft veel houtrotreparaties aan vooral raamdorpels uitgevoerd. En daarna hebben ze er nieuwe houten kozijnen en ramen in geplaatst. 8 nr. 2 Maart 2024 Project in beeld Complexe woningrenovatie met 3 verschillende bouwstromen in Arnhem Een renovatie met drie bouwstromen is al niet gebruikelijk en zeker niet eenvoudig. Maar als dat ook nog eens gedaan wordt bij meer dan 100 jaar oude woningen van 8 verschillende woningtypen, dan begrijpt iedere kenner dat dit een complexe renovatie moet zijn geweest. Het is woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem tezamen met vastgoedonderhoudsbedrijf Lenferink én de bewoners vorig voorjaar samen gelukt. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: Lenferink Het ging om een renovatie van 70 karakteristieke woningen aan Onder de Linden en de Agnietenstraat in de Arnhemse wijk Klarendal. Dit zijn woningen van woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem uit 1922, dus meer dan honderd jaar oud. En daarin schuilen al de eerste uitdagingen, vertelt projectleider Clarissa van der Ven van Volkshuisvesting Arnhem. “Wij hebben relatief veel ouder bezit, dat we nu volop aan het renoveren zijn volgens onze portefeuille-strategie. Afgelopen jaar kwam daaruit voortvloeiend het project aan Onder de Linden en de Agnietenstraat naar voren, waarbij veel onderhoud moest worden gedaan. Bovendien wilden we de energielabels flink verhogen.” Kozijnen vervangen De twee blokken van 70 beneden-/ bovenwoningen zijn weliswaar geen monumentale woningen; toch was een lichte welstandstoets nodig, vertelt Van der Ven. “De gemeente en de welstandscommissie waren met name alert op wat er met de kozijnen zou gebeuren. Nu wilden wij deze woningen zelf al restaureren en renoveren met aandacht voor de historische uitstraling. Dus dat paste in het beeld van de gemeente en de welstand.” De kozijnen waren wel een bijzonder element in de renovatie. “Er zaten kunststof kozijnen in een houten kader. Dat wilden we eigenlijk in zijn geheel vervangen door nieuwe houten kozijnen. Maar tijdens deze renovatie kwamen we er achter dat die houten kaders onderdeel van de dragende constructie zijn. Die kun je niet zomaar vervangen, maar ze waren ook niet goed meer. Dat gold met name voor de houten raamdorpels. Dus Lenferink heeft veel houtrotreparaties aan vooral deze dorpels uitgevoerd. En daarna hebben ze er nieuwe houten kozijnen en ramen in geplaatst.” Gehele schil verbeterd Naast deze werkzaamheden is nog veel meer aangepakt. Zo is de gehele schil verbeterd, vertelt Van der Ven. “We hebben de daken geïsoleerd, evenals de vloeren en de kelders. Daarnaast zijn de spouwmuren gevuld. Mechanische ventilatie is De 70 karakteristieke woningen uit 1922 aan Onder de Linden en de Agnietenstraat in de Arnhemse wijk Klarendal van woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem zijn geheel gerenoveerd.

9 nr. 2 Maart 2024 aan de woningen toegevoegd, waar deze nog niet was aangebracht, in combinatie met ventilatieroosters in de ramen. Deze ramen zijn ook allemaal vervangen door dubbelglas, geen triple glas vanwege de bestaande kozijnen. Maar dit dubbel glas heeft wel een hoge U-waarde van 0,8. Daarnaast zijn de badkamers, keukens en toiletten vervangen.” Een dergelijke forse operatie vroeg dan ook om een bijzondere aanpak. Van der Ven: “Lenferink heeft drie bouwstromen opgezet. Eentje was gericht op het dak en de gevel. De tweede bouwstroom hield zich bezig met het vervangen van de keuken, toilet en badkamer. En de derde was voor het vervangen van de (kunststof) kozijnen en de ramen.” De keuze voor drie bouwstromen was niet alleen gemaakt vanwege de verschillende bouwtypen en flinke renovatie-klussen. “Net voordat we met de renovatie startten, brak de oorlog in Oekraïne uit. Daardoor hadden we op sommige momenten problemen met leveringen van bouw- en installatiematerialen. We konden niets anders dan enkele ‑pauzes inlassen in het renovatietraject, dat uiteindelijk ruim een jaar heeft geduurd.” Goede communicatie Dat vroeg bij Lenferink om goede communicatie met de bewoners, zo vertelt Linda ter Maat van het Thuisteam van Lenferink. “We wisten van tevoren al dat dit voor de bewoners voor de nodige overlast zou bezorgen. Door echter al vroeg en veel met de bewoners te communiceren wisten we veel goodwill te kweken. Maar ook tijdens het werk hebben onze werklui volop bijgedragen aan een goed gevoel bij de bewoners, door vriendelijk en klantgericht te werk te gaan. En we waren heel duidelijk in onze communicatie over de planning, zodat bewoners zich erop in konden stellen wanneer de bouwwerkzaamheden in hun huis zouden plaatsvinden.” Het hele jaar door was een van de consulenten uit het Thuisteam van Lenferink bijna iedere dag aanwezig. “Ze heeft veel en intensief contact gehad met de bewoners. Om hen te informeren over de werkzaamheden. Of om gewoon hun verhaal aan het horen en soms om een kleine attentie uit te kunnen delen. En natuurlijk was ze altijd bereikbaar als er vragen of klachten waren, zelfs als ze niet op locatie was.” Dankzij die betrokkenheid reageerden de bewoners heel positief op deze complexe renovatie. Ter Maat: “Wij hebben na de renovatie onder de bewoners een tevredenheidsonderzoek gehouden, met vragen als: zijn jullie voldoende geïnformeerd, zijn klachten goed opgelost, hoe vond u dat de afspraken zijn nagekomen? Uit de cijfers die hiervoor zijn gegeven is als eindcijfer een 7,6 gekomen.” Het resulteerde in woningen die weer helemaal up to date zijn, qua comfort en qua energieverbruik. Van der Ven: “Omdat er 8 verschillende woningtypes zijn, waren de energielabels ook nogal uiteenlopend: van G tot en met C. Die hebben we nu opgewaardeerd naar B – dat betreft 8 woningen - tot en met A+.” Zowel exterieur (zoals de voordeuren) als interieur (zoals keuken, toilet en badkamer) zijn in de woningen volledig aangepakt dan wel vernieuwd. Op de aanbouw is een overkapping geplaatst, die prefab is gerealiseerd.

10 nr. 2 Maart 2024 Thema Onderhoud & Schilderswerk: Veilig werken Veilige steiger is gedeelde verantwoordelijkheid Bij onderhoud- en schilderswerk aan de gevel is vrijwel altijd een steiger nodig. En hoewel er duidelijke richtlijnen zijn, zoals de Richtlijn Steigers, gaat het vaak niet goed. Denk aan: geen goede verankering aan de gevel, geen goede ondergrond, niet comfortabel staan en niet de juiste steiger voor de uit te voeren werkzaamheden. Dat is niet alleen een verantwoordelijkheid van de steigerbouwer; ook voor de opdrachtgever is hier een belangrijke taak weggelegd, legt Emile Bakkum van Scaffolding Training Europe (STE) uit. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: Emile Bakkum, STE. Bakkum is niet alleen eigenaar van STE en van steigerbouwer PST; hij is ook externe inspecteur van steigers als een opdrachtgever daar om vraagt. In dat werk komt Bakkum allerlei steigers tegen en bij een heel aantal gevallen staan deze steigers niet veilig genoeg. “Mijn ervaring is dat bij de opdrachtgever, dus een hoofdaannemer of een vastgoedeigenaar, er onvoldoende kennis is van de Arbowet. Die wet eist onder andere dat de werkplek – in dit geval op hoogte - veilig moet zijn en dat de opdrachtgever daar voldoende kennis van moet hebben. En – heel belangrijk – de opdrachtgever moet zelf of laten inspecteren dat de steiger goed en veilig staat.” Dat laatste gebeurt naar Bakkums smaak én ervaring veel te weinig of - als het al gebeurt - niet goed genoeg. “De steigerbouwer wordt ingeschakeld en zet de steigers neer. Wat ik vaak zie is dat die steigerbouwer ook de oplevering van de steiger zelf doet, inclusief inspectie. Bij kleinere steigers vooral bij woningbouw is daarbij veelal niemand van de opdrachtgevers aanwezig. De steigerbouwer laat de neergezette steiger aan de opdrachtgever zien door bijvoorbeeld foto’s of een filmpje te sturen. Dan moet je als opdrachtgever wel heel goed kijken en weten wat de eisen zijn. Want hij moet kunnen beoordelen of de steiger stabiel staat en goed verankerd is, en of die steiger geschikt is voor de werkzaamheden die er op worden gedaan.” Kennis is nodig Dat laatste lijkt enigszins cryptisch, maar Bakkum verduidelijkt dat aan de hand van een voorbeeld. “Het komt regelmatig voor dat een steiger wordt neergezet om gevelwerkzaamheden te doen, maar er wordt ook aan het dak gewerkt. Dat laatste vraagt echter weer om andere veiligheidsvoorzieningen, zoals een randbeveiliging en een veilige toevlucht. Daarom is het belangrijk dat vanuit de opdrachtgever heel duidelijk wordt aangegeven wat ze gedaan willen hebben. Je bestelt niet een steiger, maar je geeft aan wat er gedaan moet worden op die locatie. De specialist – de steigerbouwer – komt dan met de beste oplossing. En of die beste oplossing inderdaad ook is wat past en nodig is, vraagt weer kennis bij die opdrachtgever.” Deze opdrachtgevers maar ook steigerbouwers, volgen daarom steeds vaker één- of meerdaagse trainingen en cursussen. “En altijd is de reactie van deelnemers: dat heb ik nooit geweten, en goed dat ik dat nu wel weet. Ze steken altijd er wat van op, ook van ervaren vakmannen.” Aanpassing Richtlijn Steigers Overigens wijst Bakkum op de Richtlijn Steigers, waar zowel steigerbouwers als opdrachtgevers mee werken en waarvan ze dus op de hoogte moeten zijn qua inhoud. “In de Richtlijn staat onder meer dat de steiger bevestigd moet worden aan de gevel, en dat je trekproeven moet uitvoeren om vast te stellen dat dit goed is gebeurd. Ook staat in de Richtlijn dat de hoogte-/breedte verhouding van de steiger bij vrijstaande steigers juist moet zijn. En wat dacht je van een veilige toegang tot de steiger. Dat is vooral het geval als de vakman naar een verdieping hoger of lager wil gaan. Dan staat er meestal een ladder in de steiger, maar een trap is veel veiliger en comfortabeler. En ja, die kost wel meer geld, maar het verdient zich ook terug. Even heen en weer gaat makkelijker op een trap, en dat is effectiever.” De Richtlijn Steigers uit 2019 wordt op dit moment ook aangepast, vooral als het gaat om windbelasting. “Daarnaar zijn verschillende onderzoeken en testen op gedaan, en het blijkt dat de wind toch net anders werkt dan voorheen gedacht. En vergis je niet hoe belangrijk het is rekening te houden met de wind. Ik kom regelmatig netten en reclamezeiltjes tegen aan zo’n steiger. Maar weet dan dat als het stormt dat er 80 kg winddruk per m2 staat op de steiger. Dat betekent bij een simpel zeil van 4 m2 300 kg winddruk op de steiger. Ik zie ze regelmatig aan rolsteigers, die houdt het dan echt niet wanneer het hard waait.” Meer informatie: www.richtlijnsteigers.nl / www.svwoh.nl / www.vsbnetwerk.nl / www.trainingscaffolding.com Steigerbouwer én opdrachtgever samen aan stuur voor goed geplaatste steiger  Deze steigers zijn overbelast, want ze zijn te zwaar beladen. Volgens de tabel hiernaast op pag 11 zouden dit steigers klasse 6 moeten zijn, die mogen bevoorraad worden. Je kunt daarvoor ook speciale bevoorradingssteigers gebruiken.  Deze steiger met steigergaas is slecht verankerd, want slechts op 2 punten terwijl hij op iedere slag verankerd moet worden. Ook is de drukverdeling onderaan de steiger niet goed gedaan.

11 nr. 2 Maart 2024  Dit is een voorbeeld van een ondeugdelijke verankering. In het midden van de foto zie je een draaikoppeling om twee buizen te verbindingen. Deze moet kunnen krachten kunnen opnemen in alle richtingen, wat hier niet het geval is.  Diagonaalbuizen mogen maximaal 200 mm boven een knooppunt worden bevestigd. Hier is deze duidelijk hoger. Hierdoor kan er vervorming in de staanders optreden, waardoor staanders kunnen knikken en tot instorting van de steiger leiden.  Alle krachten van de steiger gaan naar beneden. Bij deze steiger is echter geen drukverdeler (voetspindel) aangebracht. Instorting dreigt hierdoor. Wat kan niet en hoe kan het wel? Hoewel de Richtlijn Steigers duidelijk is hoe steigers moeten worden opgebouwd, verankerd, neergezet en nog meer, blijkt de praktijk een stuk weerbarstiger. De foto’s hieronder laten zien wat er – helaas – nog niet goed gaat, maar ook hoe het wel zou kunnen op een juiste manier.  De verankering van deze steiger is niet goed. De verankeringsbuis gaat onder de steiger niet ver genoeg door de koppeling. Dat moet minimaal 2 cm zijn, zodat de kans op vervorming van de buis wordt verkleind. Dat zou namelijk tot instorting van de steiger kunnen leiden.  Het lijkt logisch, maar ook de ondergrond moet stevig genoeg zijn om de steiger te kunnen dragen. Klasse Gelijkmatig verdeelde belasting kN/ m2 Geconcentreerde belasting op een oppervlakte van 500 mm x 500 mm kN Geconcentreerde belasting op een oppervlakte van 200 mm x 200 mm kN Aard van de belasting (voorbeelden) 1 0,75 1,50 1,00 Belastingklasse 1: 0,75 kN/ m2: Uitsluitend inspectiewerkzaamheden of werkzaamheden met lichte werktuigen zonder opslag van materialen. 2 1,50 1,50 1,00 Belastingklasse 2: 1,50 kN/ m2: Controlewerkzaamheden en werkzaamheden zonder materiaalopslag, tenzij het gaat om materialen voor onmiddelijk gebruik. Voorbeelden: schilderen, voegen, reinigingswerk. 3 2,00 1,50 1,00 Belastingklasse 3: 2,00 kN/ m2: Stemt overeen met belastingklasse 2, echter een grotere toegestande belasting (+0,5 kN/ m2) en beperkte materiaalopslag. Voorbeeld: stukadoorwerkzaamheden. 4 3,00 3,00 1,00 Belastingklasse 4: 3,00 kN/ m2: Zwaardere werkzaamheden of werkzaamheden met zware werktuigen en bouwmaterialen. Voorbeeld: metselwerkzaamheden met meteriaalopslag. 5 4,50 3,00 1,00 Belastingklasse 5: 4,50 kN/ m2: Aanzienlijk hogere werkbelasting dan klasse 4, werkzaamheden met bijzonder zware bouwmaterialen zoals aanbrengen van prefab betonelementen, of zware onderhoudswerkzaamheden aan werktuigbouwkundige installaties. 6 6,00 3,00 1,00 Belastingklasse 6: 6,00 kN/ m2: Opslag van grotere hoeveelheden onderdelen voor installaties, alsmede bouwmaterialen en bouwelementen. Voorbeelden: transportsteiger of laadbordessen. Belasting op een deeloppervlakte Klasse kN/ m2 Deeloppervlakte Ac m2 (B1xL1) 1 niet van toepassing 2 niet van toepassing 3 niet van toepassing 4 5,00 0,4 A 5 7,50 0,4 A 6 10,00 0,5 A Belasting op stophout (200 x 32 x 500) Onstopping Maximale belasting 28 kN 35 Kn 45Kn Optredende gemiddelde gronddruk bij maximale belasting op stophout 0,35 N/ mm2 0,22 N/ mm2 0,28 N/ mm2 Belasting op stophout (200 x 50 x 500) Onstopping Maximale belasting 42 kN 52 Kn 56Kn Optredende gemiddelde gronddruk bij maximale belasting op stophout 0,42 N/ mm2 0,26 N/ mm2 0,28 N/ mm2

Open ruimte met het Lamaxa L50 Lamel: Een klasse apart. Meer informatie: www.warema.nl/l50 / Motorbestuurde dosering van de zoninstraling / Afstandsbediening van daklamellen, verlichting, warmtestralers, enz. v voor meer informatie kijk op: www.drostcoatings.nl Devetaal Supreme Hoogglans is de onbetwiste topkwaliteit als het gaat om een hoogwaardige en duurzame buitenlak. • 52% biobased • Reductie CO2 emissie • Verlenging onderhoudstermijn • Soepele verwerking • Betere doordroging bij lage temperaturen 0-10°C • Duurzaam glans- en kleurbehoud DEVETAAL Supreme

13 nr. 2 Maart 2024 Thema Onderhoud & Schilderswerk: Innovatie Ultrasone techniek bij opsporing van houtrot blijkt veelbelovend Het opsporen van houtrot in kozijnen en deuren gebeurt nu vaak door simpelweg te prikken in het kozijn. Dit zogeheten destructieve opsporen zou anno 2024 ook niet-destructief moeten kunnen. OnderhoudNL is daarom eind 2019, samen met TNO en een aantal lidbedrijven, gestart met een verkennend onderzoek. Deze maand is het lang verwachte vervolgonderzoek vrijgekomen. Eerste conclusie is dat de ultrasone techniek veelbelovend is. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: Onderhoud.nl In het eerste onderzoek in 2021 was het uitgangspunt – net als in het vervolgonderzoek – niet-destructieve opsporing van houtrot. Voor dit eerste onderzoek namen enkele lidbedrijven verschillende soorten hout in verschillende soorten condities mee naar het TNO-lab. Het ging in dat geval om nat en droog hout, licht- en donkergekleurd, en van meranti tot vurenhout . Het onderzoek toonde aan dat inderdaad op deze manier vocht is te ontdekken, en vocht is een indicator voor mogelijk te ontstaan houtrot. Deze eerste uitkomsten leverden weliswaar niet direct een handzaam en betaalbaar apparatuur op, maar wel degelijk aanknopingspunten voor een vervolg. Edwin Meeuwsen, sectormanager Totaal bij OnderhoudNL legt uit dat opdrachtgevers vooraf vaak precies willen weten wat het herstellen van houtrot gaat kosten. "Bovendien wordt het risico van meer of minder houtrot dan voorzien, steeds vaker volledig neergelegd bij het onderhoudsbedrijf. Er is dus een grote behoefte aan een niet-destructieve, snelle en betrouwbare techniek om houtrot op te sporen." Beter inzicht krijgen Een van de deelnemende bedrijven is Schildersbedrijf Jeroen Hulsen uit Veghel. Hulsen: "In de praktijk loop ik regelmatig tegen de vragen aan als ik ergens een verdachte plek vind; 'Wat is hier aan de hand?', 'Hoe groot wordt deze reparatie?' Met prikken zie je ook niet alles en vocht meet je maar enkele centimeters diep." Hulsen legt uit dat als je eenmaal begint aan een reparatie, je vaak niet meer terug kunt. "Zo heb ik met regelmaat pastareparaties uitgevoerd die beginnen met een verdacht plekje dat ik aantrof bij binnenschilderwerk. En uiteindelijk sta je dan in de winter buiten hele verstekken te bekisten. Toen ik hoorde van dit project, heb ik me dan ook meteen aangemeld. Ik zag er de potentie van in. Op deze manier kunnen we met zijn allen straks beter inzicht krijgen wat er zich in de ondergrond bevindt en meer gericht reparaties uitvoeren." Drie technieken TNO bundelde bestaande kennis en informatie over een aantal mogelijke methoden. De deelnemende bedrijven en TNO beoordeelden deze methoden aan de hand van een aantal criteria: (arbo)veiligheid, toepasbaarheid, betaalbaarheid, snelheid, nauwkeurigheid, robuustheid en niet belastend voor het milieu. Aan de hand daarvan werd besloten verder onderzoek te verrichten op drie technieken: radartechnologie, ultrasoon en trillingen. Ultrasone techniek Inmiddels is dat vervolgonderzoek afgerond. De ultrasone techniek (geluidsgolven) blijkt veelbelovend te zijn. Om vast te kunnen stellen dat deze techniek op een goede en constante manier houtrot kan waarnemen, wordt deze methode verder onderzocht (valideren). Daarnaast gaat OnderhoudNL op zoek naar een leverancier die een dergelijk utrasoon apparaat zou willen en kunnen door-ontwikkelen tot een bruikbaar en betaalbaar instrument Houtrotonderzoek wordt nu nog vaak gedaan op een destructieve wijze, door met een priem in bijvoorbeeld een kozijn te prikken. Parallel aan dit vervolgonderzoek met OnderhoudNL en haar bijbehorende partners heeft TNO onderzoek gedaan naar CT-scanning in relatie tot dichtheid van het hout. In het TNO-lab is hout onderzocht op houtrot en vocht met behulp van hyperspectrale meetapparatuur. voor de bedrijfstak.Vanuit TNO is projectmanager Marc Souverein bij het onderzoek betrokken. Souverein: "Hout wordt tegenwoordig weer steeds meer toegepast in de bouw, niet alleen bij kozijnen en andere aftimmering, maar ook constructief en bouwkundig. Het opsporen van houtrot (degradatie) wordt daarmee nog belangrijker. Gezamenlijk met OnderhoudNL en haar partners hebben we in een aantal stappen van hypothese naar praktijk kunnen werken. Zo hebben we de partners mee kunnen nemen om ook de praktijkervaring en behoeften te kunnen bepalen en op welke techniek verder ingezet moet worden.” CT-scanning Parallel aan dit geslaagde onderzoek met OnderhoudNL en haar bijbehorende partners heeft TNO onderzoek gedaan naar CT-scanning in relatie tot dichtheid van het hout. Souverein: "Om de potentie van de ultrasone techniek te valideren zou CT-scanning zeer goed kunnen helpen. Zo komen we met z'n allen vooruit en wie weet kunnen we de vervolgstap uitvoeren met onze eigen CT-scanner bij onze toekomstige nieuwe faciliteiten gericht op hout & biobased bouwen." Edwin Meeuwsen is blij met de resultaten van het onderzoek: "Innoveren zorgt voor nieuwe marktmogelijkheden, motivatie onder de medewerkers, een sterke positie als werkgever en maakt bedrijven weerbaarder. Contactloos houtrot opsporen lijkt misschien nu nog ver weg, maar het onderzoek biedt potentie voor de toekomst." Met dank aan: OnderhoudNL De hyperspectrale metingen laten in deze houten plank zien waar het meeste vocht is: hoe blauwer, des te meer vocht in het hout.

Dit kantoorpand in Zeist werd getransformeerd in een appartementencomplex. De buitengevel is voorzien van een buitengevelisolatiepakket en afgewerkt met antracietgrijze minerale steenstrips. De minerale steenstrips worden gedroogd op 70 °C en niet gebakken op 1000 °C zoals baksteen, waardoor veel minder gas nodig is. Dankzij het geringe gewicht van de minerale steenstrips bereik je bovendien een goede besparing van transportgerelateerde CO2-uitstoot. MINDER GAS MET MINERALE STEENSTRIPS Meer weten? www.alsecco.nl. LAGE AANTALLEN, SCHERPE PRIJZEN GRATIS VOORBEELD?

15 nr. 2 Maart 2024 Thema Onderhoud & Schilderswerk “Digitale kluis van een woning helpt bij onderhoud en beheer” Veel vastgoedonderhoudspartijen werken als ketenpartner nauw samen met hun opdrachtgevers – vooral woningcorporaties - via Resultaat Gericht Samenwerken (RGS). En hoewel RGS al veel deelnemers kent, zijn nog niet alle woningcorporaties overstag. Ondertussen staat de ontwikkeling van RGS niet stil, en dat geldt ook voor de digitale informatievoorziening daarvan. Een van de tools die de informatievoorziening ondersteunt is KBSapp. Auteur: Harmen Weijer. Foto’s: KBS. KBS helpt sinds een jaar of drie opdrachtgevers en hun ketenpartners bij het proces van totaalonderhoud. KBS staat voor KwaliteitsBorgingSysteem. Zo kan de applicatie dagelijks de voortgang bijhouden, inclusief financiële verantwoording. De corporatie kan dat real time inzien en waar nodig accorderen, zodat de volgende stap kan worden gezet. Op dat moment kan ook al een beoordelingscijfer ofwel KPI worden gegeven. Op deze manier zijn projecten binnen werksoorten in RGS real time te volgen. De tool is te gebruiken bij groot onderhoud, maar is tevens inzetbaar voor verduurzaming, planmatig, reparatie- en mutatie-onderhoud. RGS blijft zich ook ontwikkelen. Zo is de RGS-leidraad van de Stichting RGS, geschreven door Olaf Piekhaar, Geert Vijverberg en Hans van der Krogt, recent geheel ververst en wordt door steeds meer corporaties omarmd. Directeur Cees Spaamer van KBS vertelt hoe dat gevolgen heeft voor de app. “Vanuit de nieuwe leidraad zijn veel nieuwe datasets ontwikkeld ten opzichte van voorheen. Met onze applicatie kan men gebruik maken van een track & trace van de projecten en deze real time volgen en beoordelen. Maar ook helpt het om projecten én de integrale samenwerking te evalueren.” KBSapp is ook geschikt voor partijen die geen RGS gebruiken, zoals sommige VVE’s. Digitaal ontsluiten Een andere ontwikkeling is de mogelijkheid om de woningen digitaal te kunnen ontsluiten, qua onderhoud en beheer. Spaamer: “Een technische blauwdruk is wenselijk. Maar er kunnen niet zomaar nieuwe appjes ontwikkeld worden, hoe goed bedoeld ook. Dit vraagt om beleid en inzicht.” Spaamer spreekt dan ook van een digitale kluis van de woning. “Elk complex heeft een eigen DNA: hoeveel woningen heeft het, hoe groot is het, hoe dik zijn de muren, wat is het energielabel. En ik bedacht me: waarom alleen per complex? Kan dat niet per woning? Dus zijn we een paspoort per woning gaan ontwikkelen, waarin alles van die woning is opgeslagen. De App voor woningcorporaties en vastgoedonderhoudsbedrijven werkend met RGS aangepast Woningcorporaties kunnen de voortgang van onderhoud real time inzien en waar nodig accorderen, zodat de volgende stap kan worden gezet. digitale meter is één van de instrumenten, waaruit nu al veel is op te maken over wat een woning en zijn gebruiker kan en doet. Maar als dat kan, waarom zouden we niet meer data uit woningen kunnen ontsluiten op het gebied van de staat van de woning? En dat hebben we dus ontwikkeld in de app.” Daarnaast is verduurzaming nog belangrijker geworden. Woningcorporaties en ketenpartners zijn daarmee druk bezig. Daarbij wordt niet meer gekeken naar alleen planmatig onderhoud of groot onderhoudonderhoud, maar ook naar de samenhang tussen de verschillende werksoorten. “Integraal programmeren noemt men dat”, stelt Spaamer. “Daarom is ook CO2-reductie als element in de applicatie meegenomen. Daarbij is het mogelijk geworden aan de hand van de slimme meter wat de bewoner verbruikt aan energie. Door dat verbruik mee te nemen in de app kan de woningcorporatie zien of de maatregelen inderdaad zorgen voor minder kosten voor de bewoner.” Bewonerscommunicatie Een onderdeel van deze informatiehuishouding is ook de communicatie met de bewoners bij de werkzaamheden. Op aanvraag van diverse vastgoedonderhoudsbedrijven, die KBSapp al gebruiken, heeft Spaamer in de tool ook een module voor bewonerscommunicatie ontwikkeld. “Zeker bij het aanpakken van het verminderen van de warmtevraag en de CO2-reductie, moeten maatregelen worden genomen waarbij de kans aanwezig is dat de bewoner zijn huis tijdelijk uit moet. Dan is goede communicatie erg belangrijk.” Hoge verwachtingen Lenferink Midden-Nederland gebruikt KBSapp al een jaar of twee in het RGS-werk voor woningcorporaties Woonwaard en Ymere. Vorig jaar was het bedrijf betrokken bij de vormgeving van KBS Bewonerscommunicatie, vertelt Linda ter Maat van het Thuisteam van Lenferink. “We gebruikten voor het communiceren met bewoners al wel een app, maar die voldeed eigenlijk niet. Toen KBS aangaf deze module te kunnen toevoegen, waren we direct geïnteresseerd. We verwachten dat de koppeling met de verschillende systemen voor ons heel goed werkt. Zo is het mogelijk vanuit de app brieven naar bewoners te sturen via post en/of mail. Er is een sms-functie, vergelijkbaar met bijvoorbeeld postverzendingsbedrijven, met een bericht als: ‘Morgen komt de hoogwerker bij de flat, zorg dat de parkeerplaats niet bezet is.’ En alle telefoontjes en afspraken kunnen we vastleggen.” In de toekomst is meer mogelijk voor bijvoorbeeld de frontoffice. Ter Maat: “Het wordt mogelijk dat onze receptiemedewerkers, die alle telefoontjes binnenkrijgen - ook van bewoners van projecten waar we bezig zijn, direct zien wie de beller is, waar hij/ zij woont, en bij wie van Lenferink de bewoner moet zijn. Dat kost namelijk regelmatig nogal wat tijd en moeite bij het binnenkomen van bewonerstelefoontjes.” Bewonerscommunicatie is de nieuwste loot aan de stam, waardoor onderhoudsbedrijven vanuit de applicatie makkelijker met hun bewoners kunnen communiceren over hun projecten.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=