RenovatieTotaal 6 - 2022

39 nr. 6 Oktober 2022 seerd. Het gebouw is opgedeeld in een middengang met aan weerszijden in totaal vier salons. In 1860 zijn er vleugels aangebouwd. In latere jaren zijn ook op de bovenverdieping extra slaapkamers ingericht. In 1970 was de laatste grootschalige renovatie, waarbij het pand, dat inmiddels 43 cm was scheefgezakt door de slechte ondergrond, op een nieuwe fundering is gezet. Architect Edwin Paymans: “In 1970 is het hoogteverloop van de verdiepingsvloer recht getrokken door een tweede vloer over de bestaande vloer te plaatsen. Dat is natuurlijk een prachtige plek om nu de nieuwe leidingen en kanalen voor de verwarming en ventilatie een plek te geven. Ook de nieuwe trappartij, waaromheen alle ruimten nu worden gesitueerd, biedt een goede plek voor verticaal leidingtransport.” Hybride: warmtepomp en cv-ketel De salons behouden hun houten vloeren en radiatoren en gaan plek bieden aan ontvangstruimten voor bijeenkomsten, aangevuld met een muziekruimte en bibliotheek. In de aanbouw komen de keuken en bijkeuken. Boven de tussenlaag met installatietechniek is een zwevende Fermacellvloer aangebracht, wederom met lage temperatuur vloerverwarming. Daarboven, op de voormalige zolderverdieping, komen vier kamers met een eigen badkamer en eentje met een pantry. Deze ruimtes fungeren als suites of mini-appartementen. Edwin Paymans: “In dit hoofdgebouw komt een hybride systeem met warmtepomp en gasketel opgesteld in de kelder. Isoleren aan de buitenzijde was geen optie. Aan de binnenzijde van de aanbouw en de verdieping is vlasisolatie aangebracht in combinatie met een vochtregulerende folie. Tevens zijn de kozijnen voorzien van vacuümglas Met het verhogen van de isolatiewaarde van de schil bleek een warmtepomp in combinatie met een groot aantal PV panelen haalbaar. De salons blijven verwarmd worden met radiatoren.” Verrassingen bij renoveren Sander Mestebeld, eigenaar/directeur van Mestebeld Bouw uit Zoelmond over de renovatie van dit hoofdgebouw. “Bij zo’n oud pand kom je automatisch verrassingen tegen. De lelijkste was de aanwezigheid van asbest onder het vloerbeschot, dat bij de renovatie 50 jaar geleden was ingebracht. Ook bleken de oude eiken balken en delen van de verhoogde houten vloer boven de installatiezone verrot te zijn. Dan moet je echt vernieuwen. Ook achter het pleisterwerk komt het nodige herstelwerk tevoorschijn. Andere zaken, zoals de houten kapconstructie, betimmeringen, plafonds en luiken voor de installatievloer herstel je in volle glorie. Bij zo’n project is het belangrijk dat je de voorbereiding goed oppakt en met vakmanschap en flexibiliteit te werk gaat.” De bouwer vervolgt: “We werken met de opdrachtgever, architect en installateur prima samen om respectvolle keuzes voor het gebouw te maken, maar ze moeten wel praktisch zijn. Het mooie is dat de opdrachtgever goed besef heeft wat er bij zo’n renovatie komt kijken en er daarbij onverwachte tegenslagen kunnen zijn. Hij begrijpt het proces van restaureren, renoveren en moderniseren. Dat is belangrijk voor het welslagen van dit project.” Techniek is onzichtbaar Edwin Paymans: “Monumentale panden zijn vaak meerdere malen verbouwd. Soms heel respectvol, soms wat minder. Je wilt de historie behouden en de aanwezige kwaliteit versterken, maar bestaande elementen die afbreuk doen verwijderen. Dat betekent dat je soms grenzen moet stellen om bestaande bouw en nieuwe functies te kunnen verenigen. Het mooie bij dit project is dat we alle nieuwe installatievoorzieningen keurig hebben kunnen verwerken in de bouw en het nieuwe trappenhuis dat de verschillende gebouwdelen tot één geheel samenvoegt.” Zigzaggen tussen oude eiken Sander Mestebeld besluit: “Het is lastig bouwen, want de aanvoer van zwaar materieel mocht niet over de historische bakstenen brug. We hebben een tijdelijke brug van draglineschotten aangelegd. Tevens moesten we zigzaggen tussen de oude eiken die bij de entree staan. Het lukt allemaal. We zijn met de laatste bouwwerkzaamheden bezig en hopen voor de Kerst dit jaar het hoofdgebouw bouwkundig op te leveren. Dan volgt nog de inrichting en aankleding door de eigenaar. Ik zie de trouwpartijen, andere feesten en open publieksevenementen al voor mij in dit sfeervolle hoofdgebouw en de prachtige tuinen.” In het koetshuis is de centrale meterkast gesitueerd. In het hoofdgebouw liggen vier salons rond een middengang. De later gebouwde appelschuur heeft geen monumentale status en daarop zijn de zonnepanelen voor alle gebouwen aangebracht. In de nieuwe situatie komt er een centrale trappartij die alle ruimten verbindt en tevens plek biedt voor de leidingen en kanalen van de installatietechniek. Fraaie elementen zoals de kapconstructie, gang en versiersels blijven gehandhaafd. Dankzij een laag tussen plafonds en verhoogde vloer is er een welkome ruimte voor de installatietechniek. Diverse vloeren hebben vloerverwarming gekregen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=