RenovatieTotaal 4 - 2021

9 nr. 4 Juli 2021 Column Vooroplopen Om direct in de eerste de beste column van mij voor RenovatieTotaal te roepen dat ik haantje de voorste wil zijn, is wel heel brutaal. Maar heel stiekem wil ik dat toch zeggen, al is het met gegronde reden. Want als het gaat om circulariteit worden leveranciers van cir- culaire bouwmaterialen, zoals wij van Luijtgaarden met onze circulaire dakpannen, in renovatieprojecten laat in het proces meegenomen, vaak té laat. En dat is niet alleen jammer, maar ook vooral niet nodig. Het zijn vooral grote opdrachtgevers, zoals overheden en wo- ningcorporaties, die bij renovatie hun ketenpartners opdracht geven de renovatiebouw te regelen. Als op dat moment in bij- voorbeeld bestekken niet duidelijk wordt aangegeven dat er gebruikte bouwmaterialen ingezet moeten worden, dan ge- beurt het niet of te laat. We maken dat zeer regelmatig mee bij projecten van genoem- de opdrachtgevers. En wat je daarbij vaak ziet, is dat - als het te lastig wordt om gebruikte materialen in te zetten - de reflex vrijwel onmiddellijk is dat men kiest voor nieuwe materialen. Dat is niet nodig, als we eerder in het proces betrokken wor- den. Terwijl het echt al goed mogelijk is, ook als je als opdracht­ gever de markt vrij laat in hoe ze die circulaire bouwopdracht uitvoeren. Ik haal wel eens de metafoor aan die ik een aantal jaren geleden hoorde, over een aanbesteding van een zwem- bad. Dat kun je op twee manieren doen: je kunt in de aanbe- steding heel nauwkeurig beschrijven wat nodig is: van zwem- blokken tot aan lengte, breedte en diepte van het bad, enz. Of je zegt - uiteraard wel binnen bepaalde specs: het zwembad moet goed, veilig en volgens de klantwensen gebouwd worden. En voor de rest: geef de markt die vrijheid om het te regelen. Dat zou in mijn beleving ook moeten plaatsvinden in circu- laire renovatieprojecten. Er zijn legio voorbeelden van projecten te noemen waar leve- ranciers van circulaire bouwmaterialen te laat zijn ingescha- keld, maar gelukkig zijn er ook goede voorbeelden. Zo zijn wij onlangs door woningcorporatie Woonstad uit Rotterdam rechtstreeks, dus niet via hun ketenpartners, benaderd om bij een van hun renovatieprojecten gebruikte dakpannen in te zetten. Zeker in deze tijd met de discussies over PFAS en stikstof­ uitstoot is het gebruik van circulaire materialen een stuk klimaatvriendelijker. De CO 2 - en NOx-waarden van gebruikte materialen liggen beduidend lager dan voor nieuwe dakpan- nen, ondanks dat er meer transportbewegingen nodig zijn. Want deze moeten immers worden geoogst, opgeslagen, en weer ingezet worden. Maar dat is dus meegenomen in deze berekeningen. Nu is in het Klimaatakkoord afgesproken dat we in 2030 voor 50 procent aan gebruikte bouwmaterialen inzetten en in 2050 zelfs voor 100 procent. Om dat te halen moet er nog veel ge- beuren. Nu worden er bij renovatieprojecten vaak inspan- ningsverplichtingen geëist. Maar ik pleit hartstochtelijk voor een inzetverplichting, dus dat het ook moet gebeuren. Want alleen dan wordt circulair bouwen en renoveren echt serieus én versneld opgepakt. In elk nummer van RenovatieTotaal geeft Gert Jan de Gier zijn mening over circulariteit in de renovatiesector. Gert Jan de Gier is directeur van Luijtgaarden, al ruim 105 jaar de specialist voor hellende daken met gebruikte en nieuwe dakpannen voor zakelijke klanten en particulieren. Hij is tevens sinds 2018 directeur van New Circle, een jonge organisatie die zich richt op circulair bouwen. DGMR-advies: extra steenwol bij kritische EPS-ETICS-buitengevelisolatie Het rapport van ingenieursbureau DGMR ‘Brandveilige toepassing van EPS-ETICS’ concludeert dat Neder- landse systemen voor buitengeveliso- latie ook bij hoog-risico gebouwen voldoende brandveilig te maken zijn. DGMR inventariseerde voor de Bond voor Pleisterbouw de algemene risi- cofactoren van gebruik en hoogte van het gebouw en de vluchtroutes. Het advies is extra steenwolstroken toe te passen bij hoog-risico gebouwen en als het stelkozijn kritisch gedetail- leerd is. Er is discussie over in welke vorm EPS-ETICS gevels brandveilig kunnen worden toegepast, ziet ook Rudolf van Mierlo, senior-adviseur brandveilig- heid van DGMR, en auteur van het rapport. “De markt kijkt er kritisch naar en het bevoegd gezag en de ver- zekeraars ook. Men wil extra zeker- heid om brandvoortplanting en branddoorslag via de gevel te voorko- men en vraagt hoe dit kan in situaties met verhoogd risico. Daarvoor geef ik in het rapport een aantal situaties, waarin je steenwolstroken aanbrengt om de EPS-laag te onderbreken. Er zijn ook andere technische oplossin- gen te bedenken, voor dit rapport heb ik me op verzoek geconcentreerd op steenwolstroken.” Extra maatregelen Het belangrijkste dat dit rapport vol- gens Van Mierlo meegeeft, is dat als er qua brand onzekerheid is over het presteren van een gevel, je met de extra maatregelen uit dit rapport het vertrouwen hebt dat je het product veilig kunt toepassen. Het rapport dekt gebouwen tot een hoogte van 40 meter, daarboven wordt het maatwerk. Het product EPS-ETICS is vooral kwetsbaar als een brand in een vroeg stadium in de EPS-laag kan raken, stelt de auteur. Dat ligt voor een groot deel aan de manier waarop ramen, deuren en luiken in een gevel zijn gemonteerd. Het gevelvlak wordt onderbroken en dan heb je een doorbreking naar bin- nen toe. Met een zwaar stelkozijn dat goed aansluit op een steenachtig bin- nengevelblad is de kans vrij klein dat de brand snel vanuit binnen achter het kozijn langs de EPS-laag in gaat. Dat is een kritisch detail. Steenwolstrook Naast het in kaart brengen van de alge- mene risicofactor van het gebouw, geeft het rapport daarom aan extra maatregelen te nemen als het stelkozijn detailkritisch is. Kritisch wil zeggen dat op die plaats een brand snel de EPS in kan gaan. Van Mierlo: “Als de gevel goed bereikbaar is met voertuigen of vuilcontainers, is het advies om een steenwolstrook over de hele omtrek van het gebouw aan te brengen op het niveau van verdiepingsvloer 1. Dat is zo’n 3 meter van het maaiveld af.” Met deze maatregel voldoet men met voldoende zekerheid aan de eisen voor brandvoortplanting en branddoorslag via de gevel. Het woord ‘voldoende’ is een bewuste formulering, vertelt Van Mierlo, “anders verwachten mensen dat je met maatregelen iets onmogelijk maakt, terwijl dat niet het geval is.”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=