RenovatieTotaal 4 - 2021
33 nr. 4 Juli 2021 Binnen SHR bespreken we een paar keer per jaar alle projecten. Zo hou- den we elkaar scherp, delen we onderling kennis en zien we wat er zoal gebeurt in houtbouwend Neder- land. De laatste twee jaar zijn we opvallend vaak met gevelbekleding bezig. Het is mooi dat er veel houten gevels worden toegepast en vaak gaat dat goed. Waar wel problemen ont- staan, zien wij in de praktijk een aan- tal overeenkomsten die leerzaam zijn. Nederlandse richtlijnen Veel schades ontstaan doordat ont- werper en uitvoerder zich niet hou- den aan de Nederlandse richtlijnen. Deze zijn helder en vrij toegankelijk. Wie de regels volgt, voorkomt menig probleem met gevelbekledingen. Een paar voorbeelden: • Houtsoorten kennen een verschil- lend krimp- en zwelgedrag. Daarom gelden er houtsoort-specifieke eisen voor de maatvoering van geveldelen; • Geveldelen met een te hoog hout- vochtgehalte bij plaatsing, zullen krimpen. Met risico op te grote ver- vormingen, scheuren, geen geslo- tenheid van de gevel en verfschade; • Waterkerende folies zijn veelal nodig, maar bij een open gevelbe- kleding gaat het alleen goed als de folie uv-bestendig is; • Voldoende afstand tot het maaiveld is nodig om waterbelasting te beperken. Vooral bij harde bestra- ting voorkom je daarmee opspat- tend water en vervuiling; • Ruimte tussen de kopse kanten van delen moet voldoende zijn voor ventilatie en voor onderhoud van de kopse afwerking; • locatie aansluitende delen in het gevelvlak is afgestemd op het ach- terliggende regelwerk; • Nagels die te diep zijn aangebracht of te dicht bij de rand geven een groot risico op scheuren en daar- mee op verf- schade en extra vocht- belasting; • De snelheid van verwering is afhan- kelijk van gemaakte keuzes (hout- soort, -kwaliteit, -oriëntatie (dosse/ kwartiers), gezaagd of geschaafd houtoppervlak, afwerking) in com- binatie met weersbelasting als gevolg van geveloriëntatie en ont- werp; • Te weinig ventilatie geeft risico op schotelen, loskomen van delen, ver- lies eenheid in de gevel maar ook op langdurig nat hout met rot als gevolg. Bij een horizontale gevelbe- kleding gemonteerd op een enkel regelwerk is dit risico groot. Uiterlijk en onderhoud Daarnaast pakken uiterlijk en onder- houd van een gevelbekleding in de praktijk vaak anders uit dan verwacht werd en soms zelfs werd voorgespie- geld. Twee voorbeelden: • Onafgewerkte gevelbekleding kan onverwachte esthetische effecten geven. Niet alleen wordt de verwe- ring minder zilvergrijs dan gedacht, ook kan er een vlekkerig patroon ontstaan als gevolg van grote ver- schillen in water- en zonbelasting. Bijvoorbeeld door grote en kleine overstekken, ingebouwde elemen- ten en bij verschillende geveloriëntaties. Dit effect kun je vooraf inschatten en erover com- municeren met toekomstige bewo- ners; • Gevels die niet of alleen met een hoogwerker bereikbaar zijn, verei- sen een onderhoudsvriendelijke gevelbekleding. Dus geen afwerking die elk jaar bijgewerkt moet wor- den, zoals een transparante afwer- king. Afwerking Ook bij de afwerking kunnen zaken niet goed gaan, wanneer wordt afge- weken van de algemene uitgangspun- ten of verwerkingsvoorschriften van verfleveranciers: • Bij dekkende of (semi-)transparante filmvormende afwerkingen worden geveldelen veelal voorzien van 2 lagen afwerking vanuit de fabriek. De laagdikte blijkt een groot effect te hebben op het intact houden van de gevel. Afwijken van de voor- schriften leidt tot degradatie en gebreken. De extra (of 3e) afwerk- laag zoals vaak voorgeschreven in het verfadvies of aangegeven door de leverancier, wordt veelal niet of te laat aangebracht. Waardoor al snel na oplevering visuele gebreken ontstaan; • Wanneer (semi-)filmvormende verfsystemen niet geheel gesloten zijn aangebracht, verweert het blootliggende hout. Het neemt te veel water op, met als gevolg steeds meer onthechting en barsten in de verflagen; • In het bestek kan bij niet-filmvor- mende afwerksystemen een mini- male hoeveelheid afwerking wor- den genoemd, die in de toepassing te gering blijkt en direct een extra belasting vormt voor de onder- houdsfrequentie. Nieuwe producten Naast de klassieke grondstof voor gevelbekleding komen er diverse nieuwe producten op de markt. Hoe- wel fabrikanten aangeven hoe goed deze zijn, is het gros van dit soort producten nooit goed onderzocht op duurzaamheid op de langere termijn, terwijl er wel vele jaren garantie wordt gegeven. De garantie geldt dan alleen bij een juiste toepassing. Ont- staat er een dispuut, dan grijpt de producent direct terug naar de ver- werkingsvoorwaarden. Het is dus zaak deze altijd goed op te volgen. Een paar voorbeelden van afwijkend gedrag van nieuwe producten waar je goed rekening mee moet houden: • Het houtvochtgehalte van gemodi- ficeerd (thermisch of chemisch) hout is veel lager dan niet-behan- deld hout. Het moet dan ook met het juiste toepassingsvochtgehalte worden toegepast: dit staat altijd in de verwerkingsvoorschriften van de producent. Natuurlijk moet het homogeen op dit vochtgehalte gedroogd zijn. Bij te natte gevelde- len zijn veel gebreken te verwach- ten door het drogen aan de gevel, met name bij veel zonbelasting; • Bij houten gevelbekleding vormt brandbaarheid een belangrijk aspect in relatie tot het Bouwbe- sluit. Veel gevels zijn daarom brand- vertragend behandeld, wat vraagt om afstemming met het afwerk systeem. Blijkt deze afstemming niet goed, dan kan dit zeker bij hoge houtvochtgehaltes resulteren in verfschade en verlies van brand- werende eigenschappen; • Bij WPC’s is de kwaliteit van het materiaal belangrijk. je moet reke- ning houden met grote dimensie- veranderingen als gevolg van grote temperatuurverschillen bij directe zoninstraling; • tot slot is ook bij bamboe de kwali- teit van het materiaal bepalend voor een duurzaam gebruik. De snelheid van verwering is afhankelijk van de manier van verwerken, zoals grover gezaagd of strak fijn gezaagd. Een veelvuldig gebruikte houtsoort voor gevels is Zweeds rabat, waarbij de bovenzijde dunner is dan de onderkant die over de onderliggende plank schuift. Bij een houten gevel van een kliniek zijn de geschaafde Noord-Europese gevelde- len geïmpregneerd met een brandwe- rend en verduurzamingsmiddel. Ze zijn in de fabriek rondom behandeld met een niet filmvormend watergedragen afwerksysteem. Sommige planken zijn echter vervormd en hebben losgelaten. Uit inspectie van SHR bleek dat dit kwam vanwege het inmiddels ontbreken van afdichtingsmiddel aan de kopse kant. Daardoor is er veel vocht ingeko- men en de planken krom getrokken.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=