RenovatieTotaal 7 - 2020

17 nr. 7 December 2020 Interview “ Circulaire bouw vraagt om een breed gedragen definitie” Circulariteit in de bouwsector komt langzamerhand maar zeker op, mede dankzij het stijgende aantal pilotprojecten dat de afgelopen jaren is uitgevoerd. Daardoor ontstaat meer en meer een markt voor gebruikte materialen, zodat de bouw- en renovatiesector gebruikte materialen steeds vaker op een hoogwaardige manier kunnen toepassen. Om circulariteit echter te bestendigen is een veel structurelere aanpak nodig, en woningcorporaties kunnen daar een aanjagende rol in vervullen. Een en ander blijkt uit het rapport Woningcorporaties als opdrachtgever voor circulaire renovatie en nieuwbouw, dat in opdracht van RVO namens het Transitieteam Circulaire Bouweconomie is opgesteld. Paul Terwisscha, lid van dit Transitieteam en tevens kersverse directeur-bestuurder van woningcorporatie Volksbelang in Helmond, legt uit wat nodig is om die aanjagende rol goed in te vullen. Auteur: Harmen Weijer Foto's: Freekje Groenemans Uit het rapport, dat is gerealiseerd door Haico van Nunen van de Bouw- hulpGroep, en tevens columnist van RenovatieTotaal, blijkt dat circulari- teit nog lang niet on top of mind is bij veel corporaties. Hoe kan dat? “Het is nog rijp en groen wat er gebeurt bij woningcorporaties, maar men is er wel steeds vaker mee bezig. Dat past bij deze periode van verken- nen en pionieren, zoals ook te zien was bij de energietransitie. Bij dat onderwerp zijn we nu zo ver dat dit gestructureerd wordt opgepakt. Cir- culariteit is een relatief jong onder- werp, en dat vraagt nog om meer bewustwording en methodieken. En vergeet ook niet dat circulariteit ‘full impact’ heeft op de bedrijfsvoering, veel meer dan de energietransitie. Het gaat bij circulair bouwen om veel meer onderwerpen, variërend van nieuwbouw, verbouw en onderhoud. Daar op sturen kost veel meer moeite en tijd.” U bent 16 jaar directeur geweest bij woningcorporatie Woonbedrijf in Eindhoven; wat zijn in die jaren uw ervaringen met circulariteit? “Vooral de afgelopen 9 jaar is op dat gebied veel gebeurd. Voor Woonbedrijf gaat het om het maken van gesloten kringlopen. Zo hebben we onze blik verbreed naar meerdere plekken in de bouwkolom. Neem bijvoorbeeld bij producent van dakramen, Velux. Die heeft een dakraam gemaakt van gebruikt materiaal uit slooppanden in Rotterdam. Het hout is ‘gedolven’ door samenwerkingspartner Van Liempd. Die ramen zijn voor het eerst in woningen geplaatst van Woonbedrijf in de wijk Tivoli in Eindhoven. Daarbij heeft Velux gekeken hoe zij dit pro- totype kan doorontwikkelen tot een volwaardig product. Dat soort verkenningen is het begin van een structure- le circulaire aanpak.” Is dat zo? Want in zijn rap- port zegt Van Nunen dat cir- culair nu nog te veel wordt gekoppeld aan materia- len. “Bij een cirkel is elk punt gelijk; dus vanaf ieder punt kun je instap- pen. Wat ik vaak zeg: gesloten kringloop maken is men- senwerk. En woningcorpo- raties hebben daar een belangrijke rol in als eigena- ren van de grondstoffen in hun wonin- gen en als opdrachtge- vers. Er gaan veel materia- len bij onder- houd en renova- ties uit onze woningen; het gaat wel om gemiddeld twee aanhangwagens per jaar per woning. Het is mooi om te zien dat inmiddels aardig wat daarvan wordt verwerkt tot nieuw te gebruiken grondstoffen. Bij Woonbedrijf is gekozen om cir- culariteit in te vullen door te stu- ren op het verhogen van de waarde van deze uitstroom, maar er zijn ook woningcorpora- ties die ervoor kiezen om maxi- maal circulair te focussen op de instroom, dus aan de voorkant van hun projecten. En beiden hebben gelijk. Maar ik zeg wel: maak een keuze, breng focus aan; want circulari- teit is zó groot, dat als je niet uitkijkt het onneembaar wordt.” Paul Terwisscha Paul Terwisscha heeft ruime ervaring bij woningcorporaties. Hij werkte bij Brabant Wonen en daarna bijna 16 jaar voor woningcorporatie Woonbe- drijf in Eindhoven. Hier bekleedde hij verschillende functies, waaronder de laatste 5 jaar die van directeur. Sinds 1 november van dit jaar is hij directeur-bestuurder van woning- bouwvereniging Volksbelang in Helmond. Een van de conclusies in het rapport is dat veel partijen niet weten waar ze precies moeten beginnen. Hoe is dat op te lossen? “Belangrijk is dat er voor het bepalen van de mate van circulariteit een uit- gewerkte definitie komt met eendui- dige meetlatten en kpi’s, inclusief incentives; die is er nu nog niet. Zolang dat motortje er niet is, blijven we in de verkenningsfase. Dat motor- tje is een overheidstaak, en het Tran- sitieteam adviseert de overheid daar- in. Het doel is dat we in 2023 ‘base- camp’ bereiken, en dan moeten de net genoemde zaken duidelijk zijn. Zolang dat er niet is, werken veel par- tijen aan circulariteit met de beste intenties maar levert het ook spraak- verwarringen op. Het is zaak dat we dezelfde taal gaan spreken.” 2023 is al over twee jaar, is dit ‘base- camp’ te halen? “Dat is moeilijk om nu aan te geven. Er wordt in ieder geval door alle par- tijen hard aan gewerkt. En wat ik ook zie is dat het onderwijs circulariteit omarmt in hun leerprogramma’s, zoals hergebruik van materialen en slim hergebruik van afval om er nieu- we producten van te maken. Dat vind ik heel positief. Als ik ook met jonge- ren praat, is circulariteit voor hen al veel meer een issue dan voorheen. Er is breed draagvlak onder hen voor hergebruik van materialen. Dat is natuurlijk ook heel belangrijk, want zij zijn de gebruikers en onze werkne- mers van de toekomst.” Meer info: www.circulairebouweconomie.nl Het gehele rapport is te lezen op: https://tinyurl.com/CBE-bouwhulp

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=