RenovatieTotaal 1 - 2024

5 nr. 1 Februari 2024 Actueel Rekentool Losmaakbaarheid hulpmiddel voor meer circulariteit Om de losmaakbaarheid van verbindingen in een constructiedetail per bouwelement te bepalen is door ISSO nu een de Rekentool Losmaakbaarheid ontwikkeld. De tool is gekoppeld aan het rapport Circulariteit in Referentiedetails. Met de tool krijgt de professional voor elk element dat wordt ingevoerd een score tussen 1 en 0,1. Hoe hoger het getal, hoe eenvoudiger het bouwelement te demonteren is. Noort Alders, kennisontwikkelaar bij ISSO, geeft aan dat de rekentool op dit moment werkt voor de meeste aansluitingen, zoals schroefverbindingen, gelijmde of ingestorte verbindingen. “Per element moet je gegevens invoeren. Het gaat om informatie over het type verbindingen, het element waar de elementen aan vastzitten, hoe het vast zit – bijvoorbeeld met lijm, schroeven of klikverbindingen – en hoe toegankelijk de verbindingen zijn. Heb je al die informatie ingevoerd, dan rolt daar een losmaakbaarheidsscore uit.” Score in getal en kleur De score wordt uitgedrukt in een getal dat varieert tussen 1 en 0,1. Hoe hoger het getal, hoe beter de losmaakbaarheid. Daarnaast zal de score ook in een kleur worden uitgedrukt, die varieert van groen, voor zeer goed losmaakbaar, tot paars als het niet of heel slecht los te maken is. Tussen groen en paars zitten dan nog de nuances geel, oranje en rood. Als basis voor de bepalingsmethode voor losmaakbaarheid gebruikt ISSO de meetmethodiek die Alba Concepts samen met DGBC en W/E adviseurs heeft ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie. Op het moment van ontwikkelen van de prestatielayers was dit de enige breed gedragen meetmethode voor losmaakbaarheid en demontage. Meer inzicht bieden “In het streven binnen de bouwwereld naar meer circulariteit en hergebruik van materialen speelt de losmaakbaarheid een belangrijke rol. Deze rekentool helpt meer inzicht te krijgen. Enerzijds om te weten of de bouwdetails die een partij gebruikt goed scoren, maar anderzijds ook als ontwerptool. Van de meetmethode van Alba Concepts zijn twee van de vier factoren voor losmaakbaarheid gebruikt om inzicht te geven in een constructiedetail: type verbinding (TV), toegankelijkheid van de verbinding (ToV). Je kunt hiermee vooraf al bepalen of een verbinding een positief effect heeft op de losmaakbaarheid, zodra je streeft naar meer circulair bouwen”, vertelt Alders. Verder kan je de prestatielayer losmaakbaarheid in eenzelfde detail naast de andere bouwfysische prestatielayers van de ISSO Referentiedetails (isolatie en koudebruggen, lucht- en dampdichtheid, geluidsisolatie, waterdichting en brandwering) leggen. Zo zie je direct de consequenties van een verbetering van de losmaakbaarheid op de overige bouwfysische prestaties. Beter energielabel voor 2400 sociale huurwoningen in Schiedam Woonplus, ERA Contour, BM van Houwelingen, Smits Vastgoedzorg en Hoftijzer Vastgoedonderhoud slaan de handen ineen voor het verduurzamen en verbeteren van 2400 sociale huurwoningen in Schiedam. Daarvoor ondertekenden de partijen een raamovereenkomst eind december. Het doel is om samen het energielabel van de 2400 woningen van Woonplus te verbeteren. Deze verduurzaming is onderdeel van het Woonplus-project ‘Uitfasering EFG-labels 2024-2028.’ Dit project beoogt het energielabel van woningen met een E, F of G-label te verhogen. Het verduurzamingsprogramma wordt uitgevoerd in drie bouwstromen. Smits Vastgoedzorg en Hoftijzer Vastgoedonderhoud zijn verantwoordelijk voor de eerste bouwstroom. BM van Houwelingen voor de tweede bouwstroom. ERA Contour realiseert de derde bouwstroom. Zo’n 180 EFG pre-labelwoningen en 605 woningen met een hoger label worden verduurzaamd in bouwstroom drie. Dit zijn woningen die Woonplus ook na 2050 nog in bezit zal hebben. Daarom brengt Woonplus samen met ERA Contour de woningen naar het niveau van de Standaard. De woningen zijn daarmee toekomstvast geïsoleerd. Dat betekent dat er geen extra isolatie meer nodig is om ze later te verwarmen zonder aardgas. EFG-label wordt D-label In de eerste bouwstroom worden zo’n 220 woningen met een EFG-pre-label verduurzaamd naar minimaal energielabel D. De 534 woningen met minimaal een energielabel D in dezelfde woongebouwen, gaan in een aantal maatregelen mee. Bijvoorbeeld bij het vervangen van enkel glas en het saneren van open verbrandingstoestellen. Smits Vastgoedzorg en Hoftijzer Vastgoedonderhoud voeren de eerste bouwstroom uit. D-labelwoning naar B-label In de tweede bouwstroom krijgen 120 EFG-pre-labelwoningen een upgrade naar energielabel B. Ook zo’n 693 woningen met minimaal label D worden verhoogd naar energielabel B. Zo zijn deze woningen goed uitgerust voor de lange termijn. Woonplus verwacht de woningen nog 15 tot 25 jaar in bezit te hebben. BM van Houwelingen realiseert deze tweede bouwstroom. Bron: Era Contour Meer voordeel voor Energielabel A++ en hoger Voor ondernemers die volgens de renovatiestandaard de hoogst haalbare energieprestatieverbetering voor hun bedrijfsgebouw realiseren (A++ of A+++) geldt dat het maximum investeringsbedrag is verhoogd. Daarmee wordt investeren in maximale energieprestatieverbeteringen van bedrijfsgebouwen extra aantrekkelijk. Dat blijkt uit de nieuwe Energielijst 2024, die door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is uitgegeven. De Energielijst is de basis van de Energie-investeringsaftrek (EIA). Deze regeling is populair onder ondernemers, want het aantal aanvragen voor de EIA nam de laatste jaren fors toe. Dit jaar is opnieuw € 10 miljoen meer beschikbaar, waardoor er een budget van € 259 miljoen beschikbaar is. De komende twee jaar wordt nog meer geld uitgetrokken: € 441 miljoen in 2025 en € 470 miljoen in 2026. Vanaf 2027 wordt het budget structureel verhoogd met € 53 miljoen per jaar. Nieuw in de Energielijst zijn ook enkele afvallers, want voor dit jaar zijn niet langer bedrijfsmiddelen opgenomen waarvan de terugverdientijd duidelijk korter is dan 5 jaar. Door de Energiebesparingsplicht zijn bedrijven en instellingen verplicht om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. Deze verplichte maatregelen hebben geen belastingvoordeel meer van de EIA. Zonnepanelen Aanpassingen zijn er ook voor zonnepanelen met een elektriciteitsaansluiting voor kleinverbruikers. Vanaf 2024 geldt hiervoor een maximum vermogen van 55 kW. Hierdoor is er alleen nog belastingvoordeel voor investeringen in kleinere installaties met een hogere terugverdientijd.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=