23 nr. 4 Juni 2023 Isolatieglas demonteren en hergebruiken met behoud van isolatiewaarde Recycling van oude ruiten betekent nu dat ze veranderen in pindakaaspotten en flessen. Dat is jammer. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Rijksvastgoedbedrijf (RVB) onderzoeken het demonteren en hergebruiken van dubbelglas. Zolang het niet breekt, gaat glas eeuwig mee. Maar bij dubbelglas is dat anders. ‘De kit die alles bij elkaar houdt is een zwakkere schakel. Na 25 jaar is de kit verouderd en is de kans op lekkage groot. De ruit isoleert dan niet meer goed’, zegt Rutger Snoek van het RVB. Samen met zijn RVB-collega Erik Boer, beiden adviseurs bij Architectuur en Techniek, vroeg hij zich af hoe het RVB ruiten hoogwaardig kan hergebruiken in plaats van recyclen. “Uiteindelijk kwamen we terecht bij de Hogeschool van Amsterdam. Zij waren gelijktijdig bezig met hoogwaardig hergebruik van glas en we hebben met subsidie nu een onderzoek opgesteld.” In dit onderzoek van de HvA worden drie soorten (isolatie) glas tegen het licht gehouden: glas uit de periode 1980-1995, HR+-glas geplaatst tussen 1990 en 2010 en hoogrendementsglas (HR++). De onderzoekers testen hierbij verschillende (combinaties van) strategieën om de isolatiewaarde te verbeteren. Deze lopen uiteen van het aanbrengen van isolerende folies en het opnieuw vullen van de luchtspouw met edelgas tot het plaatsen van een extra glasblad. De strategieën worden uitgedacht tijdens workshops met projectpartners en getest in de Klimaatkamer van de HvA, tot temperaturen van -20ºC. Het team onderzoekt daarnaast in 50 gebouwen hoe HR++ glas veroudert en of het uitmaakt op welke plek, oriëntatie of hoogte de ruiten zich bevinden. Een indicator voor het verlies aan isolatiewaarde van glas is de afname in de hoeveelheid edelgas in de spouw. Nationaal Archief Het project, dat nog tot dit najaar loopt, wordt uitgevoerd door onderzoekers van de groep Circulair Bouwen van de HvA. Ze werken in het project nauw samen met 17 partijen, afkomstig uit alle geledingen van de bouwwereld: van glasleveranciers en bouwfysisch experts tot gebouweigenaren. Het Rijksvastgoedbedrijf is mede-initiatiefnemer van het project en stelt gebouwen beschikbaar voor dit onderzoek. Zoals het Nationaal Archief in Den Haag waar de gevel wordt verbouwd. ‘Van alle ruiten in de gevel zullen er zeven beschikbaar zijn voor dit onderzoek. De ruiten zitten naast een balkon en zijn dus makkelijk te bereiken’, aldus Snoek. Het onderzoeksteam zal het glas voorzichtig demonteren. In de werkplaats vindt dan de opwaardering van de ruiten plaats. Als ze weer zo goed als nieuw zijn, gaan ze terug naar hun oude plek. Het maken van glas kost veel energie. Het omsmelten van oud glas ook. Hergebruik kan veel CO2-uitstoot voorkomen. “Als we nu investeren in een duurzamere oplossing dan kan glas langer gebruikt worden met een significante reductie van de milieu impact”, vertelt Snoek. “Zodra de resultaten duidelijk zijn, is het belangrijk om deze te delen met de bouwwereld zodat we die een stukje duurzamer kunnen maken.” Medewerkers GSF Glasgroep/iso-max demonteren een oude ruit. Foto: Rijksvastgoedbedrijf. Beter voor het milieu: niet smelten maar opwaarderen. Foto: Hogeschool van Amsterdam Thema Dak- en gevelrenovatie: Techniek Vergroening daken op wol met schapenpoep Nederlandse wol is tegenwoordig een afvalproduct. Als de schapen eenmaal zijn geschoren, verdwijnt de wol grotendeels in de verbrandingsoven. Kan dat niet anders? Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt of dit materiaal als biobased ondergrond toepasbaar is voor het vergroenen van platte daken. “Het vermoeden is dat wol water vasthoudt voor drogere periodes, een prima ondergrond is voor groen en dat het – ook als het nat is - bijdraagt aan de dakisolatie”, legt innovatie-expert Allard Lambers van het Rijksvastgoedbedrijf uit. Het onderzoek wordt samen met Eduard Beekhuizen van Babylon Daken uitgevoerd. Op het voormalig vliegkamp Valkenburg testen ze het sinds begin dit jaar voor één jaar uit, zodat alle seizoenen worden doorlopen. Hoe gaat dat in zijn werk? Lambers: “We passen drie typen wol toe: afgeschoren wolvacht die zo van het land het dak opgaat met de stro, ontlasting en alles waarmee de natuur de wol verder heeft verrijkt. Deze zit barstensvol groeistoffen. Daarnaast passen we wolvlokken toe die grof gewassen en uit elkaar zijn geplukt. Deze bevatten een minder rijke voedingsbodem. Als derde passen we industrieel geweven wolmatten toe. Dan is de wol gewassen en gekaard, een soort kammen. In die matten zitten nauwelijks voedingsstoffen. Wij onderzoeken of de toepassing van een onbewerkt, duurzaam gewonnen biobased natuurlijk product efficiënt en effectief is.” In totaal liggen er 9 testvlakken van ongeveer 2 bij 5 meter per stuk op het platte dak. Meerdere combinaties van variabelen leveren een schat aan onderzoeksgegevens op. Er zijn drie soorten woltoepassingen in twee diktes. Deze worden elk getest met een groen dak: een deel met meerdere soorten sedum en een deel met sedum en acht tot tien tuinkruiden. Ook is er een deel met wildflower nectarbegroeiing. Deze wordt vaak toegepast in wegbermen, trekt bijen en vlinders en is daarmee goed voor de biodiversiteit. Sensoren meten Lambers: “In de verschillende dakvakken plaatsen we temperatuur- en vochtigheidssensoren, die we op afstand uit kunnen lezen. Daarnaast kijken we elke maand naar hoe het erbij staat. De verwachting is dat het sedum en kruidensoorten aanslaan, en dat de wildere bloemsoorten te weinig voedingsbodem hebben. Aan de andere kant is het net als bij de stuifzanden op de Veluwe: daar zit ook geen voeding in, maar deze hebben de neiging om vanzelf dicht te groeien. Eerst via korstmossen en daarna door pioniersvegetatie en vogels die zaden laten vallen of uitpoepen. Een soortgelijk proces willen we hier ook aansturen en monitoren.” Wol is brandvertragend en isoleert goed, ook als het nat is. “We verwachten dat wol op het dak een graad scheelt in de binnentemperatuur. Zomers zijn daar al goede ervaringen mee en we gaan het nu ook in winterse omstandigheden meten”, aldus Lambers. “Met onderzoeken als deze dragen we graag bij aan de uitvoering van duurzaamheidsdoelstellingen van het Kabinet en de bewustwording van praktische mogelijkheden. We brengen kennis bij elkaar en doen praktijkervaring op die we delen binnen de organisatie en daarna ook naar buiten brengen.” Drie typen wol worden op een plat dak getest op de mate van isolatie. Foto: Programma Groene Innovaties
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=