RenovatieTotaal 4 - 2021

23 nr. 4 Juli 2021 Thema Dak- en gevelrenovatie: Techniek Duurzame gevelrenovatie met biobased en minerale verven Het heeft jarenlang last gehad van een geitenwollen-sokken-imago, maar het gebruik van minerale verven bij het renoveren van buitengevels kent een heuse opmars. De reden is een even simpele als logische reden: de kleurechtheid is dusdanig goed dat er 20 jaar kleur­ garantie op kan worden gegeven. En in combinatie met de lange onderhoudsintervallen scheelt dat enorm in exploitatiekosten van bijvoorbeeld woningcorporaties. Dus is het niet verbazingwekkend dat juist corporaties steeds vaker hun aannemers de opdracht geven met minerale verven als KEIM te werken, vertelt Erik Waanders van Greenpaints. Auteur: Harmen Weijer B ij het renoveren van gevels van bestaande woningen en gebou- wen wordt er meestal een nieu- we schil voor de bestaande geplaatst. Of de bestaande gevel wordt aange- pakt, bijvoorbeeld door opnieuw te verven. “Als er een nieuwe schil op de gevel wordt gezet, dan wordt deze vaak afgewerkt met een plastic verf”, vertelt Waanders. “Omdat er geen spouw is tussen de nieuwe schil en de oude muur, moet er goed worden gelet op de zogeheten dampdiffusiewaarde, de Sd-waarde, van de nieuwe schil. Dat vraagt name- lijk een dampopen verf, zoals silicaat- verven van onder meer KEIM. Want als je de verkeerde verf toepast, ont- staan er dikke problemen in de vocht- huishouding van de woning” Dampopen Eric van Duiven van KEIM laat zien aan de hand van een eenvoudige schuifje wat voor effect dat heeft op de hoeveelheid waterdamp van bin- nenuit die minerale muurverven kun- nen doorlaten en tegelijkertijd water van buiten tegenhouden. “Vocht van binnen moet makkelijk naar buiten kunnen gaan, anders krijg je vocht en schimmelproblemen in huis. De norm van de Sd-waarde om een bui- tenverf nog open te mogen noemen is 0,14. Dat is overigens op basis van witte verf, zonder toevoegingen en één aangebrachte laag. Dat laatste is van belang, want als je meerdere lagen aanbrengt, dan gaat de dampo- penheid navenant omlaag. De Sd- waarde van de minerale verf van KEIM is 0,01, dus deze verf kan 14 keer meer vocht doorlaten, dat is ongeveer 2 kg vocht per m 2 . Ter ver- gelijking met de norm: die verf laat maximaal 150 gram per m 2 door.” Waanders vult hem aan: “En dat is ons vochtig landje wel heel belangrijk om rekening mee te houden. Ik maak wel eens de vergelijking met een plas- tic zak, die je over iemands hoofd heen schuift. Dat staat bijna gelijk aan moord. Nou, dat is dus zo onge- veer wat de verven volgens de norm met onze huizen doen.” Opgaan in muren Deze verven zijn soms weliswaar in aanschaf duurder dan fossielgeba- seerde muurverven, maar hebben als eigenschap dat ze vrijwel geen onder- houd vergen. Waanders: “Dat komt onder andere omdat ze verkiezelen in de bestaande muren. Het is immers een silicaatgebonden verf, dus op zandbasis gemaakt. Daardoor gaan ze als het ware op in de muur, waardoor de verf niet gaat bladderen, en lang- durig blijft zitten. En dat zie je terug in de exploitatie. Tel uit je winst als je rekent in Total Cost of Ownership (TCO).” Van Duiven legt tevens uit dat er bij de minerale KEIM-verven ook nog eens gebruik wordt gemaakt van anorganische pigmenten. “Daarvoor gebruiken we bijvoorbeeld ijzeroxiden en die zijn ongevoelig voor zonlicht. Dat is ook een reden dat wij 20 jaar kleurgarantie kunnen geven. Deze verven verkleuren nagenoeg niet.” Ook bij keramische gevelsystemen zijn verven op basis van silicaatbasis te gebruiken, vertelt Waanders. “We zitten immers in een grondstoffen- crisis en daarom zijn natuurlijke grondstoffen in opmars. Deze verven blijven hartstikke goed op keramische gevelpanelen zitten. Eén herschilder- beurt per 20 jaar en je bent weer voor lange tijd klaar. En niet te vergeten: goede minerale verven zijn nagenoeg onbrandbaar in tegenstelling tot fos- siele verven. Dat geldt trouwens ook voor het schilderen van houten gevels of gecombineerd met composiet: een een minerale houtverf geeft minder bijdrage aan brand en maakt het hout dus al moeilijker brandbaar”, aldus Waanders. Woningcorporaties Wat ook steeds vaker voorkomt is dat houten geveldelen, die op termijn gaan vergrijzen, al bij aanvang worden voorvergrijsd. “Dat kan zowel een bio- based voorvergrijzer, zoals van Böhme AgingStain, als met silicaatgebonden verven, zoals de KEIM Lignosil-Vera- no. Deze worden steeds vaker ingezet door woningcorporaties, zoals recent nog bij de renovatie van woningen van Domesta en Lefier in Emmen. Sommer Schilderwerken gebruikt bij dit renovatieproject deze minerale voorvergrijzer. Sommer Schilderwer- ken denkt verder ook heel goed mee in wat een corporatie op dit vlak wil, dat is meer dan alleen schilderen. En dat is een trend die ik steeds vaker zie, want we worden regelmatig benaderd door vastgoedonderhoudsbedrijven voor duurzame verfoplossingen. Woningcorporaties en hun bewoners eisen namelijk steeds meer duur- zaamheid en circulariteit van hun onderhoudspartners.” Dan zijn er natuurlijk nog de kozij- nen, ook daarvoor komen steeds meer biobased oplossingen beschikbaar, vertelt Waanders. “Het mooie is dat schilders de bestaande alkydverven op de kozijnen kunnen vervangen door biobased verven, zoals de Copperant Quattro-lijn, gewoon op de manier zoals je kozijnen altijd al onderhoudt met reguliere producten. Op de juiste manier aangebracht geven we daar 10 jaar garantie op”, besluit Waanders. Het aanbrengen van duurzame buitenverf gebeurt net als bij fossielgebaseerde verf met een blokkwast. Het resultaat is een strakke gevel, die weer tientallen jaren mee kan.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=